Aan de orde is de heropening van het debat over protectionisme en steunmaatregelen G20, en over:

- de motie-Gesthuizen over inzetten op akkoorden die geen rem vormen op de ontwikkeling (31371, nr. 206);

- de motie-Gesthuizen over criteria op het gebied van mensen- en arbeidsrechten, dierenwelzijn en milieu (31371, nr. 207);

- de motie-Ten Hoopen/Gesthuizen over voorwaarden waaronder bedrijven in moeilijkheden kunnen worden geholpen (31371, nr. 208);

- de motie-Graus over lastenverlaging voor Nederlandse burgers en het Nederlandse bedrijfsleven (31371, nr. 209);

- de motie-Thieme over specifieke non-trade concerns op het gebied van dierenwelzijn (31371, nr. 210);

- de motie-Thieme over beschermen van lokale markten in ontwikkelingslanden (31371, nr. 211).

(Zie vergadering van 17 juni 2009.)

De voorzitter:

Ik zie dat de minister van Economische Zaken er al is. Ik heet haar van harte welkom.

Het woord is gevraagd door mevrouw Gesthuizen en de heer Ten Hoopen. Ik hoop dat zij zich zeer kunnen beperken in hun bijdrage.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Tijdens het debat over protectionisme en steunmaatregelen vorige week was de zorg over protectionisme in de Kamer breed gedeeld. Maar er was ook zorg over de verhouding binnenlands tussen grootbedrijf en kleinbedrijf. Een aantal Kamerleden ontvangt al geruime tijd signalen over mkb-bedrijven die in de knel komen doordat grote bedrijven schijnbaar eindeloos de betalingstermijn weten op te rekken. Het midden- en kleinbedrijf staat in zulke gevallen veelal machteloos. Grote bedrijven hebben vaak een machtspositie en op die manier allerlei mogelijkheden om de betalingstermijn op te schroeven, soms zelfs naar 102 dagen. Dat moeten u en ik proberen als wij bij een winkel bepaalde zaken willen kopen, dat wij over drie maanden eens een keer komen betalen. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de overheid bedrijven sneller gaat betalen;

constaterende dat ook grote ondernemingen met inkoopmacht soms in staat zijn om eenzijdig betalingsvoorwaarden van mkb-leveranciers te dicteren;

constaterende dat de mkb-leveranciers, mede door de recessie, in de problemen komen door de lange betalingstermijnen van andere bedrijven;

verzoekt de regering, te onderzoeken hoe deze positie van het mkb versterkt kan worden en hierbij inkorting van de betalingstermijnen van bedrijven en de mogelijkheid om betaling van wettelijke rente bij betalingsachterstanden te verplichten mee te nemen en de Kamer daarover zo snel mogelijk maar in ieder geval voor 1 oktober 2009 te berichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Gesthuizen, Ten Hoopen en Smeets. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 217(31371).

De heer Elias (VVD):

Hoe verhoudt de inhoud van deze motie zich tot de contractvrijheid?

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Die contractvrijheid kennen wij inderdaad allemaal. Daarom stellen de indieners van de motie ook voor dat de minister dit eerst goed onderzoekt. Daarvoor is helaas ook wat tijd nodig. Persoonlijk zou ik het liefst zien dat volgende week een eind wordt gemaakt aan die verschrikkelijk lange betalingstermijnen en dat kleine leveranciers niet meer onder druk worden gezet: wij halen jullie producten uit de schappen. Dat is echter niet mogelijk. Er moet een goed onderzoek komen dat ook ingaat op het punt dat de heer Elias maakt. Contractvrijheid is er; het is ook een groot goed. Als mensen van de wettelijke termijn van 30 dagen willen afwijken waarna rente verplicht is, moet dat kunnen. Maar wij erkennen hier allemaal dat er sprake is van inkoopmacht, met name bij de grotere winkelketens. Die kunnen daarmee kleine leveranciers ernstig onder druk zetten. Ik vind dat het dan een taak is voor de politiek om, als dergelijke praktijken aan de gang zijn, daaraan een einde te maken.

De heer Ten Hoopen (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Vorige week werd al duidelijk dat het kabinet protectionisme stevig wil bestrijden. Dat is goed nieuws voor onze bedrijven en het is ook goed nieuws voor onze open economie.

De CDA-fractie krijgt veel klachten dat grote bedrijven zoals Albert Heijn, V&D en Wehkamp te laat betalen. Kleine leveranciers krijgen te horen dat de betalingstermijn wordt verlengd naar bijvoorbeeld naar 90 dagen en de rente wordt vaak niet vergoed. Als het de kleine leverancier niet bevalt, zoekt het grote bedrijf wel een andere leverancier. Het is dus slikken of stikken. De CDA-fractie wil dat aan deze praktijk een einde komt. Daarom heb ik deze motie mee ingediend. Een van de mogelijkheden is om grote bedrijven te verplichten na 30 dagen wettelijke rente te betalen. Wij zijn dan ook zeer benieuwd naar de voorstellen van de minister.

Vorige week hebben wij samen met de SP-fractie een andere motie ingediend. Veel bedrijven hebben het moeilijk door de recessie. Als zij aankloppen bij de overheid, wil de CDA-fractie dat het vooraf duidelijk is wat de overheid wel en niet kan doen.

De kritiek van de VVD-fractie vind ik eerlijk gezegd belachelijk en ook nogal tegenstrijdig. Waar was de VVD-fractie toen EZ als regisseur optrad bij NedCar? Nog deze week eiste de VVD-fractie op hoge toon dat de deeltijd-WW wordt voortgezet. Dit zijn twee voorbeelden van steun aan bedrijven en dat is nu precies waar de motie van de CDA-fractie over gaat. Mijn fractie wil, net als bij de deeltijd-WW, zeer terughoudend zijn met overheidssteun aan bedrijven. Wij zijn geen voorstander van ouderwets industriebeleid en wij zien dan ook uit naar het onderzoek van de minister.

De heer Elias (VVD):

Dit vraagt natuurlijk om enig weerwoord, maar daar is zeer weinig tijd voor. Het verzet van mijn fractie richtte zich op het feit dat wij 25 jaar geleden, na pijnlijke en indringende gesprekken naar aanleiding van de parlementaire RSV-enquête, afscheid hebben genomen van steun aan individuele bedrijven die anders een paar jaar later zouden omvallen. Wij hebben ook afscheid genomen van het geven van een perverse prikkel aan management dat denkt zijn hand te kunnen ophouden bij de EHBO-post aan de Bezuidenhoutseweg te Den Haag, oftewel het ministerie van Economische Zaken. Het zijn principiële uitgangspunten en daar moeten wij geen loopje mee nemen.

De heer Ten Hoopen (CDA):

Uiteraard moeten wij daar geen loopje mee nemen. Het zijn generieke maatregelen en het ging om generieke criteria. Als de VVD-fractie zo principieel is zoals zij nu zegt, dan had zij in het kabinet waarin zij zitting had, ook de weg niet moeten bewandelen die is gevolgd bij NedCar. Dan had zij de afgelopen week ook niet zo'n grote mond moeten hebben over de deeltijd-WW, die direct moest worden verlengd.

Minister Van der Hoeven:

Voorzitter. Ik begin met de motie die is ingediend door mevrouw Gesthuizen. Ik deel haar constatering dat de mkb-leveranciers problemen ondervinden door late betalingen door afnemers. De motie raakt in het algemeen aan de positie van mkb-ondernemers ten opzichte van de grotere afnemers. Naar aanleiding van eerdere debatten wilde ik een beeld krijgen van de aard en de omvang van het misbruik van inkoopmacht. Mijn onderzoek richtte zich vooral op het eenzijdig en achteraf wijzigen van eerder overeengekomen betalingstermijnen en dat is precies waar de motie naar vraagt.

Als het onderzoek daartoe aanleiding geeft, zal ik zeker bekijken in hoeverre wij iets kunnen doen aan de bestaande knelpunten. Overigens wordt hier ook op Europees niveau aan gewerkt. Er is een nieuw richtlijnvoorstel, dat "Late betalingen" heet. Daarin is een bepaling opgenomen die overheden verplicht een voorziening te treffen om onredelijke contracten tussen bedrijven buitenspel te zetten. De onderhandelingen over dit voorstel zijn recent gestart. Ik steun de intentie van de motie om de positie van het mkb te versterken.

De motie dringt aan op haast en stelt twee concrete suggesties voor. Ik geef mee dat ik op voorhand geen groot voorstander ben van het inperken van betalingstermijnen door de overheid, want contractvrijheid is belangrijk voor het vrije ondernemerschap. Partijen waarbij marktmacht helemaal niet aan de orde is, moeten de contractvrijheid hebben om een betalingstermijn af te spreken. Het gaat om misbruik van machtsposities. Ik heb daar goed naar geluisterd. Ik hoop de Kamer in ieder geval voor 1 oktober te kunnen informeren over de uitkomsten van het onderzoek en de eventuele oplossingsrichting. Ik neem de door mevrouw Gesthuizen geschetste oplossingen daarin mee. Ik weet alleen niet of ik het voor 1 oktober haal. Dat heeft te maken met de duur van het onderzoek, dat deze zomer van start gaat. Ik kom liever met een concreet verhaal naar de Kamer na 1 oktober, maar dan wel voor de behandeling van de begroting van Economische Zaken – dan kan het daarin meegenomen worden – dan met een half verhaal voor die datum. Dat is eigenlijk het enige punt waar ik nog wat zorgen over heb. De urgentie is in elk geval duidelijk en dat wij vaart moeten maken is ook duidelijk.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Dat is prima. Laat de minister het aan de Kamer weten als zij het niet dreigt te halen? Dan hoeven wij niet voor 1 oktober weer aan de bel te trekken.

Minister Van der Hoeven:

Dat is goed. Als ik constateer dat ik die datum van 1 oktober niet haal, geef ik de Kamer een seintje en dan kan ik waarschijnlijk ook aangeven wanneer het wel kan. Ik hecht er namelijk net als u aan dat dit goed geregeld wordt. Het oordeel over de motie laat ik aan de Kamer.

Dan de herziene motie van de heer Ten Hoopen. Daar hebben we de eerste ronde al voor gehad vorige week. Het is een relevante kwestie. Hoe ga je als overheid om met de situatie dat grote bedrijven dreigen om te vallen in een uitzonderlijke economische crisis, bedrijven die van betekenis zijn voor de economie? Wat doe je als die voor steun bij de overheid aankloppen? Wij hebben de situatie rondom de banken gehad. Die banken zijn met directe overheidssteun individueel geholpen. Daar moeten wij onze ogen niet voor sluiten. Als het gevaar bestaat dat door een tijdelijke crisis van uitzonderlijke omvang – dit is de ernstigste crisis die we gehad hebben sinds lange tijd – bedrijven die een normale recessie zouden overleven, om gaan vallen en dit leidt tot een structureel verlies aan innovatie- of duurzaamheidscapaciteit van de Nederlandse economie, dan staan wij voor een situatie die het belang en het voortbestaan van een individueel bedrijf overstijgt. Wat doe je dan? In de motie wordt uitdrukkelijk geen oproep gedaan voor individuele steun. De motie spreekt van terughoudendheid en zorgvuldigheid. Het gaat erom bedrijven transparantie te geven over de manier waarop zij het beste een steun in de rug kunnen krijgen. Die ondersteuning kan op heel veel manieren. Wij doen al een aantal dingen. Ik noem de kredietgarantieregelingen en de regeling om kenniswerkers tijdelijk bij kennisinstellingen onder te brengen. Dit zijn twee voorbeelden van generieke maatregelen die bedoeld zijn voor in essentie gezonde bedrijven met toekomstperspectief. Dat wil niet zeggen dat een dergelijke generieke maatregel voor iedereen openstaat, want ook daar is een aantal criteria aan verbonden.

Helder is dat de ondersteuning die wij geven generiek moet zijn, moet passen binnen de kaders van staatssteun en niet gericht moet zijn op het overeind houden van bedrijven zonder toekomstperspectief. Dan speelt ook een rol wat een bedrijf of het management zelf heeft gedaan om overeind te blijven. Ik snap de wens om daar vooraf wat meer helderheid over te krijgen. Dat moet nu gebeuren en niet op het moment dat de bedrijven aan de deur staan te kloppen, want dat leidt tot ad-hocbeslissingen en wat dat betreft hebben we toch in het verleden ons lesje wel geleerd. Ik laat het oordeel over deze motie over aan de Kamer. Ik zal het kabinet zo snel mogelijk na het reces daarover informeren, waarbij ik nu wel al kan aangeven dat ik de voorbereiding ervan uiteraard doe in goed overleg met de collega's van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor haar antwoorden. Volgende week dinsdag wordt over de moties gestemd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven