Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | nr. 18, pagina 1214-1216 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | nr. 18, pagina 1214-1216 |
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week:
- het wetsvoorstel Verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van de bepaling over het uitsluiten van wilsonbekwamen van het kiesrecht (31012);
- het wetsvoorstel Verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van de bepaling inzake het voorzitterschap van de gemeenteraad en van provinciale staten (31013);
- het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2008 (31200-V);
- het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat van het Waddenfonds voor het jaar 2008 (31200-XI).
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Gerkens.
Mevrouw Gerkens (SP):
Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg over zedelijkheidswetgeving op de agenda te plaatsen. Ik vraag u ook om daarbij spreektijden van vijf minuten te hanteren, omdat de gebruikelijke twee minuten spreektijd niet voldoende is voor het aantal moties dat ik wil indienen.
De voorzitter:
Ik stel voor om dit VAO op de agenda van volgende week te plaatsen.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Uw verzoek om vijf minuten spreektijd kan ik niet inwilligen. In het Reglement van Orde staat namelijk dat de spreektijd bij een VAO maximaal twee minuten bedraagt.
Mevrouw Gerkens (SP):
Ik verzoek mijn collega's dan toch echt om mij toe te staan, vijf minuten spreektijd te gebruiken. Twee minuten is namelijk te weinig om vijf of zes moties in te dienen.
De voorzitter:
Ik leg uw verzoek aan de andere leden voor.
Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):
Voorzitter. Ik kan mij voorstellen dat u gewoon de tweeminutenregel hanteert, maar daarmee soepel omgaat. Er heeft nog nooit iemand geprotesteerd tegen een collega die zijn spreektijd overschreed, omdat hij of zij meerdere moties indiende.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik stel voor dat u hiermee met een zeker pragmatisme omgaat, maar wel de tweeminutenregel handhaaft. Als iemand vijf moties wil indienen, zijn het gewoon wat langdurige minuten.
De heer Van der Staaij (SGP):
Twee minuten spreektijd voor een VAO is een goed uitgangspunt, omdat het woordvoerders dwingt om na te denken of al die moties wel nodig zijn of dat het misschien wat korter kan. Als het onvermijdelijk is dat iemand zijn spreektijd overschrijdt, kan de voorzitter daar altijd met wijsheid mee omgaan.
De voorzitter:
Mevrouw Gerkens, ik stel voor dat wij vasthouden aan de tweeminutenregel. De voorzitter zal dan met de hem door de heer Van der Staaij toegedichte wijsheid en met enig pragmatisme naar bevind van zaken handelen.
Mevrouw Gerkens (SP):
Ik maak daar bezwaar tegen. Een van mijn collega's is namelijk al eens afgekapt tijdens het indienen van moties. Een van onze belangrijkste rechten is het recht om een motie in te dienen. Moties moeten wij ook kunnen toelichten, omdat dat belangrijk is voor de interpretatie van de motie. Ik verzoek u daarom nu al om toe te zeggen dat ik noch bij het indienen noch bij het toelichten van de moties word afgekapt.
Ik verzoek u niet om een wijziging van de regel, maar ik denk wel dat de Kamer hierover moet nadenken. Wij moeten namelijk niet aan onze parlementaire rechten tornen.
De voorzitter:
Ik herhaal dan toch mijn voorstel om vast te houden aan de gebruikelijke twee minuten spreektijd voor een VAO. Ik heb van de andere leden begrepen dat de voorzitter met wijsheid moet omgaan met deze regel. Dat betekent in uw geval dat u uw moties kunt indienen, zonder dat u wordt afgekapt.
Aldus wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Koşer Kaya.
Mevrouw Koşer Kaya (D66):
Voorzitter. Onder druk is alles meestal heel vloeibaar, maar op de warme Antillen lijkt alles wel gestold waar het gaat om het ontslagrecht. Ik wil een spoeddebat aanvragen. Nu zich in de Kamer een meerderheid lijkt af te tekenen tegen de plannen van minister Donner, wil ik weten wat hij gaat doen.
De heer Ulenbelt (SP):
De SP-fractie steunt het verzoek, al is dat om heel andere redenen dan mevrouw Koşer Kaya. Wij zijn blij, waarschijnlijk.
De heer Van der Staaij (SGP):
Ik heb hier grote moeite mee. Er wordt nu verzocht om een spoeddebat op grond van uitlatingen die een van onze medeleden op de Antillen heeft gedaan. Wij hebben al veel spoeddebatten over los-vaste uitspraken van ministers. Als wij nu ook nog spoeddebatten over uitspraken van collega-Kamerleden erbij gaan voegen, waar is het eind dan? Ik heb een beetje moeite met deze inkleding en opzet van het verzoek.
De heer Nicolaï (VVD):
Ik deel de staatsrechtelijke redenering van de heer Van der Staaij, maar aan de andere kant is het onderwerp spoedeisend genoeg. Misschien kunnen wij de regering vragen om op de kortst mogelijke termijn een brief te sturen en daar vervolgens over spreken.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik denk dat het in elk geval goed zou zijn als onze collega's die nu op de Antillen zijn, daarbij aanwezig kunnen zijn. Het spoedeisende karakter is op grond daarvan iets genuanceerder, want zij zullen dan eerst terug in Nederland moeten zijn. De suggestie van de heer Nicolaï om een brief te vragen, is heel goed. Dan hebben wij immers ook daadwerkelijk grond om met de regering over dit onderwerp te spreken.
De heer Van Hijum (CDA):
Ik sluit mij in grote lijnen aan bij wat de heer Van der Staaij zei. Tegen het verzoek om een brief zal ik mij niet verzetten.
De voorzitter:
Mevrouw Koşer Kaya, voor zover ik heb kunnen waarnemen, zijn er geen dertig leden die uw verzoek steunen.
Mevrouw Koşer Kaya (D66):
Het is op zich geen probleem om een brief te vragen. Ik zou er dan wel dinsdag een debat over willen houden. Het kan wel zo zijn dat het een uitspraak van een Kamerlid is die over het ontslagrecht naar buiten is gekomen, maar daar blijkt wel heel duidelijk uit dat de CDA-fractie de plannen van minister Donner niet ziet zitten. Ook de fracties van de PvdA en de SP zien die niet zitten. Dat is een meerderheid van de Kamer.
De voorzitter:
Mevrouw Koşer Kaya, wij zijn bezig met de regeling van werkzaamheden. Wij voeren nu geen inhoudelijk debat. Als ik het goed heb gezien, is er onvoldoende steun voor een spoeddebat. Er is wel ruime steun voor het vragen van een brief aan het kabinet, in dit geval aan de minister van SZW. Ik stel voor, de regering te verzoeken om die brief voor dinsdagmorgen aan de Kamer te zenden, zodat u dinsdag kunt besluiten of deze aanleiding is om alsnog een spoeddebat aan te vragen.
Mevrouw Koşer Kaya (D66):
Zo liggen de verhoudingen.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Van Miltenburg, maar die zie ik op dit moment niet.
Mevrouw Griffith (VVD):
Mevrouw Van Miltenburg wilde een verzoek doen om het verslag van een algemeen overleg op de plenaire agenda te plaatsen.
De voorzitter:
Volgens mij doelt u op het algemeen overleg over de WMO van 31 oktober 2007. Wilt u dat VAO op de agenda geplaatst hebben?
Mevrouw Griffith (VVD):
Ja, heel graag.
De voorzitter:
Ik stel voor om dit VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week.
Daartoe wordt besloten.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20072008-1214-1216.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.