Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Jager, voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat.

De heer Jager (CDA):

Voorzitter. Namens de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat wil ik u vragen om het verslag van het algemeen overleg over het MIRT op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik constateer dat geen van de leden hierover het woord wenst te voeren. Wij zullen dit VAO dus toevoegen aan de plenaire agenda. Ik vind het prachtig dat al voordat wij hebben gestemd, deze aanbeveling uit het rapport Vertrouwen en zelfvertrouwen wordt uitgevoerd.

Het woord is aan de heer Van Haersma VoorzitterBuma.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voorzitter. Namens de heer Haverkamp verzoek ik om een spoeddebat met de minister van Defensie over een onderzoek naar de inzet van militaire beveiligingsteams aan boord van Nederlandse koopvaardijschepen, dit naar aanleiding van de brief van de minister van Defensie van 23 juni jongstleden.

De voorzitter:

Is er steun voor dit verzoek?

De heer Boekestijn (VVD):

Dit is heel merkwaardig. Wij hebben maandag een AO over Somalië, helemaal gewijd aan dit onderwerp. Dan hebben wij ook veel meer spreektijd. Ik ben het met de CDA-fractie eens dat wat de minister van Defensie nu doet, niet goed is. Wij kunnen tijdens het AO echter helemaal losgaan, lijkt mij.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ook de SGP-fractie zou dit punt graag aan de orde willen stellen bij het overleg dat voor maandag gepland staat. Dit overleg gaat over Somalië. Bovendien zijn de relevante bewindslieden hierbij aanwezig.

De heer Van Dam (PvdA):

Voorzitter. Ik sluit mij daar graag bij aan. Het overleg van maandag lijkt mij een prima gelegenheid om dit punt te bediscussiëren. Het zou zonde zijn van de volle agenda om hieraan nog een debat toe te voegen, terwijl wij dit debat eigenlijk al gepland hebben.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Voorzitter. Daar sluit ik mij bij aan.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Daar sluit ik mij ook bij aan.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Ik sluit mij hier ook bij aan.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Mag ik ook ...

De voorzitter:

Dat ik u niet gezien heb, mijnheer Pechtold!

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. De procedure van de CDA-fractie verbaast mij. Als andere partijen in een procedurevergadering hun zin niet krijgen, is de CDA-fractie er altijd als de kippen bij om hen daarop te wijzen. Ik snap best dat, nu in het AO hiervoor geen ruimte gegeven is, de CDA-fractie deze omweg zoekt. Ik wil de CDA-fractie evenwel adviseren om een en ander geknipt bij het AO over Somalië te behandelen. Ik geloof dat ik zelf voorzitter van deze vergadering zal zijn, dus volgens mij moet dit best lukken.

De voorzitter:

Mijnheer Van Haersma Buma, u hebt gewoon 30 leden als u dat wilt. Immers, uw fractie heeft zo veel leden. Zou u willen reageren op de collega's?

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ja, dat wil ik wel doen. Voor de CDA-fractie is het punt – de heer Haverkamp heeft dit volgens mij in de procedurevergadering ook aangegeven – dat tijdens het AO ook de artikel 100-brief wordt besproken. Wij vinden het procedureel niet juist om dit onderwerp te koppelen aan de artikel 100-brief. Dat is in de procedurevergadering gewisseld. Volgens mij is dit niet zo'n merkwaardig verzoek. Je zou dit kunnen voorkomen door deze vergadering in tweeën te knippen: een AO over het door mij genoemde onderwerp en meteen daarna of andersom een AO over de artikel 100-brief. Tot onze verbazing was hier in de procedurevergadering geen meerderheid voor. Wij vinden dit een serieus punt. Dat is de reden dat ik nu een spoeddebat aanvraag. Als de overige leden – ik stel vast dat een aantal leden vergelijkbare opmerkingen maken – nu menen dat het wel mogelijk is om beide onderwerpen apart te behandelen, dan vind ik dat ook een juiste manier van behandelen, zeker gelet op de inderdaad volle agenda.

De heer Van Dam (PvdA):

Wij hebben morgen een procedurevergadering, dus nog ver voor maandag. Misschien kunnen wij deze kwestie morgen bespreken in de commissie. Dat scheelt u en ons tijd.

De voorzitter:

Als u het nu snel eens met elkaar kunt worden en allemaal meewerkt, is het probleem opgelost.

De heer Van der Staaij (SGP):

Even een praktische opmerking. Wij gaan plenair natuurlijk niet over een al dan niet geknipte behandeling.

De voorzitter:

Natuurlijk niet.

De heer Van der Staaij (SGP):

Dat weten wij allemaal, maar om het even praktisch te regelen: voor ons is het geen enkel probleem om het op die manier te doen.

De voorzitter:

Ik zie iedereen begripvol knikken. Wij gaan het zo doen.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Dan trek ik het verzoek nu in, in de verwachting dat in de procedurevergadering hierover in wijsheid wordt besloten.

De voorzitter:

Daar kunnen wij van uitgaan, lijkt mij.

Het woord is aan mevrouw Van Gent.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Wij hebben een brief gekregen van de minister van Financiën over de kredietverlening. Volgende week hebben wij hierover een spoeddebat. Ik zou de minister van Financiën graag om een aanvullende brief willen vragen. Deze zou moeten gaan over het bericht in de Volkskrant van vandaag dat bewoners van bepaalde wijken, de zogenaamde Vogelaarwijken, uitgesloten worden van hypotheken. Ik wil deze aanvullende brief graag ontvangen voor het spoeddebat over de kredietverlening dat, naar ik begrepen heb, dinsdag plaatsvindt. Ik zou het redelijk vinden als wij uiterlijk vrijdag deze informatie krijgen. Ik doe dit verzoek mede namens de heer Depla van de Partij van de Arbeid.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer De Roon.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Gisteren is bij het debat over de Europese Top een aantal moties ingediend die betrekking hebben op Iran. Ik vraag u, deze moties morgen al in stemming te brengen. Ik vraag dit, omdat komend weekend de Europese ministers van Buitenlandse Zaken zullen beraadslagen over de vraag hoe de verdere opstelling ten opzichte van Iran zal moeten zijn.

De voorzitter:

Ik stel voor, te voldoen aan het verzoek van de heer De Roon. Dat komt heel mooi uit, want u moet hier morgen toch allemaal zijn omdat wij afscheid nemen van de heer Van de Camp en de heer Madlener. Mooier kon eigenlijk niet, want u was er toch al allemaal.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

Naar boven