Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 18 juni 2009 over besluiten kerndoelen onderwijs.

De voorzitter:

Ik wijs erop dat wij in de aanloop naar het zomerreces vandaag het kerstregime toepassen. Dat betekent dat u alleen maar moties mag indien en die niet kunt toelichten. Ik zeg dit nog even voor de duidelijkheid, want ik vind het helemaal niet prettig als ik u meteen moet afkappen.

De heer Jan Jacob van Dijk (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Vorige week hebben wij een algemeen overleg gevoerd. Tijdens dat debat is een discussie ontstaan over het woord "inspiratiebron" en zijn wij tot de conclusie gekomen dat dit moest worden veranderd. Om die reden dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat de Canon van Nederland een waarborg voor gedeelde kennis van geschiedenis is en een waardevolle bijdrage levert aan de invulling van de tijdvakken zoals verwoord in kerndoel 52;

van mening dat de canon behoort te dienen als uitgangspunt ter illustratie van de tien tijdvakken;

beseffende dat scholen niet altijd elk individueel venster kunnen behandelen in het onderwijs en dat zij hun eigen accenten willen (blijven) aanbrengen in het geschiedenisonderwijs;

constaterende dat de terminologie in de voorgestelde AMvB niet bij iedereen tot tevredenheid leidde;

verzoekt de regering om de AMvB zo te wijzigen dat het woord "inspiratiebron" wordt vervangen door "uitgangspunt ter illustratie", waar scholen bij de inrichting van het onderwijsprogramma niet aan voorbij behoren te gaan, en dienovereenkomstig de Toelichting aan te passen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jan Jacob van Dijk, Kraneveldt-van der Veen, Anker en Van der Vlies. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 2(31972).

De heer Van der Ham (D66):

Mevrouw de voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat de Canon van Nederland een waarborg voor gedeelde kennis van geschiedenis is en een waardevolle bijdrage levert aan de invulling van de tijdvakken zoals verwoord in kerndoel 52;

overwegende dat scholen en docenten vrij zijn om in mate van aandacht te prioriteren binnen de Nederlandse canon, of inhoud toe te voegen;

verzoekt de regering om de AMvB zo te wijzigen dat het woord "inspiratiebron" wordt vervangen door "uitgangspunt", waar scholen bij de inrichting van het onderwijsprogramma niet aan voorbij behoren te gaan, en dienovereenkomstig de Toelichting aan te passen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Ham. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 3(31972).

Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Nederlandse canon de 50 belangrijke gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis omvat die alle leerlingen zouden moeten kennen;

van mening dat het "wat" door de overheid moet worden vastgelegd en niet slechts als "inspiratiebron" voor het onderwijs mag dienen;

verzoekt de regering, de canon alsnog verplicht te stellen, zodat de Nederlandse identiteit kan worden doorgegeven aan de volgende generatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dezentjé Hamming-Bluemink en Bosma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 4(31972).

Minister Plasterk:

Mevrouw de voorzitter. Ik denk dat ik voor de inhoudelijke discussie kan verwijzen naar het uitgebreide algemeen overleg dat hierover is gevoerd. Ik heb daarin gezegd dat ik goed gehoord heb dat uw Kamer de woordkeuze zoals die nu in de AMvB voorligt, een snippertje te vrijblijvend vindt. Ik heb bovendien erkend dat de heer Van Leeuwen heeft gezegd dat het woord "inspiratie" ook iets onaangenaams heeft, omdat de overheid van alles mag vaststellen over wat men zou moeten leren, maar nu net niet gaat over wat iemand als inspiratie zou moeten ervaren. Ik meen dat het goed is dat voor een andere formulering wordt gekozen. Het is van belang dat er geen vrijblijvendheid is. Scholen kunnen dus niet zeggen: de canon, daar zijn wij niet van. Tegelijk wordt scholen de ruimte geboden om niet alle vensters tot in detail als verplichte kost op te nemen. Bovendien heb ik gezegd dat de regering hecht aan een groot draagvlak in deze Kamer als wij de scholen verplichten om iets op het gebied van geschiedenis te doen, omdat geschiedenis vooral iets te maken heeft met het zelfbeeld van de samenleving. Voor mij gaat het dus om meer dan alleen om het tellen van de neuzen.

Ik constateer dat de motie die door de heer Jan Jacob van Dijk en de zijnen is ingediend aan het voorgaande voldoet. Daarmee wordt het woord "inspiratiebron" vervangen door "uitgangspunt ter illustratie" en de toelichting van de AMvB zo aangepast dat ook wordt gezegd dat de scholen aan dat uitgangspunt niet voorbij behoren te gaan. Ik hoop dat ik de motie zo goed weergeef. De scholen kunnen wel zelf accenten aanbrengen. Het oordeel over deze motie laat ik graag aan de Kamer.

Wanneer de Kamer deze motie zou aannemen, ben ik bereid om de AMvB zoals die nu luidt niet in werking te laten treden en om met een nieuwe AMvB te komen. Daarvoor zal overigens weer wel een voorhangprocedure moeten gelden. De nieuwe AMvB moet voor advies naar de Raad van State worden gestuurd en zal vervolgens bij de Kamer in de voorhangprocedure komen. Als deze motie wordt aangenomen, zal het dus even duren voordat de AMvB in werking treedt.

Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):

Voorzitter. De minister laat het oordeel over deze motie aan de Kamer. Met de motie wordt het woord "inspiratiebron" vervangen door "uitgangspunt ter illustratie". In mijn ogen wordt er nu een slap verhaal gehouden. Twee jaar geleden jubelde de minister: de canon moet in de kerndoelen. Is nu voor de minister het enige punt dat het een beetje vervelend is dat de grootste coalitiepartner een andere mening heeft? Heeft de minister daardoor slappe knieën gekregen? Wat heeft hem van opvatting doen veranderen?

Minister Plasterk:

Voorzitter. Ik probeerde juist te voorkomen dat wij het debat van een week geleden herhalen, maar als de Kamer dat wil, doen wij dat.

De voorzitter:

We kunnen toch wel een vraag stellen. Ik verzoek u dan ook om op deze interruptie in te gaan.

Minister Plasterk:

Ik heb aangegeven dat het naar mijn mening goed is dat de canon dient als uitgangspunt ter illustratie van de tien tijdvakken en dat op die manier de canon in de kerndoelen wordt opgenomen. Dat is nu namelijk het geval. Die wordt daarin echter niet opgenomen op de manier die met de motie van mevrouw Dezentjé wordt voorgesteld. Daarmee wordt namelijk gezegd dat die als zodanig verplicht is. Ik vind dat je daarmee alles net iets te veel dicht beitelt. Een school kan bijvoorbeeld zeggen dat het onderwerp Spinoza vanwege haar leerlingenpopulatie te abstract is en de school zou het daarom kunnen laten voor wat het is, maar dan komt niet de canonpolitie langs met de mededeling: u bent op grond van de AMvB verplicht om Spinoza op de aangegeven manier te behandelen. Er is dus een subtiel verschil tussen de motie van mevrouw Dezentjé en die van de heer Jan Jacob van Dijk. Aanneming van de motie van mevrouw Dezentjé ontraad ik. Over de motie van de heer Jan Jacob van Dijk laat ik het oordeel graag aan de Kamer.

Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):

Ik stel vast dat u twee jaar geleden mijn motie met klem zou hebben aangeraden. Nu ontraadt u aanneming ervan. Ik betreur het echt dat u twee jaar geleden zei: "de canon moet in de kerndoelen, dat wordt verplicht", en nu opeens om onduidelijke redenen een andere mening bent toegedaan. Waarschijnlijk bent u gezwicht voor de druk van het CDA. Ik betreur dat.

De voorzitter:

Dit was meer een constatering dan een vraag.

Minister Plasterk:

Laat ik dan nog een keer constateren dat de canon hiermee in de kerndoelen wordt opgenomen en dat wij daarmee datgene doen wat ik destijds al als wenselijk heb aangemerkt.

Het verschil tussen de eerste twee moties is subtiel en betreft het weglaten van de woorden "ter illustratie". Ik meen dat het juist nuttig is om aan te geven dat naast de tien tijdvakken die al tot de kerndoelen behoren de vijftig vensters ter illustratie dienen. Ik meen dus dat de woordkeus een heel verstandige is. Nogmaals, als op deze manier de canon is vastgelegd in de kerndoelen, kan men daaraan bij het geven van onderwijs niet voorbijgaan. Ik ontraad aanneming van de tweede motie.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Ik zou graag zien dat als wij volgende week over de moties stemmen, eerst de motie van mevrouw Dezentjé Hamming aan de orde komt en daarna die van mij en vervolgens de lichtste motie, namelijk die van de heer Jan Jacob van Dijk.

De voorzitter:

Als u dat graag wilt, mijnheer Van der Ham, dan gaan wij dat natuurlijk regelen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik maak de leden erop attent dat over de ingediende moties aanstaande dinsdag wordt gestemd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven