Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) (30844)

, en van:

- de motie-Koopmans/Vermeij over integratie van toetsingskaders tot één toetsingskader (30844, nr. 23);

- de motie-Van Leeuwen over het eerst bespreken van het rapport over kosten en baten van ICT-projecten (30844, nr. 25);

- de motie-Van Leeuwen over het betrekken van bescherming van mens en milieu bij evaluatie van de Wabo (30844, nr. 26);

- de motie-Van Leeuwen over rechtsbijstand en voorlichting in het kader van de Wabo (30844, nr. 27);

- de motie-Van Leeuwen over het vroegtijdig informeren en actief betrekken van direct-belanghebbenden bij het voorbereidingsproces (30844, nr. 28);

- de motie-Van Leeuwen over de verdeling van bevoegdheden en organisatie tussen overheden en instanties (30844, nr. 29);

- de motie-Van Leeuwen over overeenstemming over de baten en lasten voortvloeiend uit invoering van de Wabo (30844, nr. 30);

- de motie-Van Leeuwen over de Wabo en de Wet samenhangende besluiten Abw (30844, nr. 31);

- de motie-Van Leeuwen over het beoordelen van elke losse vergunningaanvraag (30844, nr. 32);

- de motie-Wiegman-van Meppelen Scheppink c.s. over transparante afspraken over de hoogte van de leges (30844, nr. 33).

(Zie wetgevingsoverleg van 26 november 2007.)

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De heer Van Leeuwen (SP):

Voorzitter. Bij het wetgevingsoverleg hebben zo'n beetje alle fracties aandacht gevraagd voor de ICT bij de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Iedereen was het erover eens dat een voorwaarde voor invoering van de Wabo is, dat de ICT op orde is. Niettemin bleek er nog veel onduidelijkheid, bijvoorbeeld over de kosten en over hoe er een knip zal worden gemaakt tussen specifieke Wabo-ICT en andere automatiseringsprocessen. Ik voeg daaraan toe dat de digitale dossiervorming, de bestemmingsplannen, de basiskaart van Nederland en de basisregistratie adressen en gebouwen in dat opzicht ook nog niet op orde zijn. Kortom, het hele ICT-verhaal is een politiek, organisatorisch en technisch complexe operatie. Inmiddels is er op verzoek van de Kamer door de Algemene Rekenkamer een onderzoek gedaan op dit terrein. De door mij genoemde ingrediënten worden door de Algemene Rekenkamer genoemd als de oorzaak van problemen. Grote ICT-projecten willen nog wel eens een eigen leven gaan leiden.

De politieke factoren bij de Wabo zijn legio: het gedoe over het bevoegd gezag, de specifieke regelingen enzovoorts. Organisatorisch is het achter het loket een kluwen van overlegstructuren, regiekamers, accountmanagers, vergunningbeslissers en ga zo maar door. Ook de techniek is razend complex vanwege de vele, vaak verschillende vergunningen en toetsingseisen die op elkaar moeten worden afgestemd. Dat is reden voor de SP-fractie om de volgende motie in te dienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Algemene Rekenkamer adviseert, ICT-projecten realistisch in te schatten;

constaterende dat het ICT-project ter ondersteuning van de uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht precies de drie door de Algemene Rekenkamer aangehaalde valkuilen in zich verenigt, te weten de politieke, de organisatorische en de technische complexiteit;

verzoekt de regering, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht pas in te voeren nadat de Kamer akkoord is gegaan met een door de regering op te stellen uitvoeringsplan en de financiering van dit ondersteunende ICT-project;

verzoekt de regering daarbij tevens, de invoering gefaseerd in te plannen met tussentijds politieke beslismomenten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Leeuwen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 40(30844).

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Voorzitter. Met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht worden de burger en het bedrijf centraal gesteld in plaats van de verkokerde organisatie van de overheid. De VVD-fractie is dan ook een groot voorstander van deze wet, evenals van het verminderen van de administratieve lasten en het versnellen van de vergunningprocedures.

Er is nog wel één punt van zorg, zoals wij ook al in het wetgevingsoverleg hebben uitgesproken, namelijk de ICT-infrastructuur. Ik heb hieraan in mijn eerste termijn al duidelijke voorwaarden gesteld. De VVD is van mening dat per 1 juli 2008 alle gemeenten en provincies hierop aangesloten moeten zijn en dat het e-formulier goed moet functioneren. Het moet dan dus allemaal getest zijn. Ook heeft de VVD de minister gevraagd om voor 1 oktober een finale check uit te voeren om vast te stellen of alles op orde is en werkt zoals het moet voor de overheden, de burgers en het bedrijfsleven. De minister heeft dit allemaal toegezegd. Zij heeft ook toegezegd, de Kamer hierover steeds te zullen informeren. Hiermee heeft de Kamer naar de mening van mijn fractie voldoende mogelijkheden om de vinger aan de pols te houden en kan de Kamer de minister bij het niet slagen van de finale test alsnog vragen om niet tot invoering van de wet over te gaan. Wel wil de VVD nog weten wat de eventuele juridische consequenties zijn, mocht dit onverhoopte geval zich voordoen. Het lijkt mij goed om dat te weten.

Ik stel nog een ander punt aan de orde, namelijk de risico's en de kosten van het overhevelen naar de gemeente van de handhavingsbevoegdheden van de waterschappen. Kan de minister nogmaals verzekeren dat achter het loket gewoon de expertise van de waterschappen wordt ingezet, opdat wij niet de situatie krijgen waarvoor voortdurend wordt gewaarschuwd, namelijk dat al die expertise weer bij de gemeenten en de provincies wordt opgebouwd en dat wij daarvoor met ons allen 225 mln. gaan betalen? Dat lijkt mij een uiterst onwenselijke situatie. Wil de minister ons informeren over de ontwikkelingen op dit punt?

De heer Van Leeuwen (SP):

Uit het onderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt nu juist dat het stellen van een politieke deadline problemen kan geven. Het kan een soort van selffulfilling prophecy worden. Is het niet beter om het proces te faseren en van moment tot moment te bezien of en hoe je verder kunt gaan?

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Ik ken het onderzoek van de Algemene Rekenkamer. Dit project is echter al twee keer uitgesteld. Bovendien hebben al de nodige tests plaatsgevonden. Van tevoren is dus gekeken naar de consequenties op het gebied van wetstechniek en ICT. Dat gaan wij kritisch volgen en de Kamer kan alsnog tot uitstel besluiten als het niet goed werkt.

Minister Cramer:

Voorzitter. Ik ontraad aanneming van de motie van de heer Van Leeuwen. Uiteraard ben ik het met hem eens dat digitalisering een belangrijk element is van de omgevingsvergunning. De dienstverlening kan immers worden verbeterd. We kunnen 2100 formulieren vervangen door één digitaal formulier. Dat maakt de zaak simpeler en ook veel goedkoper.

De heer Van Leeuwen verwijst terecht naar een rapport van de Algemene Rekenkamer over de problematiek van de ICT-invoering. Wij kennen de problemen die samenhangen met de invoering van ICT-trajecten. Bij het dossier van de Wabo hebben wij echter gezorgd voor een vroegtijdige invoering van het ICT-instrumentarium. Het zou erg onwenselijk zijn om nu te wachten met de stemming over dit wetsontwerp totdat wij de zekerheid hebben die de heer Van Leeuwen zo graag wil hebben. Er zijn dit jaar enkele praktijkproeven gehouden op grond waarvan een drietal modules is ontwikkeld. Die modules zijn al getest in de praktijk. Nu hebben al meer dan 100 gemeenten aangegeven dat ze in januari 2008 een of meer modules zelf ook willen gaan gebruiken. Voor 1 oktober 2008 zal er een finale check plaatsvinden en ik ga ervan uit dat wij dat zullen halen.

Ik voel er dus helemaal niets voor om de stemming over de Wabo uit te stellen. Er is al heel veel in gang gezet en dat zou een verkeerd signaal zijn.

De heer Van Leeuwen (SP):

Voorzitter. Om misverstanden weg te nemen: in de motie wordt niet voorgesteld om de stemming over de Wabo uit te stellen; er wordt inderdaad een koppeling gemaakt tussen het op orde zijn van de ICT en de invoering van de Wabo. De stemming mag van ons dus gewoon volgende week dinsdag plaatsvinden. Ons gaat het erom, mede naar aanleiding van het rapport van de Rekenkamer, dat de Kamer nog een aantal momenten heeft waarop zij er met de regering over kan praten.

Minister Cramer:

Neemt u mij niet kwalijk, dan heb ik dat verkeerd begrepen. Maar in het algemeen overleg had ik al toegezegd dat ik de Kamer regelmatig zou informeren over dit traject en dat de finale check voor 1 oktober zou gebeuren. Voor mij is het vanzelfsprekend dat ik u op de hoogte zal houden.

De heer Van Leeuwen (SP):

Deze motie gaat in dat opzicht iets verder dan uw toezeggingen: zij vraagt om een ruimere fasering, dus om meer politieke beslismomenten, en om een duidelijkere financiering. In het overleg zei u dat daarover nog wat onduidelijkheden waren. We zetten hiermee dus nog wat puntjes op de i.

Minister Cramer:

Ook dat puntje had ik al in het algemeen overleg op de i gezet, toen ik zei dat dit nog niet helemaal rond was en dat ik de Kamer zou informeren als dat wel het geval was. We verschillen dus niet echt van mening. Ik zal de Kamer op de hoogte houden, schriftelijk of via een algemeen overleg. Ik verzeker u dat ik alles in het werk stel om ervoor te zorgen dat de finale check voor 1 oktober heeft plaatsgevonden en alles rond de invoering tegen die tijd op orde is.

Mevrouw Van der Burg vroeg nog naar de juridische consequenties als blijkt dat de ICT-toepassing onvoldoende op niveau is. De inwerkingtreding zal dan inderdaad worden uitgesteld. Het is namelijk een cruciaal aspect van de invoering van de Wabo; in ieder geval is er dan een probleem met de digitale indiening. Er zijn dan geen juridische problemen in de zin dat er procedures komen, maar als dit echt niet op orde is, zal er moeten worden uitgesteld. Vooralsnog ga ik daar echter niet van uit.

Daarnaast vroeg zij naar de expertise van de waterschappen. Ik garandeer dat we die blijven gebruiken, dat we geen dubbele expertise zullen opbouwen en dat de uitwisseling van kennis achter het loket zal zijn verzekerd. Als het geheel rond is, zal ik de Kamer informeren over hoe we dat precies zullen doen. Ook dit was een wezenlijk punt in de voorbereidingen van de Wabo: we wilden de waterschappen bij het traject blijven betrekken, juist vanwege hun deskundigheid.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

U informeert de Kamer over hoe dit zal gaan. Mochten gemeenten en provincies die expertise wel zelf gaan opbouwen, kunnen wij dan terugkomen op de bevoegdheidsverdeling om dat te voorkomen? U begrijpt natuurlijk dat wij dit willen voorkomen.

Minister Cramer:

Ik zeg liever toe dat ik u zal informeren over hoe hetgeen u nu vraagt, in de praktijk wordt gerealiseerd en welke conclusies wij daaraan verbinden.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Aanstaande dinsdag zullen wij stemmen over dit wetsvoorstel, de ingediende moties en de amendementen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven