Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week het debat
over de Staat van de Europese Unie (32125).
Ik deel aan de Kamer mee dat mevrouw Neppérus haar aangehouden
motie op stuk nr. 147 (27625) wenst in te trekken.
Ik stel voor, aanstaande dinsdag ook te stemmen over de moties ingediend
bij het notaoverleg over modernisering van het monumentenbeleid en de motie
ingediend bij het wetgevingsoverleg over het begrotingsonderzoek Verkeer en
Waterstaat 2010. Ook stel ik voor, te stemmen over de moties ingediend bij
de wetgevingsoverleggen over de begrotingsonderdelen Politie, Binnenlands
Bestuur en Overheidspersoneelsbeleid en over het Gemeente- en Provinciefonds
van de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
voor het jaar 2010.
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in de vaste commissie voor de
Rijksuitgaven het lid De Krom tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.
Het woord is aan de heer Van Raak.
De heer Van Raak (SP):
Voorzitter. Ik heb het gisteren ook al gezegd, maar toen is het wat verloren
gegaan in het rumoer. Nu is het wat rustiger. Wij trekken ons verzoek om een
spoeddebat over het vastgoedproject van de kroonprins in Mozambique in. Wij
hebben nieuwe informatie gekregen en daaruit blijkt dat de prins uit het project
stapt. Het heeft dan niet meer zo veel zin om daar een spoeddebat over te
houden.
Wel heb ik veel behoefte aan een debat over de toekomst van de monarchie
en de samenwerking tussen de minister-president en de leden van het Koninklijk
Huis. Ik zal daartoe een voorstel doen in de commissie, maar dat onderwerp
leent zich bij uitstek niet voor een spoeddebat.
Om de voornoemde twee redenen trekken wij ons verzoek om een spoeddebat
in.
De heer Fritsma (PVV):
De PVV-fractie steunt het laatstgenoemde verzoek.
De heer Van der Ham (D66):
Ook de D66-fractie steunt het laatste verzoek, maar het terugtrekken van
het spoeddebat niet. Wij gaan er nu niet inhoudelijk over spreken, maar ik
heb begrepen dat de kroonprins er pas na een tijdje uitstapt. Dit betekent
dat er nog een tijd is waarin heel veel fout kan gaan.
De voorzitter:
Dit wordt al iets te inhoudelijk.
Mevrouw Timmer (PvdA):
De PvdA-fractie heeft gisteren al laten weten, geen behoefte te hebben
aan een spoeddebat. Dat geldt nog steeds.
De heer Van der Staaij (SGP):
Ook de SGP-fractie heeft geen behoefte aan een spoeddebat. Door een aantal
collega's wordt nu steun betuigd aan een tweede verzoek, maar ik had begrepen
dat er op dat moment geen verzoek werd gedaan en dat de heer Van Raak zijn
verzoek in de commissie aan de orde zou stellen.
De voorzitter:
Dat is juist.
Ik stel vast dat er geen steun meer is om een spoeddebat te houden over
de kwestie van het huis. Ik zie iemand treurig kijken, maar het is niet anders.
Aldus besloten.
Het woord is aan de heer Irrgang.
De heer Irrgang (SP):
Voorzitter. Ik zou graag de minister-president, de minister van OCW en
de minister voor Ontwikkelingssamenwerking willen verzoeken om de vragen die
ik al op 27 oktober heb gesteld over coproducties per omgaande te beantwoorden,
omdat de termijn verstreken is.
De voorzitter:
Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.
Het woord is aan mevrouw Van Miltenburg.
Mevrouw Van Miltenburg (VVD):
Voorzitter. Ik heb een soortgelijk verzoek. Op 1 oktober heb ik samen
met mijn collega's Teeven en Meeuwis vragen gesteld aan de staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport en de minister van Justitie. Op 20 oktober hebben zij
laten weten dat zij de vragen niet binnen de termijn konden beantwoorden,
maar inmiddels hebben zij de volgende termijn ook alweer overschreden. Graag
zie ik mijn vragen per omgaande beantwoord.
De voorzitter:
Zullen wij zeggen vóór dinsdag aanstaande 12.00 uur?
Mevrouw Van Miltenburg (VVD):
Prima.
De voorzitter:
Wij gaan het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.
U weet, mevrouw Van Miltenburg, dat als vragen niet beantwoord worden,
de mogelijkheid bestaat die vragen om te zetten in mondelinge vragen.
Mevrouw Van Miltenburg (VVD):
Dat weet ik. Dank u wel.
De voorzitter:
Daarmee zijn wij gekomen aan het eind van de regeling van werkzaamheden.