Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik:
- in de vaste commissie
voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het lid Aptroot tot plaatsvervangend
lid in plaats van het lid Weekers;
- in de vaste commissie voor Justitie
het lid Kamp tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Blok;
- in de vaste commissie voor Economische Zaken de leden Nicolaï en De
Krom tot plaatsvervangend lid in plaats van de leden Neppérus en Schippers;
- in de vaste commissie voor Financiën het lid Nicolaï
tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Schippers;
- in de
vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid de leden Aptroot en
Kamp tot plaatsvervangend lid in plaats van de leden Zijlstra en Dezentjé
Hamming;
- in de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse
Zaken het lid Zijlstra tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Teeven;
- in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het
lid Van der Burg tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Dezentjé
Hamming;
- in de vaste commissie voor Defensie het lid Teeven tot
plaatsvervangend lid in plaats van het lid Zijlstra;
- in de algemene
commissie voor Wonen, Wijken en Integratie het lid Nicolaï tot lid in
plaats van het lid Van Beek en het lid Neppérus tot plaatsvervangend
lid in plaats van het lid Nicolaï;
- in de commissie voor de
Werkwijze der Kamer het lid De Krom tot plaatsvervangend lid in de bestaande
vacature.
Op verzoek van de GroenLinksfractie benoem ik in de vaste commissie voor
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Van Gent als plaatsvervangend lid
in plaats van het lid Azough.
Het woord is aan de heer Duyvendak.
De heer Duyvendak (GroenLinks):
Voorzitter. Ik heb verschillende verzoeken. Mijn eerste verzoek is om
het verslag van het algemeen overleg over de uitvoering van de Nota Ruimte,
dat wij gisteren hebben gehouden, op de plenaire agenda te zetten.
De voorzitter:
Ik stel voor, dit verslag aan de agenda toe te voegen.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Duyvendak voor een tweede verzoek.
De heer Duyvendak (GroenLinks):
Mijn tweede verzoek behelst een rappel. Dat betreft een verzoek dat ik
had aan staatssecretaris De Jager, die het weer zou doorgeleiden naar het
kabinet. Ik heb dinsdag tijdens het mondelinge vragenuur opheldering gevraagd
over de milieudoorrekening van de Prinsjesdagplannen. Mij hadden berichten
bereikt dat niet het NMP dat zou doen, maar het ECN, dat in feite een onderafdeling
van het ministerie van EZ is. Ik had een appel gedaan om het toch door het
NMP te laten doen. Ik had gevraagd, de brief vóór de regeling
van vandaag te mogen ontvangen. Wij hebben de brief echter nog niet ontvangen.
Ik vraag daarom met klem om die brief alsnog te mogen ontvangen, en wel vóór
de regeling van dinsdag.
In het verlengde van dat verzoek nog het volgende. De fractievoorzitters
krijgen in het kader van de nieuwe embargoregeling de vrijdag voor Prinsjesdag
de stukken. Mijn verzoek is om in elk geval het programma Schoon en zuinig
en de milieubeoordeling, welke dan ook, daarvan deel te laten uitmaken. Ook
daarover krijg ik graag opheldering.
Mevrouw Neppérus (VVD):
De VVD-fractie wil in elk geval het verzoek om de doorrekening, maar ook
het verzoek om de stukken tijdig te mogen ontvangen, van harte
steunen.
Mevrouw Gerkens (SP):
De SP-fractie steunt ook het verzoek van de heer Duyvendak.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te
geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de staatssecretaris van Financiën.
De heer Duyvendak (GroenLinks):
Ik zou zeggen: naar het kabinet. De staatssecretaris van Financiën
was meer het loket, omdat met hem de discussie over de dieselaccijns werd
gevoerd. Minister Cramer is echter de eerst handelende bij de doorrekening
en de premier is de eerst handelende bij het beschikbaar stellen van embargostukken.
De voorzitter:
Dan stel ik voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door
te geleiden naar het kabinet.
De voorzitter:
In het algemeen is het trouwens gebruik dat een minister of staatssecretaris
namens het kabinet spreekt.
Het woord is aan mevrouw Kant.
Mevrouw Kant (SP):
Voorzitter. Het is misschien een beetje ingewikkeld, maar ik sluit niet
uit dat mijn fractie vandaag opnieuw een regeling van werkzaamheden wil houden.
Het gaat om het volgende.
Op dit moment is een algemeen overleg gaande met de minister van Verkeer
en Waterstaat, die – waar het alle schijn van heeft – mogelijk
de Kamer verkeerd of niet heeft geïnformeerd op een bepaald punt. Dat
is een onderdeel van het debat. Mocht daar geen helderheid over komen of mochten
er grote vragen blijven of de Kamer wel goed is geïnformeerd, dan wenst
mijn fractie nog een spoeddebat over dat specifieke punt te vragen. Mijn fractie
kan dat echter pas bepalen na afloop van het algemeen overleg. Dit is dus
geen vooraankondiging van een VAO, maar mogelijk zal mijn fractie op dit specifieke
punt vandaag alsnog een spoeddebat willen houden.
Ik vraag u dus om er rekening mee te houden dat wij, indien nodig, aan
het eind van de middag opnieuw een regeling van werkzaamheden willen houden.
De voorzitter:
Zou die regeling kunnen worden gehouden voordat wij om half vier met het
debat over het WRR-rapport beginnen?
Mevrouw Kant (SP):
Het zal daarna moeten.
De voorzitter:
Wij zullen nog met elkaar overleggen. Het zal dan ergens aan het eind
moeten gebeuren, voordat de avondpauze begint.