Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over het kabinetsstandpunt ten aanzien van het rapport "Dynamiek in islamitisch activisme" van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) (30800 VI, nr. 115),

te weten:

- de motie-Wilders over stoppen van de islamisering van Nederland (30800 VI, nr. 127);

- de motie-Wilders over het verbieden van de Koran (30800 VI, nr. 128);

- de motie-Van Toorenburg/Dijsselbloem over aanstelling van in Nederland opgeleide imams (30800 VI, nr. 130);

- de motie-Halsema/Wilders over vergunningverlening voor de levering van wapens aan Saudi-Arabië (30800 VI, nr. 131);

- de motie-Zijlstra over sluiting van gebedshuizen bij gevaar voor de openbare orde en veiligheid (30800 VI, nr. 132);

- de motie-Zijlstra over intrekken van de Nederlandse nationaliteit en uitzetten van radicale imams (30800 VI, nr. 133);

- de motie-Zijlstra over niet verstrekken van verblijfsvergunningen voor buitenlandse geloofsbedienaren (30800 VI, nr. 134);

- de motie-Dijsselbloem/Van Toorenburg over de grote diversiteit aan geloofsopvattingen binnen de Nederlandse moslimgemeenschap (30800 VI, nr. 135);

- de motie-Van der Staaij over optreden tegen geweldsverheerlijkende lectuur (30800 VI, nr. 136).

(Zie vergadering van 6 september 2007.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Ik leg een stemverklaring af over de motie op stuk nr.132. De SP-fractie is er voorstander van dat de overheid de mogelijkheid krijgt om op te treden tegen gebedshuizen waar activiteiten plaatsvinden die de openbare orde of veiligheid bedreigen. De minister heeft echter in zijn beantwoording van afgelopen donderdag duidelijk gemaakt dat hij met een reeks voorstellen zal komen die zowel over de imam gaan als over het bestuur van de moskee en over de mogelijkheid om gebouwen te sluiten. Wij vinden de motie daarom voorbarig en zullen om die reden tegenstemmen.

De heer Zijlstra (VVD):

Voorzitter. Mijn stemverklaring betreft de motie op stuk nr. 130. Op 1 november 2004 hebben CDA, PvdA, VVD en GroenLinks een zeer duidelijke motie ingediend, waarin helder is aangegeven dat wij geen buitenlandse imams meer toelaten vanaf het moment dat er in Nederland opgeleide imams beschikbaar zijn. Deze uitspraak wordt in onze motie op stuk nr. 134 nog eens bevestigd. De VVD is dan ook onaangenaam verrast door de grote draai die CDA en PvdA met de voorliggende motie op stuk nr. 130 maken. Het heldere uitgangspunt dat wij geen buitenlandse imams meer toelaten, wordt volledig losgelaten.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Voorzitter...

De voorzitter:

Mijnheer Zijlstra, het is niet gebruikelijk dat u polemiseert in een stemverklaring.

De heer Zijlstra (VVD):

Ik wil er nog het volgende aan toevoegen. Daarmee wordt geaccepteerd dat er ook in de toekomst radicale imams tot Nederland worden toegelaten, terwijl in Nederland opgeleide imams beschikbaar zijn. Voor de VVD-fractie is dat niet acceptabel en daarom zullen wij deze motie niet steunen.

De voorzitter:

Wij gaan nu stemmen.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

U heeft dit laten lopen, voorzitter, maar er zijn dingen gezegd die eigenlijk niet onweersproken kunnen blijven.

De voorzitter:

Als u het wilt weerspreken, heeft u daar nu recht op.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Nee, dat hoeft niet in een regeling. Ik had gehoopt en verwacht dat het afgekapt zou worden. Er zijn over het CDA en de PvdA dingen gezegd die niet in een stemverklaring thuishoren.

De voorzitter:

Dat heb ik, naar ik meen, ook gezegd, maar misschien minder rap dan u had gewild. Ik zal proberen mijn reflexen op dat punt nog scherper te ontwikkelen. Ik neem goede nota van uw opmerking. U heeft het in elk geval duidelijk kenbaar gemaakt en in het verslag wordt opgenomen hoe u hierover denkt. U heeft een terechte opmerking gemaakt. De heer Zijlstra, de VVD-fractie en alle anderen hebben het gehoord en ervan geleerd.

In stemming komt de motie-Wilders (30800-VI, nr. 127).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de PVV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Wilders (30800-VI, nr. 128).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de PVV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Toorenburg/Dijsselbloem (30800-VI, nr. 130).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Halsema/Wilders (30800-VI, nr. 131).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Zijlstra (30800-VI, nr. 132).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de SGP en de PVV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Zijlstra (30800-VI, nr. 133).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de SGP en de PVV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Zijlstra (30800-VI, nr. 134).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Dijsselbloem/Van Toorenburg (30800-VI, nr. 135).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de ChristenUnie en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Staaij (30800-VI, nr. 136).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en de PVV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.