Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 13 februari 2008 over het beleidskader overdracht tenuitvoerlegging van buitenlandse strafvonnissen aan Nederland.

De heer De Roon (PVV):

Mevrouw de voorzitter. In twintig jaar tijd is het aantal Nederlanders in buitenlandse detentie vervijfvoudigd. Het aantal ligt nu rond de 2600. Binnen Europa kent alleen Engeland dat meer dan driemaal zo veel inwoners heeft dan ons land, eenzelfde aantal in het buitenland gedetineerde landgenoten.

Ongeveer 85% van die Nederlanders zit vast wegens een drugsdelict. Meer dan de helft van de 2600 gedetineerden is niet in Nederland geboren en 30% heeft naast de Nederlandse ook nog een andere nationaliteit.

Een flink deel van die voornamelijk drugscriminelen wil graag de buitenlandse straf in Nederland uitzitten. De Nederlandse belastingbetaler mag daar dan voor opdraaien. Daar voelt mijn fractie niet veel voor. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat aanzienlijke kosten zijn gemoeid met zowel de overbrenging van criminelen aan wie in het buitenland een vrijheidsstraf is opgelegd, met als doel hen die vrijheidsstraf in Nederland uit te laten zitten, als met de tenuitvoerlegging van die vrijheidsstraf in Nederland;

overwegende dat die criminelen er door die overbrenging naar Nederland in veel gevallen op vooruitgaan;

overwegende dat het ongepast is om de kosten van dergelijke faciliteiten voor criminelen door de belastingbetaler te laten dragen en dat het beter is om de criminelen zelf voor die kosten te laten opdraaien;

verzoekt de regering om overbrenging van die criminelen met dat doel naar Nederland alleen maar toe te staan als zij die kosten vooraf aan de Staat hebben vergoed,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Roon. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 113(31200 VI).

De heer Teeven (VVD):

Ik krijg graag een verduidelijking van de heer Van Roon. Gaat het hem alleen om de kosten die gepaard gaan met de overbrenging? Op welke kosten ziet het dictum van de motie nu precies?

De heer De Roon (PVV):

Het gaat zowel om de kosten van de overbrenging als om de kosten van de tenuitvoerlegging van de straf in Nederland. Zij zijn in het buitenland veroordeeld, zij willen graag naar Nederland, laten zij daar dan maar zelf voor opdraaien.

De gemiddelde leeftijd van Nederlanders in buitenlandse detentie ligt rond de 40. Slechts 1% van die groep is jonger dan 20 jaar. Kortom, het betreft vrijwel uitsluitend personen die tot de jaren des onderscheids zijn gekomen. Het gaat om mensen die onderscheid kunnen maken en die de gevolgen van hun handelen voor hun rekening behoren te nemen. Het is voor mij onaanvaardbaar om personen die bij herhaling in buitenlandse detentie komen door het plegen van misdrijven, ook bij herhaling de luxe te gunnen van het uitzitten van hun straf in Nederland. Ik weet wel dat dit nu bij wijze van uitzondering wordt toegestaan, maar ook die uitzondering wil mijn fractie niet. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in sommige gevallen een crimineel die bij herhaling in het buitenland is veroordeeld tot een vrijheidsstraf meermalen in aanmerking komt om die vrijheidsstraffen in Nederland uit te zitten;

overwegende dat het absoluut ongewenst is dat criminelen bij herhaling op een dergelijke wijze worden verwend;

verzoekt de regering om onder geen beding een crimineel die in het buitenland is veroordeeld, meer dan eenmaal de luxe te gunnen van het uitzitten van die buitenlandse straf in Nederland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Roon. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 114(31200 VI).

De heer Çörüz (CDA):

Zowel de CDA-fractie als de VVD-fractie, maar naar ik meen ook nog andere fracties, hebben hier expliciet naar gevraagd tijdens het algemeen overleg. De minister heeft bij mijn weten expliciet gezegd: geen twee keer WOTS-en, zoals dat toen werd genoemd. De minister heeft dat in het overleg helder gezegd, dus wat is de toegevoegde waarde van uw motie?

De heer De Roon (PVV):

Als de minister tijdens deze vergadering bevestigt dat de WOTS nooit meer twee keer wordt toegepast op één persoon, dan trek ik de motie in.

De heer Çörüz (CDA):

De minister heeft dat al in het AO toegezegd. Hij heeft dat op nadrukkelijk verzoek van mij en van de heer Teeven meerdere keren gezegd.

De heer De Roon (PVV):

Ik heb de minister gas horen terugnemen tijdens het AO, maar ik heb daar niet de indruk aan overgehouden dat hij het voor alle gevallen uitsluit. Wij kunnen hierover nog lang heen en weer discussiëren, maar als de minister gewoon nog eens helder zegt wat de heer Çörüz aangeeft, dan heb ik daar vrede mee.

Mevrouw Van Velzen (SP):

De minister heeft duidelijk gezegd dat hij de ruimte wil hebben voor maatwerk. De regel is "niet twee keer", maar hij wil de ruimte hebben voor maatwerk om juist bij schrijnende humanitaire gevallen te kunnen doen wat wijs is. Ik ondersteun dat beleid. De motie van de heer De Roon staat daar haaks op.

De heer De Roon (PVV):

Daar heb je het al. Iemand anders heeft toch iets anders begrepen. Mevrouw Van Velzen heeft uit de verklaring van de minister begrepen dat maatwerk toch nog mogelijk is. Ik wil dat maatwerk helemaal niet. Iemand die willens en wetens voor de tweede keer in deze valkuil springt, moet er ook maar in blijven zitten.

Minister Hirsch Ballin:

Voorzitter. Ik ga uiteraard niet over de orde van de Kamer, maar tijdens het laatste interruptiedebat vroeg ik mij af of het geen praktisch idee is om een VAO waarin moties worden ingediend, pas te houden op het moment dat het verslag van het AO beschikbaar is. Dat had een indringende precieze bespreking van het onderwerp waarop de tweede motie betrekking heeft in deze vergadering overbodig gemaakt. Iedereen kan dan precies nalezen wat de minister heeft gezegd en hem daarop vastpinnen. Ik doe met alle genoegen het AO nog eens over, maar ik heb begrepen dat dit niet de bedoeling is van een VAO. Ik verwijs dus kortweg naar wat ik heb gezegd.

De voorzitter:

Ik heb het conceptverslag hier in mijn hand.

Minister Hirsch Ballin:

Ik heb het concept niet gekregen.

De voorzitter:

Ik zorg dat u het krijgt.

Minister Hirsch Ballin:

Goed. Ik zal nu maar niet om een schorsing vragen. Er werd gezegd dat ik in het AO over de toepassing van de WOTS zeer duidelijk heb gezegd: bij herhaling van dezelfde persoon, volg ik de lijn dat dat niet zal gebeuren. Ik heb daarbij gezegd dat dat niet betekent dat er nooit een situatie kan zijn waarin naar ieders redelijk inzicht van die regel afgeweken moet worden.

De eerste motie van de heer De Roon gaat over het laten betalen van de kosten voor overbrenging door de gedetineerde. De WOTS is een instrument van internationale rechtshulp. Het is een procedure tussen twee staten. Zij dient ertoe dat veroordeelden straffen uitzitten in het land waar zij zullen resocialiseren. Dat is de bedoeling van de WOTS. Ik hoorde dat niet helemaal terug in de toelichting op de motie van de heer De Roon. Dan zeg ik het nog mild. In ieder geval betekent dit dat er ook een belang van onze kant is. De Nederlandse samenleving heeft er belang bij dat de WOTS wordt toegepast. Natuurlijk, daar moet een verzoek aan ten grondslag worden gelegd. Artikel 17 van het verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen gaat hierover en stelt dat de kosten, voortvloeiende uit de toepassing van het verdrag, door de staat van tenuitvoerlegging worden gedragen. Artikel 17 van het verdrag is daar dus duidelijk over. Ik ontraad dan ook de aanneming van de eerste motie van de heer De Roon.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Is de minister het wel met mij eens dat de toepassing van artikel 17 van het verdrag pas aan de orde komt zodra hij een verzoek om overbrenging naar dit land wil inwilligen? Pas als Nederland een dergelijk verzoek inwilligt, komt die kwestie aan de orde. Ik zou zeggen: laat de persoon om wie het gaat bij het doen van zijn of haar verzoek aanbieden dat hij of zij ook de kosten zal dragen. In de gevallen waarin dat niet gebeurt, wijzen wij dat verzoek gewoon af.

Minister Hirsch Ballin:

Dat zou een drastische inbreuk betekenen op het systeem van toepassing van de WOTS. Het zou ook in strijd komen met de beleidsdoelen die zijn neergelegd in de wet. Daarover is indertijd in de Kamer gesproken. De doelen van toepassing van de WOTS zijn besproken en geaccordeerd. Daar is overeenstemming over bereikt bij de aanvaarding van de desbetreffende wetgeving. De heer De Roon zou er een heel nieuw element in inbrengen, dat vergaande afbreuk zou doen aan de praktische toepasbaarheid van de WOTS. Dit punt is overigens niet tijdens het algemeen overleg aan de orde geweest. Deze weg moeten wij niet inslaan, want wij zouden hiermee een bres slaan in de goede toepassing van de WOTS. Ik ontraad dus de aanneming van deze motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de moties stemmen wij volgende week dinsdag.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven