Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van een van de volgende weken:

  • - het wetsvoorstel Implementatiewet EG-richtlijn infrastructuur ruimtelijke informatie (31771);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met de integratie van hoofdstuk 3 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in de Wet op het kindgebonden budget (31772);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van diverse wetten op de beleidsterreinen van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in verband met het herstellen van wetstechnische gebreken en leemten, alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard (31750);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met onder meer de erkenning en de financiering van de publieke omroep (31804);

  • - het wetsvoorstel Bevordering duurzame arbeidsinschakeling jongeren tot 27 jaar (Wet investeren in jongeren) (31775).

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van een wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

maandag 23 maart 2009

  • - van 10.15 uur tot 15.00 uur van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de Voedingsnota (31532).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in het Strategisch Overleg Informatievoorziening, ons STOI, het lid Neppérus tot lid in plaats van het lid Zijlstra. Ik zou haast de heer Zijlstra feliciteren, maar dat gaat misschien wat ver. Misschien zou ik mevrouw Neppérus moeten feliciteren.

De heer Aptroot (VVD):

Ik zou die opmerking haast serieus nemen en denken dat het verder regelen van de zaken rondom onder meer automatisering toch niet goed zou komen.

De voorzitter:

Dan zoekt u er meer achter. U kent mij.

Het woord is aan de heer Brinkman.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Excuses voor mijn stem, want die laat het vandaag een beetje afweten.

De voorzitter:

Het heeft wel iets.

De heer Brinkman (PVV):

U zou mij bijna laten blozen.

De voorzitter:

Als mij dat zou lukken ...

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het gisteren gehouden algemeen overleg over de voortgang van het staatkundig proces op de Nederlandse Antillen op de plenaire agenda te zetten.

De voorzitter:

Wij zullen dit toevoegen aan de agenda van volgende week.

De heer Brinkman (PVV):

Verder wil ik een debat met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat over de staking van buschauffeurs in Ede. Het gaat mij niet alleen om die staking, maar meer in het algemeen over het geweld tegen werknemers in het openbaar vervoer. Ik denk dat er nu echt iets moet gebeuren.

De voorzitter:

Als uw stem het dan maar doet.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Juist om rekening te houden met de stem van de heer Brinkman: binnenkort hebben wij al een debat gepland met deze bewindspersonen en ook met de minister van Justitie. Daarbij staan deze onderwerpen en ook het brede onderwerp van geweld tegen hulpverleners met een publieke taak op de agenda. Ik stel voor, het daaraan toe te voegen. Als het debat eventueel iets naar voren kan worden gehaald, dan sta ik daar natuurlijk altijd achter. Ik wil echter geen spoeddebat op dit moment.

Mevrouw Griffith (VVD):

De VVD-fractie sluit zich geheel aan bij de opmerking van de PvdA-fractie.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dat laatste lijkt ons een goed idee. Als het kabinet nog wil reageren op hetgeen zich daar nu afspeelt, dan moet het dat maar in een brief doen. Die brief kan dan betrokken worden bij het overleg dat binnenkort plaatsvindt.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

Ik sluit mij ook aan bij de opmerking van mevrouw Kuiken.

De heer Roemer (SP):

De SP-fractie vindt het ook te belangrijk om in een spoeddebat te behandelen. De heer Brinkman zegt nu dat hij er een gewoon debat van wil maken. Dit vind ik sowieso al een verbetering; wat mij betreft mag het in een gewoon debat. Als er echter al een debat gepland staat, laten wij het daarin dan goed agenderen en daar volop spreektijd voor nemen, opdat wij het goed kunnen bediscussiëren.

De heer Brinkman (PVV):

Ik wil mij aansluiten bij het verzoek van de fractie van GroenLinks om dan in elk geval een brief van de regering te mogen ontvangen, die specifiek gaat over deze problematiek, opdat wij de inhoud ervan bij het debat kunnen betrekken.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg over het rookverbod op de plenaire agenda te plaatsen.

Mevrouw Joldersma (CDA):

Ik sluit mij daar op zichzelf bij aan, maar wij hebben afgesproken dat er nog een brief komt. Ik zou die brief graag hebben voordat het VAO plaatsvindt.

Mevrouw Agema (PVV):

Dat vind ik geen goed idee, want die brief komt pas over vier weken. Ik wil graag moties indienen over andere onderwerpen die ter sprake zijn gekomen, dus er is wat spoed bij.

De voorzitter:

Dan gaan wij het volgende week op de agenda zetten. Aldus besloten.

Het woord is aan de heer Dibi.

De heer Dibi (GroenLinks):

Voorzitter. Graag vraag ik namens mevrouw Halsema een debat aan met de minister voor Jeugd en Gezin en de staatssecretaris van Justitie over het feit dat Nederland opnieuw de wind van voren krijgt als het gaat om mensenrechten en met name kinderrechten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Wij zouden graag een reactie van de bewindspersonen krijgen op de berichten die ons daarover bereiken. Als we die reactie hebben, kunnen we bezien of we er een debat over gaan voeren, hier of in de commissie. Dat lijkt mij de juiste volgorde. Hierover zou trouwens een spoeddebat aangevraagd worden, maar dat hadden wij sowieso te krap gevonden voor zo'n groot onderwerp.

Mevrouw Bouchibti (PvdA):

Voorzitter. Buitenlandse Zaken stuurt vandaag het rapport naar de Kamer, daarna komt er een kabinetsreactie. Als wij die reactie afwachten, kunnen wij in de procedurevergadering spreken over de stand van zaken en wat wij eraan gaan doen.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Voorzitter. Ook de VVD-fractie heeft dit standpunt: eerst wachten op de reactie van het kabinet.

Mevrouw Sterk (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie sluit zich aan bij de opmerkingen van de PvdA-fractie.

De voorzitter:

Mijnheer Bouchibti ... ik bedoel mijnheer Dibi.

De heer Dibi (GroenLinks):

Wij hebben allebei Marokkaanse roots.

De voorzitter:

Ja, maar u bent niet getrouwd.

De heer Dibi (GroenLinks):

Nee, nog niet.

De voorzitter:

Dat kan altijd nog.

De heer Dibi (GroenLinks):

Ik hoop dat er snel een brief komt, dan kunnen wij ook snel een debat voeren met beide bewindslieden.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Internationale klimaatwetenschappers zijn momenteel bijeen in Kopenhagen om steun te verlenen aan het grote proces op weg naar een mondiaal klimaatakkoord. In december 2009, dus eind dit jaar, moet dit zijn geregeld. De berichten uit het wetenschappelijke debat zijn bepaald verontrustend. Ze sluiten overigens aan bij geluiden die wij al eerder hoorden over de mondiale klimaatverandering, die vermoedelijk veel sneller en ingrijpender om zich heen grijpt. Morgen is het einde van die conferentie van klimaatwetenschappers voorzien. Ik vraag het kabinet om uiterlijk dinsdag een eerste reactie te geven op deze verontrustende bevindingen van de internationale klimaatwetenschappers. Het heeft mijn grote voorkeur om daar volgende week een normaal debat over te kunnen voeren met de minister van VROM.

De voorzitter:

Laten wij de zaken in de juiste volgorde doen. Uw eerste voorstel was een reactie van het kabinet vóór dinsdag.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Het lijkt mij goed als het kabinet wordt gevraagd om die reactie vóór dinsdag 12.00 uur te geven.

De voorzitter:

Dus wij hebben het nu alleen maar over het eerste voorstel, de reactie van het kabinet.

De heer Van Leeuwen (SP):

Helemaal mee eens, vóór dinsdag.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Hetzelfde.

De heer Madlener (PVV):

Ik wil daar graag iets aan toevoegen, namelijk alle berichten waaruit duidelijk wordt dat er helemaal niet zoiets aan de hand is als het stijgen van de zeespiegel, maar dat de zon veel meer invloed heeft op het klimaat. Kan het kabinet ook daarop reageren? Mijn mailbox zit namelijk vol met allerlei andere berichten dan die de heer Vendrik net naar voren haalde. Ook die andere berichten moeten worden betrokken bij dit wetenschappelijke debat.

De voorzitter:

Ja, maar dat is echt niet iets voor de regeling van werkzaamheden, mijnheer Madlener.

De heer Madlener (PVV):

Het lijkt mij helder dat in de reactie op dit wetenschappelijke debat alle facetten aan bod moeten komen. Nu wordt weer uitsluitend de klimaatgekte naar voren gehaald. Ik wil ook een reactie van het kabinet op de andere kant van het debat, op de berichten van al die wetenschappers die het daar helemaal niet mee eens zijn.

De voorzitter:

Ook uw tekst komt in het stenogram.

Mevrouw Spies (CDA):

Voorzitter. Ik ga akkoord met een reactie, maar ik heb liever een goede reactie dan een snelle reactie. Haastige spoed is zelden goed, dus later dan dinsdag is voor de CDA-fractie bespreekbaar.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voorzitter. Ik kan instemmen met de vraag om een reactie van het kabinet, maar dan wel een gedegen reactie, waarin een soort hoor en wederhoor zit.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Ik stel de heer Vendrik voor dat hij, als die reactie is ontvangen, het tweede deel van zijn voorstel voorlegt.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dat zal ik doen. Staat u mij nog één opmerking toe. Uiteraard wil ook ik graag een gedegen reactie, maar ik wil er ook eentje die op dinsdag in de Kamer landt. Dat is omdat deze wetenschap, die het kabinet mogelijk beschouwt als iets wat gevolgen heeft voor het beleid, onmiddellijk ingrijpt in alle besluitvorming, bijvoorbeeld die van de aanstaande Voorjaarsraad, waarin Europese leiders zullen moeten besluiten over het klimaatbeleid. Ik vraag het kabinet dus echt om een eerste reactie, komende dinsdag, vóór 12.00 uur.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

In het stenogram zit ook de tekst van de heer Madlener. Ik zie zijn opwinding in mijn ooghoek. Die tekst wordt dus ook doorgeleid naar het kabinet en daar komt dan ook een reactie op. Dan weet iedereen weer hoe het werkt.

Het woord is aan mevrouw Snijder-Hazelhoff.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Voorzitter. Ik zou graag namens de VVD-fractie een rappel doen op de onbeantwoorde vragen aan de minister van Landbouw en de staatssecretaris van Financiën over de Vamil-regeling. Ik ga ervan uit dat dit onderwerp op de agenda van het vragenuurtje zal worden geplaatst als de antwoorden er niet voor komende dinsdag zijn.

De voorzitter:

Het is goed dat u dat aanmeldt. Als het antwoord niet op tijd aanwezig is, dan zet u de vragen om in een set mondelinge vragen.

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik heb op 15 januari schriftelijke vragen gesteld over corruptie in de Bijlmerbajes. Ik wil daar graag antwoord op. Mijn voorstel zou zijn om het kabinet te vragen om morgen voor 12.00 uur het antwoord naar de Kamer te sturen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Wij stellen vragen om antwoorden te krijgen. Ik heb op 12 februari vragen gesteld over de handelwijze van het Centraal Administratiekantoor. Ik wil graag antwoord.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Graus voor twee verzoeken.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Ik wil u vragen, twee verslagen op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Wij doen ze stuk voor stuk.

De heer Graus (PVV):

Het eerste is het verslag van het algemeen overleg van hedenmorgen over de dierenopvangproblematiek in Nederland. Het tweede is ...

De voorzitter:

Ik vraag eerst of een van de leden het woord wenst over uw eerste verzoek inzake de opvangproblematiek van de dieren. Dat is niet het geval. Dan zullen wij het toevoegen aan de agenda.

En uw tweede verzoek?

De heer Graus (PVV):

Mijn tweede verzoek betreft het ook heden gehouden algemeen overleg over de liberalisering van de postmarkt.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Ik heb veel behoefte aan een plenair debat over het verslag van dit algemeen overleg. Ik vraag mij alleen wel af hoe een van de leden, die ongeveer tien minuten bij het algemeen overleg aanwezig is geweest, geen kennis heeft genomen van de antwoorden van de staatssecretaris noch van de minister en ook geen notitie heeft genomen van de inbreng van andere Kamerleden, nog voor de afloop van het algemeen overleg kan bepalen dat hij behoefte heeft aan een voortzetting in de plenaire zaal.

De voorzitter:

Als u het niet heel erg vindt, lijkt het mij goed om deze discussie hier niet verder te voeren. Blijkbaar had iemand op twee momenten tegelijkertijd verplichtingen. Dat komt wel eens vaker voor.

Ik stel voor, ook dit VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Krom.

De heer De Krom (VVD):

Voorzitter. Op 26 februari heb ik het kabinet schriftelijke vragen gesteld over genitale verminking. Nu houden wij volgende week woensdag over dit onderwerp een algemeen overleg. Ik zou via u het kabinet willen verzoeken om de antwoorden op die vragen uiterlijk dinsdag 12.00 uur bij de Kamer neer te leggen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Daarmee zijn wij volgens mijn lijst gekomen aan het einde van deze regeling van werkzaamheden.

Wij gaan door met de agenda en daarop staat het VAO vernieuwing rijksdienst. Ik zie dat de minister popelt om hieraan te beginnen.

Naar boven