Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | nr. 52, pagina 4294-4299 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | nr. 52, pagina 4294-4299 |
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
In verband met de afwezigheid van de minister van BZK stel ik voor om de behandeling van het voorstel van wet van de leden Halsema, Kalma en Van der Ham strekkende tot opneming van bepalingen in de Grondwet inzake het correctief referendum (30174) en het voorstel van wet van de leden Kalma, Halsema en Van der Ham houdende regels inzake het raadgevend referendum (Wet raadgevend referendum) (30372) van de agenda van hedenmiddag af te voeren.
Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de brief van de algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie over de subsidiariteitstoets van het voorstel tot herschikking van de richtlijn over energieprestaties van gebouwen.
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Op verzoek van de fractie van GroenLinks benoem ik:
- in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Peters tot lid in de bestaande vacature;
- in de vaste commissie voor Defensie het lid Peters tot lid in de bestaande vacature;
- in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Peters tot lid in de bestaande vacature;
- in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Peters tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Halsema;
- in de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat het lid Halsema tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Gent.
Het woord is aan de heer Roemer.
De heer Roemer (SP):
Voorzitter. Ik zou graag het verslag van het algemeen overleg over Schiphol van 5 februari jongstleden op de agenda willen zetten.
De voorzitter:
Wij zullen dit VAO toevoegen aan de agenda van volgende week.
Het woord is aan de heer Tony van Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Voorzitter. Ik zou het verslag van het algemeen overleg over de bonussen bij ABN AMRO op de agenda willen zetten.
De voorzitter:
Wij zullen dit VAO toevoegen aan de agenda van deze of volgende week.
Het woord is aan de heer Brinkman.
De heer Brinkman (PVV):
Voorzitter. Ik wil het verslag van het algemeen overleg verbetering dienstverlening en vermindering regeldruk op de plenaire agenda zetten, het liefst niet deze week.
De voorzitter:
Wij zullen dit VAO toevoegen aan de agenda van volgende week.
Het woord is aan de heer Brinkman voor zijn tweede verzoek.
De heer Brinkman (PVV):
Voorzitter. Ik wil graag een spoeddebat aanvragen met de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de maffiafamilie Croes in Aruba, die samen met haar adjudant, minister-president Oduber, een prachtig mooi maffia-imperium aan het bestieren is. Dit is naar buiten gekomen door een geheim document ...
De voorzitter:
Volgens mij hebt u het punt al te pakken.
De heer Brinkman (PVV):
U weet niet eens waar het over gaat.
De voorzitter:
U hebt het opgeschreven. Dat kan ik nog net volgen. Uw voorstel graag.
De heer Brinkman (PVV):
Mijn voorstel is om een spoeddebat te houden over een uitgelekt document van de vertegenwoordiger van Nederland op Aruba, waarin duidelijk wordt dat sprake is van een maffiaregering met alles wat erbij hoort.
De heer Remkes (VVD):
Voorzitter. De staatssecretaris heeft ons inmiddels een brief gestuurd. Ik vind die brief allerminst bevredigend. De staatssecretaris moet ons een brief sturen, gericht op wat naar buiten is gekomen. Mijn voorstel zou zijn om die brief toe te voegen aan een reeds afgesproken algemeen overleg op 3 of 4 maart.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Voorzitter. Ik ben het in dit geval helemaal eens met de heer Remkes.
De heer Van Raak (SP):
Voorzitter. Ik heb om die brief gevraagd. De brief is heel slecht. Wij hebben gevraagd waarom er is gelekt en of waar is wat er in de brief staat. Als waar is wat erin staat, hebben wij een groot probleem met Aruba. Wij hebben ook gevraagd wat het betekent dat er vanuit Aruba is gezegd dat er onherstelbare schade is geleden als het gaat om de onderlinge relaties. Daar wordt in de brief niet op ingegaan, maar er loopt ook nog een onderzoek van de staatssecretaris. Laten wij afspreken dat de juiste informatie er ruim een week voor het algemeen overleg op 3 maart is. Dan kunnen wij dat bespreken op 3 maart. Als de informatie niet afdoende is, kan de heer Brinkman opnieuw om een spoeddebat vragen.
De heer Leerdam (PvdA):
Voorzitter. Wij zijn het eens met de heer Remkes en de heer Van Raak.
De heer Van Bochove (CDA):
Voorzitter. Ook de CDA-fractie is het eens met de opvatting van de heer Remkes. De toevoegingen daarbij van de heer Van Raak, voor zover deze gaan om een andere uitwerking, steunen wij ook.
Mevrouw Verdonk (Verdonk):
Voorzitter. Ik begrijp niet waarom er zo veel tijd nodig is om uit te zoeken wat er met dat weekverslag is gebeurd en om antwoord op de vragen te krijgen. Ik vind het schandalig. Ik vind de aantijgingen jegens de Nederlandse overheid, zoals "spionage", schandalig. Ik vind dat er een spoeddebat moet komen.
De voorzitter:
Mijnheer Brinkman, u hebt niet voldoende steun voor een spoeddebat.
De heer Brinkman (PVV):
Nee, voorzitter. Zo gaat dat wat betreft de Antillen, moet ik constateren. Op 3 maart is het algemeen overleg over dit onderwerp. Ik begrijp dat niemand over die maffiaregering wil praten. De enige echte! Hebben wij eindelijk eens een maffiaregering binnen het Koninkrijk bij de kladden en dan gaan wij het er niet over hebben.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik vind het ...
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Voorzitter. Ik voel mij persoonlijk aangesproken. Het is natuurlijk complete onzin. De heer Brinkman denkt dat als hij maar heftige woorden gebruikt, hij wel aandacht zal krijgen. Wij willen hier heel graag over praten, maar wel goed onderbouwd. Dat is een heel redelijke wens. Ik laat dit opgeklopte taalgebruik graag voor rekening van de heer Brinkman.
De voorzitter:
Mijn bedoeling was om te zeggen dat wij bij de regeling van werkzaamheden nooit inhoudelijke debatten voeren en nu dus ook niet. Het gaat nu echt om voorstellen voor de regeling van werkzaamheden. Nee, mijnheer Brinkman, u mag hier niet op reageren. Ik zie u wel staan, maar ik geef u het woord niet. Zojuist heb ik al uitgelegd dat wij proberen geen inhoudelijke debatten te voeren tijdens de regeling van werkzaamheden. Volgens mij word ik hierin door de Kamer gesteund.
Wij zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.
Het woord is aan mevrouw, ik bedoel de heer Graus.
De heer Graus (PVV):
Voorzitter. Ondanks mijn lange haren, wil ik ...
De voorzitter:
U staat niet op mijn lijstje, vandaar. O ja, u staat er toch op. Maar het mag best korter.
De heer Graus (PVV):
Mevrouw de voorzitter ...
De voorzitter:
Ik doel natuurlijk op de lengte van uw inbreng!
De heer Graus (PVV):
Voorzitter. Ik wil graag een van mijn ridderlijke kenmerken zo laten, als u het niet erg vindt.
Ik wil het verslag van het algemeen overleg over trophy hunting, waaronder ook de zwijnenjacht en de hertenjacht op Terschelling vallen, op de agenda plaatsen. Ik wil dit debat graag vandaag nog voeren, inclusief eventuele stemmingen.
De voorzitter:
Ik zie dat mevrouw Thieme hier iets over wil zeggen. Het is haar vast uit het hart gegrepen.
Mevrouw Thieme (PvdD):
Het verzoek van de heer Graus is mij inderdaad uit het hart gegrepen. Ik wilde het net zelf voorstellen.
Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):
Voorzitter. Dit lijkt mij een beetje overdone. Een groot deel van de Kamer heeft net uitvoerig met minister Donner gediscussieerd over de herten. Het lijkt mij overdone om dit over te doen. Mijn fractie voelt daar helemaal niets voor.
De heer Dibi (GroenLinks):
Voorzitter. Wij steunen het verzoek van de heer Graus.
De voorzitter:
Mevrouw Thieme steunde het ook al. Mevrouw Snijder, het is heel ongebruikelijk om in de huidige situatie een VAO niet toe te staan. Het wordt ook aan u toegestaan als u het vraagt. Dat weet u. Bij mondelinge vragen kunnen geen moties worden ingediend en ik heb zomaar het gevoel dat dit de reden is dat er om dit VAO wordt gevraagd. Mijn voorstel is, het VAO direct na de stemmingen te houden. Dan kunt u allen nog niet ver weg zijn als de eventuele tweede stemmingen er zijn.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Koşer Kaya.
Mevrouw Koşer Kaya (D66):
Voorzitter. Ik wil uitstel van het debat over het wetsvoorstel Wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg in verband met de elektronische informatie-uitwisseling in de zorg (31466).
Mevrouw Vermeij (PvdA):
Wij steunen dat verzoek. Wij zouden het debat graag zo snel mogelijk volgende week houden en ook volgende week stemmen.
De voorzitter:
Dat lijkt mij logisch, als het debat nog niet heeft plaatsgevonden.
Mevrouw Agema (PVV):
Het is altijd solidair om een lid te steunen in zo'n verzoek. Wat ons betreft, wordt het afstel, dus het uitstel kan niet lang genoeg duren.
Mevrouw Gerkens (SP):
Ik steun het verzoek van mevrouw Koşer Kaya. Of volgende week stemmingen nodig zijn, is afhankelijk van het verloop van het debat. Wellicht moet er zelfs nog een derde termijn volgen.
De heer Zijlstra (VVD):
Dat moet uit het debat blijken. De VVD-fractie steunt het verzoek, onder voorwaarde dat het volgende week in te passen is en de stemmingen kunnen plaatsvinden, anders moeten wij het debat gewoon morgen voeren.
De voorzitter:
Dat kan ik nooit beloven. Dat weet u.
De heer Zijlstra (VVD):
U hebt altijd heel mooie formuleringen waarmee u toch richting geeft aan dat gevoel.
De voorzitter:
Ik zal mijn uiterste best doen. Is dat voldoende?
De heer Omtzigt (CDA):
Dat is voldoende voor de CDA-fractie om zich aan te sluiten bij de heer Zijlstra en mevrouw Vermeij.
De voorzitter:
In dat geval doe ik helemaal mijn uiterste best, maar ik moet wel altijd gesteund worden door een Kamermeerderheid.
Het woord is aan mevrouw Kant. Zij heeft twee verzoeken.
Mevrouw Kant (SP):
Voorzitter. Mede namens de heer Rutte verzoek ik om een spoeddebat over de maatregelen tegen de crisis, waarop het kabinet zich op dit moment beraadt.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dat is een goed voorstel. Wij steunen dit verzoek.
De heer De Nerée tot Babberich (CDA):
Wij hebben niet zo'n behoefte aan een debat. Wij hebben er veel meer behoefte aan dat het kabinet nadenkt over de maatregelen waarmee het komt. Op het moment dat die daar zijn, horen wij het wel.
De heer Van der Vlies (SGP):
In eerdere ronden van hetzelfde debat is door de bewindslieden toegezegd dat zij een poging zullen doen om eind februari met een eerste verkenning te komen, en in de Voorjaarsnota met definitieve voorstellen. Dat laatste vindt ook mijn fractie te laat. Laten wij ons nu focussen op eind februari. Als er dan een spoeddebat komt – ik begrijp dat daarvoor redenen aan te voeren zijn – laten wij het dan niet deze week maar volgende week plannen. Dan komen die twee lijnen een beetje bij elkaar.
Mevrouw Verdonk (Verdonk):
Ik steun het verzoek van mevrouw Kant. Het kabinet heeft tijd genoeg gehad om maatregelen te verzinnen en te organiseren om de kredietcrisis tegemoet te treden. Als de heer Rinnooy Kan nu al vindt dat dit kabinet erg traag geweest is, dan hoef ik niets meer toe te voegen.
De voorzitter:
Mevrouw Verdonk en alle anderen, probeert u zich alstublieft te beperken tot de regeling en niet op de inhoud in te gaan.
De heer Pechtold (D66):
Ik heb behoefte aan een debat, maar dan wel over voorstellen van het kabinet; dus niet over hetgeen wij over en weer horen over wat de coalitiepartners elkaar onmogelijk maken, maar over wat ze gezamenlijk voorstellen. Ik vermoed, zo luisterend, dat het debat volgende week meer over de inhoud kan gaan dan deze week, maar ik steun het verzoek.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Bij dat laatste sluit ik mij graag aan. Daarnaast wil een appel op het kabinet doen, in navolging van de heer Paas en de heer Rinnooy Kan, dat het echt vaart maakt, zodat wij begin volgende week ook op de hoogte zijn van de maatregelen die het neemt, en dan het debat kunnen voeren.
De voorzitter:
Mevrouw Kant, u had al 30 leden toen u het debat aanvroeg, maar hebt u overwegingen gehoord om bijvoorbeeld het voorstel van de heer Van der Vlies te volgen?
Mevrouw Kant (SP):
Het debat gaat niet over de maatregelen waarmee het kabinet straks komt, maar over het gedoe dat ontstaan is over de aanpak van het kabinet. Wij willen het kabinet ook graag een duwtje in de goede richting geven om met een goede aanpak te komen. Ik ben er helemaal niet gerust op dat dat de weg is waarop het kabinet nu zit. Daarom wil ik het debat deze week houden.
De voorzitter:
Er is steun van 30 leden. Dan ga ik het plannen, met spreektijden van vijf minuten per fractie.
Het woord is opnieuw aan mevrouw Kant.
Mevrouw Kant (SP):
Voorzitter. Mijn tweede verzoek betreft de uitlatingen van een voormalig ambtenaar over de steun aan de oorlog in Irak. Het ging destijds niet om de vraag of Nederland de Verenigde Staten zou steunen, maar om welke argumenten erbij verzonnen moesten worden, aldus de voormalig ambtenaar. Ik wil de minister-president hierover interpelleren.
De heer Van Baalen (VVD):
De VVD-fractie is tegen het opschorten van de rechten van de Kamer, dus zij steunt dit verzoek van harte.
De heer Van Dam (PvdA):
Ik heb het interview ook gezien. Ik gun mevrouw Kant elk debat dat zij hier wil. Wat dat betreft leggen wij haar geen strobreed in de weg. Ik wil echter wel weten of zij dan dezelfde vragen gaat stellen als wij vier jaar geleden hebben gesteld over precies hetzelfde verhaal. Ik neem aan dat zij die kent.
Mevrouw Kant (SP):
Het stelt mij heel erg gerust dat de Partij van de Arbeid een debat over de oorlog in Irak niet wil tegengaan. Vorige week lag die bal nog anders. Dat debat kan er dan gelukkig komen. De zaak is al eerder aan de orde geweest, het gaat over dezelfde persoon en dezelfde casus. De reden waarom wij er toch een debat over vragen is dat het in dit interview om meer gaat dan alleen een incident. Er wordt een cultuur beschreven in het interview dat nu is gegeven. De uitspraken over wat er gaande was, zijn een stuk explicieter dan in het interview een paar jaar geleden.
De voorzitter:
Nee, mijnheer Van Dam. U hebt steun betuigd. Dat is voor mij voldoende om mijn beslissing te kunnen voorbereiden.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Het staat een Kamerlid vrij om van het interpellatierecht gebruik te maken. Het is mij echter onduidelijk of mevrouw Kant nu een interpellatie wenst of een debat, omdat zij zojuist over een debat sprak. Ik zal haar daarin steunen, maar ik zeg er wel bij dat ik vrees voor een rituele dans. De Kamer krijgt namelijk alleen maar antwoord als een meerderheid van de Kamer, dat wil zeggen de coalitie, met ons nieuwsgierig is naar de antwoorden van de regering en die nieuwsgierigheid bij de coalitie bestaat niet meer voor de komende negen maanden. Daar zou ik wel antwoord op willen hebben.
De heer Pechtold (D66):
Ik kan mij ditmaal bij mevrouw Halsema aansluiten. Mijn reden om een debat te steunen, is om vragen te kunnen stellen en om van de coalitie te weten of zij daarop ook antwoorden wenst.
De heer Haverkamp (CDA):
Wij hebben hier vorige week uitgebreid gediscussieerd over de procedure. Ik zou het wel aardig vinden als mevrouw Kant ingaat op de vraag die collega Van Dam heeft gesteld. Zijn fractie heeft in 2005 al vragen over dit specifieke onderwerp gesteld. Die zijn toen beantwoord door de regering. Wat is er nu anders ten opzichte van de discussie die in 2005 is gevoerd?
De voorzitter:
Dat antwoord heb ik gehoord. Wij gaan hier niet verder over de inhoud spreken. Mevrouw Kant, u hebt steun voor uw verzoek om een interpellatie. Wij zullen die dus gaan plannen.
Mevrouw Kant (SP):
Er is nog gevraagd of het ook een spoeddebat kan zijn in plaats van een interpellatie. Als daaraan bij andere Kamerleden behoefte bestaat, vind ik het prima, maar dat wil ik dan wel horen.
De voorzitter:
Dat hoor ik dan van u, neem ik aan.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Ik geloof dat ik het mede namens de heer Pechtold mag zeggen: wij geven u graag uw interpellatierecht, mevrouw Kant.
De voorzitter:
Dan gaan wij het debat plannen, met een spreektijd van vijf minuten.
Het woord is aan mevrouw Peters.
Mevrouw Peters (GroenLinks):
Voorzitter. Ik had twee verzoeken voor de regeling gedaan, maar die zijn inmiddels gewijzigd. Het ene verzoek betrof een plenair debat over de JSF. De vaste commissie voor Defensie heeft inmiddels besloten dat het een spoedig AO volgende week wordt.
Wat betreft het VAO Razeb, dat ik eerder had aangevraagd, is het verzoek om dat aan te houden totdat ik antwoord heb gekregen op nadere schriftelijke vragen die ik daarover aan de regering heb gesteld.
De voorzitter:
Dan voer ik het nu af van de agenda en dan geeft u het aan als het er ooit weer op zou moeten.
Mevrouw Peters (GroenLinks):
Heel graag, dank u wel.
De voorzitter:
Aldus besloten.
Het woord is aan mevrouw Agema.
Mevrouw Agema (PVV):
Voorzitter. Niet alleen de berichtgeving van afgelopen weekend, maar ook de berichten in onze inbox spreken boekdelen. Het aantal zorgovereenkomsten dat eenzijdig door zorginstellingen wordt opgezegd, stapelt zich op. Mijn fractie vindt het een glijdende schaal. Alleen het feit dat je lastige ouders hebt die vragen stellen en willen dat de zorg voor jou goed is, of dat je indicatie wordt verlaagd, kan er niet toe leiden dat de zorgovereenkomst eenzijdig wordt opgezegd. Daarom willen wij graag een spoeddebat.
Mevrouw Leijten (SP):
Hierover verwacht ik nog een antwoord van de staatssecretaris. Zij heeft aangegeven, dit schriftelijk te doen toekomen. Het debat is al heel lang geleden gevoerd. Er staan ook nog vragen van mevrouw Agema open. Ik stel voor dat wij vragen om morgen om 12.00 uur de antwoorden binnen te hebben. Als wij die antwoorden hebben, kunnen wij bekijken of een spoeddebat nodig is, want er moet zeker over gesproken worden.
De voorzitter:
Volgens mij stond er zelfs nog een tweede termijn van dat algemeen overleg gepland of vergis ik me?
Mevrouw Leijten (SP):
Nee, het debat over gehandicapten was vorige week. Dit gaat over een debat van oktober. Dat is dus nog veel langer geleden. Er had al lang geantwoord kunnen worden op die vragen.
De voorzitter:
Ik ben er niet bij geweest; dat is duidelijk.
Mevrouw Van Dijken (PvdA):
Voorzitter. U hebt in zoverre gelijk dat er een tweede debat over het gehandicaptenbeleid is geweest.
Ik wil nog op het volgende wijzen, want ik begrijp dit niet goed. Het gaat nu om een handreiking van vorig jaar zomer. Mij ontgaat dan ook wat de reden kan zijn om een spoeddebat aan te vragen. Het lijkt mij dat met de beantwoording van de vragen waarnaar mevrouw Leijten verwees, er een regulier AO gepland kan worden. Deze informatie is namelijk een halfjaar oud.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Voorzitter. Wij verwachten nog een reactie op enkele punten die tijdens het algemeen overleg over de gehandicaptenzorg aan de orde waren. Als die er is, kunnen wij een VAO plannen naar aanleiding van alles wat er over de gehandicaptenzorg is gewisseld.
De heer Jan de Vries (CDA):
Voorzitter. De CDA-fractie sluit zich aan bij de laatste twee spreeksters.
Mevrouw Agema (PVV):
Voorzitter. Mevrouw Van Dijken zegt dat de handreiking een halfjaar geleden is gedaan, maar het gevolg van die handreiking is wel dat mensen nu hun zorg verliezen, terwijl zij niet zonder die zorg kunnen. Dat is de actualiteit en daarmee is het spoedeisende karakter aangegeven. Het kan namelijk niet zo zijn dat mensen die zorg nodig hebben, die niet krijgen.
Voorzitter. Als er geen meerderheid is voor een spoeddebat kan ik niet anders dan mij daarbij neerleggen. Inderdaad, de vragen over de zorgzwaartepakketten zijn door de staatssecretaris nog altijd niet beantwoord. Als wij die antwoorden voor morgen 12.00 uur kunnen krijgen, zullen wij die informatie bekijken en morgen hierop eventueel terugkomen.
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. Ik wijs er nog op dat ik in het debat juist vragen heb gesteld over de handreiking. De staatssecretaris zou daarop reageren. Die reactie verwacht ik wel voor morgen 12.00 uur te krijgen.
De voorzitter:
Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.
Het woord is aan de heer Zijlstra.
De heer Zijlstra (VVD):
Voorzitter. Twee weken geleden hebben wij gesproken over de Inspectie voor de Gezondheidszorg en over het onderzoek dat de minister heeft aangekondigd naar de rol van IGZ in verband met de neuroloog in Twente. Wij hebben aangegeven dat wij de gevraagde gegevens graag voor 10 februari wilden hebben. Het is 10 februari. De vraag aan het kabinet is: waar blijft de brief? De mensen in de regio zijn nog steeds ontstemd en het einde van de verjaringstermijn van deze kwestie nadert. Daarom is politieke spoed geboden. Wij zouden dan ook graag van het kabinet vernemen wanneer wij deze brief krijgen. Wat de VVD betreft, komt die op zo kort mogelijke termijn.
De voorzitter:
Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Ik geef voor dit rappel alleen maar gelegenheid vanwege de genoemde datum.
Het woord is aan mevrouw Van Velzen.
Mevrouw Van Velzen (SP):
Voorzitter. Deze ochtend hebben de leden van de Partij van de Arbeid, de SP, de PVV, GroenLinks en D66 vragen gesteld over het aantal vlieguren dat de F-16 heeft gemaakt. Het is belangrijk om die antwoorden tijdig te krijgen, omdat wij een algemeen overleg hebben over de vervanging van de F-16. Mijn concrete verzoek is om de antwoorden uiterlijk 16 februari voor 18.00 uur te krijgen.
De voorzitter:
Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.
Het woord is aan de heer Weekers.
De heer Weekers (VVD):
Voorzitter. In de gemeente Echt-Susteren is de integriteit van het openbaar bestuur ernstige schade toegebracht doordat plaatselijke politici van onder meer het CDA zonder dat de gemeenteraad ervan wist voor Sinterklaas hebben gespeeld met geld van uiteindelijk de belastingbetaler. Aanstaande donderdag wil de gemeenteraad dat onrechtmatige gedrag door middel van een raadsbesluit terugdraaien, rechtbreien. Dat is een praktijk die misschien past bij een bananenrepubliek, maar die in elk geval niet in het Nederlandse openbaar bestuur thuishoort. Daarom vraag ik de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Financiën om ons uiterlijk aanstaande donderdag een brief te sturen. Als namelijk niet krachtig wordt opgetreden, overwegen wij een spoeddebat aan te vragen. Wij vragen de bewindslieden in elk geval om een oordeel te geven over deze Sinterklaasaffaire in het algemeen en de integriteit van de betrokken CDA-politici in het bijzonder, ook die welke werkzaam zijn bij de provincie. Verder verzoeken wij om de rijksrecherche op deze zaak te zetten om de onderste steen boven te halen. Verder vragen wij om, als donderdag het besluit wordt genomen om deze illegale sinterklazerij te legaliseren, dat besluit te vernietigen. Ten slotte vraag ik om de mogelijkheden te schetsen om de schade die de belastingbetaler in Echt-Susteren lijdt op de gulle gevers te verhalen.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Voorzitter. De fractie van GroenLinks heeft al schriftelijke vragen gesteld over deze illegale sinterklazerij, zoals de heer Weekers dat zo mooi verwoordt. Wij willen die vragen beantwoord krijgen in de brief waarom de heer Weekers vroeg. Verder steun ik dit verzoek.
De heer Van Raak (SP):
Voorzitter. Ik steun ook het verzoek van de heer Weekers. Er moet maar eens een eind komen aan dit Limburgse CDA-gedoe.
De heer Schinkelshoek (CDA):
Voorzitter. U vindt het vast goed dat ik op die laatste opmerking niet reageer. Het lijkt mij redelijk om het verzoek van de collega van de VVD om de minister van BZK om een brief te vragen, te steunen.
De heer Heijnen (PvdA):
Voorzitter. Het is mij gebleken dat de lokale democratie zowel bij gemeenten als provincies werkt, omdat de commissaris van de Koningin in Limburg een onderzoek heeft gelast naar de gang van zaken. Tegen die achtergrond ben ik wat terughoudend, maar het verzoek om een brief steun ik graag. Deze zaak is ernstig genoeg om ons ook hier ervan te vergewissen dat de correctiemechanismen lokaal en provinciaal hun werk doen.
De voorzitter:
Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet, inclusief de datum en de toevoeging van mevrouw Halsema.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20082009-4294-4299.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.