Aan de orde is de behandeling van:

het verslag van een algemeen overleg met de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de staatssecretaris van Economische Zaken over creatieve industrie (27406, nr. 156).

De beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:

Ik wijs erop dat het kerstregime van kracht is. Het is uitsluitend toegestaan om moties in te dienen. Reacties zijn alleen toegestaan wanneer een lid echt niet begrijpt wat wordt gezegd.

De heer Leerdam (PvdA):

Voorzitter. Mijn eerste motie betreft de digitalisering van de filmvertoningen. Zij luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Nederland een achterstandspositie dreigt op te lopen ten opzichte van andere Europese landen op het gebied van digitalisering van de bioscoopsector;

overwegende dat hierin het gevaar schuilt dat het bioscoopaanbod in de nabije toekomst verschraalt en dat dit negatieve gevolgen heeft voor de Nederlandse filmsector en de diversiteit van het aanbod;

overwegende dat een omslag naar digitale technologie kan bijdragen aan de innovatie van bioscopen en mogelijkheden biedt om nieuwe content aan te bieden, naast film;

overwegende dat de sector – bioscoopexploitanten, producenten en distributeurs – zich (op 27 september jongstleden) vanwege het belang voor de Nederlandse filmsector heeft uitgesproken voor een masterplan om in zijn totaliteit de omslag te maken van analoge naar digitale technologie;

overwegende dat het kabinet in het kader van het beleidsprogramma voor de creatieve industrie 2009-2013 de digitale infrastructuur wil versterken "om structureel te zijn toegesneden op de uitdagingen van de 21ste eeuw" (actielijn 6, p. 48);

verzoekt de regering, om op korte termijn, in samenspraak met de sector, de mogelijkheden te onderzoeken om de overschakeling van de bioscoopsector van analoog naar digitaal te bevorderen en een inhoudelijke uitwerking hiervan aan de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Leerdam, Van Vroonhoven-Kok, Van der Ham en Peters. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 157(27406).

De heer Leerdam (PvdA):

Voorzitter. Mijn andere motie wordt ingediend door het lid Leerdam. Zij luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet heeft aangekondigd dat het gereserveerde budget voor de innovatieregeling per 2010 met 2 mln. verlaagd zal worden;

overwegende dat het van belang blijft dat culturele instellingen in staat zijn om voldoende eigen inkomsten te generen en om door te groeien;

van mening dat de behaalde resultaten op dit gebied door de voorgenomen bezuiniging niet verloren zouden mogen gaan en dat deze minimaal geconsolideerd zouden moeten worden;

verzoekt de regering om de gevolgen van de bezuiniging waar mogelijk te compenseren door de kennis in het veld te vergroten over bestaande regelingen die gericht zijn op meer financieel en maatschappelijk draagvlak voor culturele instellingen, zoals de Matchingsregeling en de SEED-regeling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Leerdam. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 158(27406).

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dien drie kleine moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het investeringsfonds Cultuurlnvest uit België specifiek deskundig is op en ingericht is voor de creatieve sector;

overwegende dat dit niet geldt voor de SEED-faciliteit, waarin creatieve starters moeten concurreren met technostarters;

overwegende dat de SEED-faciliteit ingewikkeld in elkaar steekt;Peters

verzoekt de regering, te analyseren in welke mate er gebruik is gemaakt van de tender van januari 2010 door fondsen voor creatieve ondernemers, in welke mate de regeling voldoet aan de behoefte van deze ondernemers en de Kamer daarover voor 1 juni 2010 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Peters. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 159(27406).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat green design juist in deze tijd van groot belang is;

verzoekt de regering, in haar beleid ten aanzien van de creatieve economie prioriteit te geven aan green design, te beginnen met extra aandacht voor green design in de voorlichting over de tender van de SEED-faciliteit in januari 2010,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Peters. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 160(27406).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het openstellen van de SEED-regeling voor de creatieve sector een positief begin kan zijn voor het aantrekkelijker maken van het investeringsklimaat voor creatieve ondernemers, maar daarvoor nog lang niet voldoende is;

verzoekt de regering, de mogelijkheden voor fiscale stimulansen voor creatieve ondernemers te onderzoeken, vergelijkbaar met groen beleggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Peters. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 161(27406).

Ik kijk even naar de minister. Hebt u alle moties al en kunt u reageren, of wilt u even schorsen?

Minister Plasterk:

Als u mij, terwijl ik spreek, ook van de derde motie van de GroenLinksfractie zou kunnen voorzien, kan ik kijken hoe ver ik daarmee kan komen. Dit allemaal in verband met de tijd.

De voorzitter:

Ik heb begrepen dat u mede namens uw collega van Economische Zaken spreekt.

Minister Plasterk:

Ik spreek namens de minister van Economische Zaken. Ik ben hier zogezegd de plaatsvervanger van Maria op aarde. Mag ik 30 seconden schorsing om de motie even te lezen?

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Gehoord uw reactie van daarnet, kan ik constateren dat wij in blijde verwachting zijn van uw antwoord.

Minister Plasterk:

Voorzitter. Ik reageer allereerst op de eerste motie van de heer Leerdam c.s. Tijdens het AO over de creatieve industrie hebben collega Heemskerk en ik al toegezegd dat wij die mogelijkheid gaan onderzoeken. Wij zijn dat ook gaan doen. Wij hebben een eerste oriënterend gesprek gehad met de directeuren van het Filmmuseum en de drie brancheorganisaties, de NVF, de NVS en de NVB. Uit dit gesprek bleek dat er nog geen projectplan is gemaakt door de sector. Dat moet wel gebeuren. De afspraak is nu dat de sector eerst een projectplan maakt en dat dan zo spoedig mogelijk aan ons voorlegt. Naar aanleiding daarvan gaan wij kijken in hoeverre overheidssteun mogelijk is en hoe deze dan eventueel financieel gedekt zou moeten worden. Daarop wil ik nu nog niet vooruitlopen. In lijn met de eerdere toezegging in het AO zal ik voor het kerstreces een brief met de stand van zaken naar de Kamer sturen. Ik laat het oordeel over de motie dus graag aan de Kamer.

Uit de tweede motie van de heer Leerdam spreekt zijn zorg dat de behaalde resultaten van de gesubsidieerde activiteiten verloren gaan. Het gaat om innovatieregelingen. Op zichzelf is de kennisdeling wel geborgd in het kennisprogramma dat bij de innovatieregeling hoort. Daarvoor is apart geld beschikbaar. Dit wordt dus niet betaald uit de 3 mln. die beschikbaar is voor subsidies. Het programma wordt overigens in onderdelen aanbesteed. Het voorstel om kennis over de bestaande regelingen, zoals de matchingsregeling en de SEED-regeling van Economische Zaken te vergroten vind ik een goede suggestie. Ik zal dit opnemen in de opdracht die ik aan de uitvoerder van het kennisprogramma geef. In de motie wordt gesproken over het compenseren van de gevolgen van bezuinigingen, maar daarop volgt in de motie dat dit moet gebeuren door de kennis in het veld te vergroten. Ik moet daarbij wel aantekenen dat het wat mij betreft niet een compensatie in financiële zin is. Als ik de motie mag lezen als een verzoek aan de regering om deze informatie te verstrekken aan de sector over andere regelingen dan de innovatieregeling, laat ik ook over deze motie het oordeel graag aan de Kamer.

Drie moties zijn ingediend door de geachte afgevaardigde mevrouw Peters. In mijn reactie op de eerste motie spreek ik namens de collega van EZ, maar wij spreken sowieso allen met één mond. Het kabinet zal op basis van de tender in 2010 bekijken of de SEED-systematiek werkelijk leidt tot totstandkoming van de creatieve fondsen. Als dit niet het geval is, zal bekeken worden of binnen het in ontwikkeling zijnde innovatieprogramma voor de creatieve industrie andere financieringsfaciliteiten kunnen worden aangeboden. We beschouwen derhalve de motie als ondersteuning van het beleid en laten het oordeel erover graag aan de Kamer.

Op de tweede motie van mevrouw Peters is de reactie als volgt. Het kabinet onderkent het belang van ecodesign. Daarover bestaat geen verschil van mening. In verschillende innovatie-instrumenten bestaat daarom ruimte voor initiatieven, gericht op duurzame innovaties. De minister van EZ heeft toegezegd om de Kamer voor het AO over innovatie daarover te informeren. Dat geldt ook voor de SEED. Een deel van de huidige SEED-fondsen richt zich reeds op duurzame innovaties. De regeling wordt nu opengesteld voor fondsen die zich op creatieve starters richten, naast de al bestaande innovatieve technostarters. In verreweg de meeste gevallen zullen de bedrijven in duurzame innovatie en ecodesign in principe ook voor investeringen via de SEED-fondsen in aanmerking komen. De investeringsbeslissing is overigens aan het SEED-fonds zelf. Kortom, het kan en het gebeurt. De minister van EZ wil ook nog meer voorlichting geven, maar wil de regeling nu niet veranderen om voorrang te geven aan green design, zoals in de motie wordt gevraagd. Daarom ontraadt de minister de motie.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

In de motie wordt niet gevraagd om de regeling aan te passen, maar om bij de bekendstelling van de nieuwe tender, waaraan de creatieve industrie voor het eerst mee mocht doen, aandacht te vragen voor green design of ecodesign.

Minister Plasterk:

Ik denk dat ik geheel in mevrouw Peters' geest handel als we de motie lezen zoals nou door haar is toegelicht. Het is nadrukkelijk mogelijk om hiervoor aandacht te vragen. Met die toelichting van mevrouw Peters laat ik graag het oordeel over de motie aan de Kamer. Als de bliksem mij hier treft, heb ik een onjuiste beslissing op dit punt genomen.

De derde motie van mevrouw Peters ontraad ik wel. Daarin wordt gevraagd over fiscale stimulansen. Waar komt dat vandaan en wie dekt dat? Dit is dus een ongedekte motie, waarover in ieder geval communicatie met de staatssecretaris van Financiën moet zijn. Sowieso is de neiging dat we eerst maar eens moeten bekijken wat de openstelling van de SEED-regeling oplevert. Deze motie ontraad ik dus wel.

De voorzitter:

Ik sta een interruptie alleen toe als u iets niet begrepen heeft, mijnheer Van Leeuwen.

De heer Van Leeuwen (SP):

Ik heb een vraagje aan de ondertekenaars van de eerste motie, mede naar aanleiding van de minister. Kan dat heel kort?

De voorzitter:

Oké, heel kort.

De heer Van Leeuwen (SP):

Zoals de minister aangeeft, hebben wij dit in het overleg van 1 oktober uitgebreid gewisseld. Wat in de motie gevraagd wordt, gebeurt reeds. De uitwerking komt naar de Kamer. Daarom vraag ik de indieners van de motie om deze motie in te trekken. Ik vind het een beetje overbodig om daarover te stemmen.

De voorzitter:

Wil de heer Leerdam daarop reageren?

De heer Leerdam (PvdA):

Wij trekken de motie niet in. Wij hebben in het AO al heel duidelijk gezegd dat wij, ongeacht de reactie van de minister en de staatssecretaris en gezien het antwoord van de minister, de druk op de ketel willen houden. Daarom handhaven we deze motie.

D De beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven