Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, niet te vergaderen op woensdag 25 maart aanstaande in verband met de Conferentie parlementaire zelfreflectie en niet te vergaderen op donderdag 4 juni aanstaande, in verband met de verkiezing van de leden van het Europees Parlement.

De heer Van Beek (VVD):

Voorzitter. Ik weet niet of uw voorstel ten aanzien van 25 maart alleen betrekking heeft op de plenaire vergadering of ook op de commissievergaderingen. Verder leeft er weinig enthousiasme bij mijn fractie om voor dit proces een hele vergaderdag op te offeren. Dit soort zaken zou buiten vergaderuren moeten worden georganiseerd.

De voorzitter:

Het Presidium heeft het voorstel gedaan. Het gaat om de woensdagmiddag. Er is een beroep op de voorzitters van de commissies gedaan om, als het kan, dan niet te vergaderen. Wij kunnen het de commissies echter niet opleggen.

De heer Van Beek (VVD):

Ik weet wat het Presidium heeft gedaan, maar als secretaris van de VVD-fractie wilde ik u dit graag laten weten.

De voorzitter:

Ja, soms vind ik het ingewikkeld. Aangezien er geen anderen zijn die iets willen melden, stel ik om voor het voorstel aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van donderdag en als hamerstuk te behandelen:

  • - de brief van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de subsidiariteitstoets van het voorstel betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg (31545, nr. 9);

  • - de brief van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de subsidiariteitstoets van het voorstel betreffende een netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur (31785, nr. 5).

Op verzoek van de vaste commissie voor Financiën stel ik voor om een debat over de recente ontwikkelingen met betrekking tot ING toe te voegen aan de agenda van volgende week, met spreektijden van acht minuten per fractie.

Ten slotte stel ik voor om toe te voegen aan de agenda van een van de volgende weken:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet militair tuchtrecht in verband met het tegengaan van ongewenst gedrag binnen de krijgsmacht (31504, R1864);

  • - het voorstel van wet van de leden Ten Hoopen, Aptroot en Vos houdende wijziging van de Mededingingswet ter versoepeling van de uitzondering op het verbod van mededingingsafspraken (31531);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet openbaarheid van bestuur en enkele andere wetten in verband met de inwerkingtreding van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (31751);

  • - het wetsvoorstel Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio's) (31117).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Volgende week debatteren wij over het wetsvoorstel Maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast (31467), waarin ook het dierenrechtenactivisme aan de orde komt. Nu blijkt dat het kabinet de begrippen "dierenrechtenactivisme", "radicaal dierenrechtenactivisme" en "gewelddadig dierenrechtenactivisme" door elkaar gebruikt. Mijn fractie heeft daarover vragen gesteld en het lijkt mij goed dat wij daarover helderheid krijgen voordat het debat begint. Ik verzoek het kabinet dan ook via u om de vragen uiterlijk maandag om 12.00 uur beantwoord te hebben.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Irrgang.

De heer Irrgang (SP):

Mevrouw de voorzitter. Op 11 december heb ik de minister voor Ontwikkelingssamenwerking vragen gesteld over belangenverstrengeling bij de NCDO. Die vragen zijn niet binnen drie weken beantwoord, noch binnen zes weken. Ik heb hier al gevraagd of de minister deze vragen zo snel mogelijk wil beantwoorden. Ik heb er "onmiddellijk" bij gezegd. Ik moet nu opnieuw vragen of de minister die vragen onmiddellijk wil beantwoorden. Als dat maandag nog niet gebeurd is, wil ik u vragen om deze vragen aan te melden voor het vragenuurtje.

De voorzitter:

Dat is de gewone methode. Dat gaan wij doen. Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik sta hier ook al voor de zoveelste keer voor een rappel voor vragen die maar niet beantwoord worden. Deze vragen gaan over financiële sancties tegen een Nederlander die ondersteuning heeft gegeven aan het Zimbabwaanse regime. Het zijn twee sets vragen die allebei niet na drie weken, niet na zes weken, niet na zeven weken en niet na acht weken beantwoord zijn. Ik wil daarop morgen voor 12.00 uur antwoord krijgen, temeer omdat de Europese Commissie inmiddels al besluiten heeft genomen over deze zaak. Het lijkt mij nu toch wel het moment voor Nederland om ook kleur te bekennen.

De voorzitter:

Doet u hetzelfde verzoek als de heer Irrgang?

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik kom daar morgen op terug. Ik wil morgen voor 12.00 uur antwoord hebben. Ik ga ervan uit dat er vandaag wel geluisterd wordt, zeker na het enthousiasme waarmee u mijn verzoek ontvangt.

De voorzitter:

Dan gaan wij ook het stenogram van dit rappel doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Teeven.

De heer Teeven (VVD):

Voorzitter. Mijn fractie heeft op 25 november 2008 vragen gesteld aan de ministers van Justitie en van Buitenlandse Zaken over een strafproces in Rimini. Een Nederlandse toerist is daar neergeschoten door een Italiaanse politieman. De vragen betroffen de bijstand die door Nederland wordt gegeven aan deze Nederlander, die inmiddels in een rolstoel zit. Die vragen zijn dus op 25 november gesteld. Er is gerappelleerd. Wij zijn nu weer zes weken verder. In totaal is het dus al negen weken. Ik wil u vragen om aan het kabinet te vragen, deze vragen nu met spoed te beantwoorden, gezien het belang dat slachtoffers hebben bij het beleid van dit kabinet.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Half november 2008 heeft mijn fractie vragen gesteld over in Nederland gesubsidieerde instellingen die aidspatiënten in Malawi bedonderen met nepmedicijnen. Ik zou graag zien dat die vragen spoedig worden beantwoord.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Wij moeten het kabinet overigens niet belonen door het mondelinge vragenuur te vullen met vragen die niet zijn beantwoord. Als de vragen niet op tijd worden beantwoord, zullen wij volgende week een extra vragenuur moeten houden. Daar is niets aan te doen. Wij zullen zien of deze constatering helpt. Wij zullen die uiteraard ook onder de aandacht brengen van het kabinet. Dus ook dit gedeelte van het stenogram wordt doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Thieme.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. De fractie van de Partij voor de Dieren wil graag zo snel mogelijk een spoeddebat met de minister van LNV naar aanleiding van het in Trouw verschenen bericht over schokkende, jarenlang geheimgehouden beelden van de huidige CO2-verdovingspraktijken in varkensslachterijen.

De heer Koopmans (CDA):

Mede namens de fractie van de PvdA geef ik aan dat wij geen behoefte hebben aan een spoeddebat.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Het waren inderdaad schokkende beelden. Daarom heb ik vanochtend al opheldering gevraagd aan de minister van LNV. Ik wil het verzoek om een spoeddebat graag steunen, maar dan wel op voorwaarde dat mijn vragen beantwoord worden voordat wij dat debat houden.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. De fractie van GroenLinks staat 100% achter dit verzoek om een spoeddebat. Het zijn namelijk inderdaad schokkende beelden en afschuwelijke toestanden. Daar moet zo snel mogelijk een eind aan komen.

De heer Graus (PVV):

Mevrouw de voorzitter. Het zijn oude beelden en oude verhalen. Ik heb de minister hier al een halfjaar geleden over ter verantwoording geroepen. Zij is momenteel ook bezig met dit hele verhaal. Ik had graag een reactie gehad op de vragen die ik enkele maanden geleden heb gesteld. Ik heb nu geen behoefte aan een spoeddebat, want de minister is ermee bezig.

De voorzitter:

Ik zal een voorstel doen. Misschien kunt u daarmee leven, mevrouw Thieme. Als de vragen van mevrouw Van Velzen morgen, uiterlijk morgenavond beantwoord zijn, kunt u bezien of de antwoorden nog aanleiding vormen om daar een debat over te voeren. Daar kunt u dan volgende week dinsdag op terugkomen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Dank u voor het voorstel, maar ik hecht er toch aan om een spoeddebat te voeren, temeer ook omdat 40.000 varkens wekelijks met deze methode op ontoelaatbare wijze worden verdoofd. Ik vind het prima als de vragen morgen, maar dan voor 12.00 uur, worden beantwoord. Dan kan het debat daarna plaatsvinden. Ik meen dat daar een meerderheid voor is.

De voorzitter:

Ik dacht dat het vandaag donderdag was, maar het is woensdag. Dus als de vragen morgen voor 12.00 uur worden beantwoord, kunt u daar bij de regeling van werkzaamheden op terugkomen. Het kan echter ook zijn dat u zo'n goed antwoord krijgt, dat u geen behoefte meer hebt aan een spoeddebat.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Dat verwacht ik niet.

De voorzitter:

Maar wij moeten dat nooit uitsluiten. Wij houden hoop.

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik zou graag het verslag van het algemeen overleg over het uitvoeringsbesluit WTZi van gisteren op de plenaire agenda plaatsen.

De voorzitter:

Wij zullen dit VAO plaatsen op de plenaire agenda van volgende week.

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Met het oog op het reeds geplande debat over de Nederlandse steun aan de oorlog in Irak verzoek ik de regering, de documenten die RTL Nieuws in handen heeft per omgaande aan de Kamer te sturen. Daarnaast vraag ik de regering of zij ter informatie ook de voorbereide artikel 100-brief, naar aanleiding van de inval in Irak, naar de Kamer wil sturen. De departementen communiceren erover, dus het lijkt mij dat die informatie ook naar de Kamer kan. Tevens zal mijn fractie vandaag extra schriftelijke vragen indienen over de nieuwe informatie die de afgelopen dagen is vrijgekomen. Via u, voorzitter, hoor ik graag van de regering of het stellen van nieuwe vragen veel vertraging zal opleveren voor de beantwoording van de vragen die wij al hebben gesteld. Het liefst weet ik dat morgen voor 12.00 uur, omdat wij vorige week hebben afgesproken dat aanstaande dinsdag alle vragen beantwoord zullen zijn. Ik wil morgen kunnen inschatten of een debat daardoor wordt vertraagd of niet.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. De heer Pechtold neemt mij de woorden uit de mond, zij het dat ik nog niets heb gezegd. Ik steun al zijn verzoeken volmondig.

De voorzitter:

Ik probeer het mij altijd een beetje voor te stellen, maar dat is in dit geval erg ingewikkeld!

De heer Pechtold (D66):

Zo vlak na de lunch!

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Voorzitter. Ook de GroenLinksfractie, die het debat graag volgende week wil voeren, steunt dit verzoek. Ik pleit niet voor erg veel extra tijd. Dat debat moet gewoon volgende week plaatsvinden. De documenten zitten in het archief en de antwoorden moeten deze week gemakkelijk uit de pen kunnen rollen.

De heer Van Baalen (VVD):

Voorzitter. Ik steun de heer Pechtold in zijn informatieverzoek. De extra vragen waarover hij spreekt, wil hij spoedig schriftelijk indienen. Misschien kunnen wij daarbij helpen, maar dat zien wij wel. Maar ik pleit niet voor haastige spoed, tenzij het zes maanden gaat duren. Als de regering nog een week of twee nodig heeft – het is allemaal heel moeilijk, hè – dan gun ik haar dat. Maar voor de rest steun ik het verzoek.

De heer Van Dam (PvdA):

Voorzitter. Er lijkt mij alle reden om deze vragen toe te voegen aan het debat, dat volgens mij prima volgende week kan plaatsvinden. Ik voeg daar het volgende verzoek aan toe. In de stukken zoals wij die inmiddels allemaal hebben kunnen zien, stukken die RTL in handen heeft gekregen, wordt gesproken over een bijlage 3, een zeker verzoek van de Amerikanen voor militaire bijdragen. Dat document zelf zit niet bij de stukken. Ik zou het op prijs stellen als het kabinet dat stuk aan de Kamer toestuurt of, als er bezwaren tegen zijn om dat openbaar te maken, het vertrouwelijk ter inzage legt voor de leden van de Kamer.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Mijn fractie zegt het volgende: beter goede, duidelijke antwoorden dan een heel snel debat. Kan bij de planning van het debat rekening worden gehouden met het feit dat de vaste commissie voor Defensie over anderhalve week naar Zweden gaat, waarbij een aantal van de woordvoerders aanwezig zal zijn?

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Blij met zo veel steun. Resumerend, betekent dit dat het gaat om de reeds bekende stukken, bijlage 3 en de voorbereide artikel 100-brief. Misschien kunnen wij afspreken dat wij voor morgenochtend onze vragen klaar hebben, opdat de regering dan een inschatting kan maken of zij dinsdag alles klaar heeft, want dan zouden wij met u bij de regeling van de werkzaamheden van dinsdag het reeds door mij aangevraagde debat daadwerkelijk kunnen plannen. Ik zou het prettig vinden als de geëigende woordvoerders daarbij aanwezig kunnen zijn.

De voorzitter:

Dat lijkt mij voor iedereen zo duidelijk dat ik het niet opnieuw ga samenvatten. Dinsdag nemen wij hierover een definitieve beslissing. Morgenochtend laat ik u weten of de regering in staat is om voor dinsdag die informatie aangeleverd te hebben. Ik zie dat iedereen zo tevreden is. Aldus besloten. Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Naar boven