Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor de komende weken:

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring alsmede wijziging van de Waarborgwet om het waarborgen van het edelmetaal palladium mogelijk te maken (31578);

  • - het wetsvoorstel Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (31706).

De heer Omtzigt (CDA):

De CDA-fractie verzoekt u om de agendering van wetsvoorstel 31706 enigszins te temporiseren en om dit in ieder geval een week later aan de agenda toe te voegen.

De voorzitter:

Ik zeg: komende weken, niet komende week.

Vervolgens:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Invorderingswet 1990 in verband met vervanging van het g-rekeningenstelsel door een depotstelsel (31301);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet SUWI en enkele andere wetten in verband met de evaluatie van deze wet, de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en deregulering (31514);

  • - het wetsvoorstel Wet verbetering arbeidsmarktpositie alleenstaande ouders (31519);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de WAO en de WAZ om uitkeringsgerechtigden te stimuleren arbeid te gaan verrichten (31520);

  • - Intrekking van de Invoeringswet Wet werk en bijstand (31559);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Gezondheidswet in verband met de integratie van de RGO in de Gezondheidsraad (31541);

  • - het wetsvoorstel Aanpassing van de Geneesmiddelenwet in verband met geneesmiddelen voor geavanceerde therapie (31547);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van een aantal wetten betreffende buitengewoon pensioen ter vereenvoudiging van de uitvoering (31551).

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Langkamp.

Mevrouw Langkamp (SP):

Voorzitter. Naar aanleiding van het gisteren verschenen rapport van de Inspectie Jeugdzorg, waaruit blijkt dat veiligheid van kinderen die onder toezicht staan bij Bureau Jeugdzorg Amsterdam, onvoldoende gegarandeerd kan worden, wil ik minister Rouvoet vragen om een brief met het oog op een spoed-AO volgende week. Ik doe dit verzoek mede namens de PvdA en de VVD. Ik wil graag dat minister Rouvoet in de brief ingaat op de hoge werkdruk, het grote verloop onder gezinsvoogden, de ondersteuning en begeleiding van gezinsvoogden, de moeizame invulling van vacatures en het gebruik van risicotaxatie-instrumen­ten bij alle Bureaus Jeugdzorg en de eventuele gevolgen daarvan voor de veiligheid van de kinderen die bij Bureau Jeugdzorg onder toezicht staan.

Mevrouw Agema (PVV):

Dat kunnen wij ondersteunen.

De voorzitter:

Dat hoeft u op zich niet te zeggen.

De heer Aptroot (VVD):

Voorzitter, ik heb een punt van orde. Wij steunen dat verzoek, maar dat had ook gewoon via de commissie gekund. Dat hoeft hier niet plenair. Laten wij ons nu eens aan onze eigen regels houden.

De voorzitter:

Daar had ik straks een opmerking over willen maken.

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Langkamp.

Mevrouw Langkamp (SP):

Ik heb op 2 oktober jongstleden samen met mijn collega Van Velzen schriftelijke vragen gesteld over de verwachte toename van jongeren in de opvang. Ik heb daarop nog geen antwoord ontvangen.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Schermers.

Mevrouw Schermers (CDA):

Voorzitter. Ik wil u vragen om het verslag van het algemeen overleg ketenzorg verloskunde/kraamzorg van 9 oktober op de agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Wij zullen het toevoegen aan de agenda van een van de komende weken.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Ik zou graag willen dat het verslag van het algemeen overleg Kapitaallasten van gisteren op de agenda wordt geplaatst.

De voorzitter:

Wij zullen het toevoegen aan de agenda van een van de volgende weken.

Het woord is aan de heer Boekestijn.

De heer Boekestijn (VVD):

Ik wil graag dat het verslag van het algemeen overleg IOB-evaluatie Afrikabeleid van 22 oktober op de agenda wordt gezet.

De voorzitter:

Wij zullen het toevoegen aan de agenda van de komende weken.

Het woord is aan mevrouw Sterk.

Mevrouw Sterk (CDA):

Voorzitter. Ik heb twee verzoeken. Allereerst wil ik een brief vragen aan de ministers voor Jeugd en Gezin en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport naar aanleiding van het bericht dat ziekenhuizen vaak signalen van kindermishandeling over het hoofd zien. Ik wil graag dat in de brief aandacht wordt besteed aan de verplichte meldcode voor kindermishandeling die is aangekondigd.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Ik steun het verzoek van mevrouw Sterk, maar ik wil graag ook de rol van de KNMG daarin betrekken. Ik ben blij dat mevrouw Sterk het verzoek ook aan de minister van VWS richt.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik steun het verzoek van mevrouw Sterk. Ik zou in de brief ook een meldplicht willen aanvragen voor de politie in dit geval.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Dan het tweede verzoek van mevrouw Sterk.

Mevrouw Sterk (CDA):

Ik verzoek het kabinet om het advies van de Raad van State aan de Kamer te sturen dat is gegeven over het inschakelen van een burgemeester bij het ingrijpen in een gezin. Minister Rouvoet refereert daaraan vandaag in een interview in nrc.next. Ik wil graag het advies ontvangen in verband met de brief die gisteren is gevraagd over de uitkomsten van het overleg met de ministers over deze problematiek.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Luijben.

De heer Luijben (SP):

Voorzitter. Ik verzoek de ministers van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een brief te sturen aan de Kamer met hun reactie op de vandaag gepubliceerde cijfers van de pensioenfondsen. Wat zijn de gevolgen hiervan voor de indexering van pensioenen in 2009?

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Wij zouden die brief graag ontvangen op het moment dat duidelijk is wat de indexatie wordt, dus als de pensioenfondsen die bekendmaken. Wij willen tegelijkertijd ook graag de brief ontvangen die de heer Tichelaar en ik hebben aangevraagd in de laatste regeling van werkzaamheden voor het reces. Die brief gaat over de situatie van de pensioenfondsen en artikel 142 van de Pensioenwet.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Timmer.

Mevrouw Timmer (PvdA):

Voorzitter. Ik zou graag, mede namens D66, aanstaande dinsdag een brief ontvangen van de minister van Algemene Zaken over de uitvoering van de motie-Kalsbeek/Dittrich van 12 oktober 2005, dit in verband met de openbaarheid van het Archief Koninklijk Huis en de commotie die lijkt te ontstaan naar aanleiding van de publicatie van een boek.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Voordewind.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Uit brieven van STAP en de Universiteit Twente blijkt dat in tientallen gevallen gemeentes geen toezicht houden op de verkoop van alcohol aan minderjarigen. In de meeste gevallen wordt in gemiddeld 90% van de supermarkten, slijterijen en horecagelegenheden alcohol verkocht aan kinderen onder de zestien jaar. In enkele gemeenten gaat het zelfs om 100%. Ik wil graag voor de begroting Jeugd en Gezin een reactie op dit bericht van de minister van VWS en de minister voor Jeugd en Gezin.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Voorzitter. Dit punt heeft de PvdA aan de orde gesteld voor het zomerreces. Wij hebben toen een motie ingediend.

De voorzitter:

Steunt u de brief of steunt u de brief niet?

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Laat ik het zo zeggen: de minister heeft al toegezegd, te reageren op de berichten dat de supermarkten alcohol verkopen aan jongeren. Dat heeft hij niet gedaan. Er komt nu een nieuw verzoek van de heer Voordewind, dus ik zou het kabinet heel dringend willen vragen om eerst op de eerste toezegging te reageren en dan op de herhaalde oproep van de ChristenUnie.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Dat was het laatste verzoek om een brief. De verzoeken om brieven nemen een grote vlucht, maar dat legt een groot beslag, een te groot beslag op de agenda van deze Kamer. In het Presidium is erover gesproken. Wij zullen het in de Commissie van de Werkwijze verder opnemen. Heel veel brieven zijn eigenlijk schriftelijke vragen; dat kunt u gewoon zelf doen. Andere verzoeken om brieven, ook aan twee bewindslieden, zijn heel eenvoudig via uw eigen procedurevergadering te doen. Wij moeten daar echt veel strenger in zijn in het belang van onszelf. Ik zeg dit na deze regeling omdat ik geen van u het idee wilde geven dat het persoonlijk bedoeld was, maar dit werkt zo niet.

Ik geef het woord aan de heer Van der Ham.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Ik heb geen verzoek om een brief. Ik zit met een probleem of de Kamer zit met een probleem. Bij de algemene politieke beschouwingen is een motie aangehouden van mijn fractievoorzitter over de Kennisinvesteringsagenda. Het kabinet zou voor de EZ-begroting met een brief daarover komen. Die ontvingen wij gisteren na de eerste termijn om 13.20 uur. Wij kunnen er natuurlijk een algemeen overleg over houden. Verschillende onderdelen uit die brief hebben wel degelijk te maken met het budget van Economische Zaken. Kunnen wij in tweede termijn enige toeschietelijkheid verwachten, zeker richting de kleine fracties? Dan kunnen wij nog vragen stellen over de zaken die echt met de begroting te maken hebben, en eventueel amenderen. Ik zal het niet in getallen uitdrukken, want dan zouden wij treden in de afspraken die met het Presidium zijn gemaakt. Ik zou enige toeschietelijkheid wensen, die niet ten koste gaat van de overige afgesproken minuten.

De heer Ten Hoopen (CDA):

Het Presidium heeft het aantal minuten voor de begrotingen vastgesteld, en de Kamer heeft dat geaccordeerd. Daar wil ik mij graag aan houden. Daarnaast is de brief pas gisteravond binnengekomen. Veel Kamerleden zullen hem nog niet gelezen hebben. Het lijkt mij daarom niet zinnig om de brief bij dit debat te betrekken.

De heer Aptroot (VVD):

De VVD steunt dit verzoek ook niet. Het is een enorm pak papier. Ik ga geen moeite doen om dat snel te lezen. Ik wil op een verantwoorde manier op redelijk korte termijn een algemeen overleg daarover. Wij kunnen altijd de begrotingsbehandeling heropenen als dat nodig is.

Mevrouw Vos (PvdA):

Ik sluit mij aan bij de vorige twee sprekers.

De voorzitter:

De heer Van der Ham heeft geen steun voor zijn verzoek. Hij kent mijn toeschietelijke karakter – ik hoop dat iedereen dat kent – maar hij weet ook dat ik graag de tijd in de gaten houd. Wij gaan het dus niet doen.

De heer Van der Ham (D66):

Dan wil ik vast aankondigen dat ik zal vragen, het debat te heropenen voor een derde termijn, mocht die noodzaak uit het AO blijken; wat mij betreft zijn er zeker een paar elementen die daar aanleiding toe geven.

Naar boven