Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 19 april 2007 over het huurbeleid.

De heer Madlener (PVV):

Voorzitter. Naar aanleiding van het algemeen overleg over het huurbeleid wil ik graag een motie indienen. Deze spreekt voor zich, dus ik zal mij beperken tot het voorlezen ervan.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het de kerntaak van woningcorporaties is om sociale woningen aan te bieden, deze in goede staat te houden en probleemhuurders te begeleiden, zodat overlast door deze groep minimaal blijft en wijken leefbaar blijven;

overwegende dat woningcorporaties in afwijking van hun primaire taak zich meer en meer bezighouden met commerciële activiteiten, zoals het bouwen van commerciële huurwoningen, vrijesectorwoningen, kantoren, winkels en andere commerciële activiteiten;

verzoekt de regering, te bewerkstelligen dat de woningcorporaties zich alleen nog maar met hun kerntaak bezighouden, te weten het bouwen en beheren van sociale woningen;

verzoekt de regering tevens, de woningcorporaties te verplichten om de gigantische reserves waarover zij beschikken, alleen nog aan te wenden voor het bouwen van sociale woningen en voor veiligheid in probleemwijken en daartoe de woningcorporaties een wettelijk maximum op de reserves op te leggen, inclusief de "stille" reserves,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Madlener. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 117(27926).

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik grijp deze gelegenheid aan om kort te reageren op de motie van het lid Madlener. De fractie van GroenLinks zal deze motie niet steunen, omdat zij de invalshoek te beperkt vindt. Onze fractie is al jarenlang van mening dat de reserves van de woningbouwcorporaties moeten worden geactiveerd en ingezet voor woningbouw, maar daarnaast zeker ook voor de wijkomgeving, speeltuinen, scholen, opvanghuizen, buurthuizen, buurtbeheer en dat soort zaken. Steunt de minister deze invalshoek en vormt dit een onderdeel van de deal die zij in haar eerste honderd dagen gaat sluiten met de corporaties, ook wat betreft de wijkvernieuwing?

In het algemeen overleg hebben wij weer aandacht gevraagd voor de verkoop van huurwoningen. Ik heb toen gezegd dat wij eigenlijk niet moeten slopen, maar verkopen. Het komt erop aan, mensen sterker te maken. Ook in oude wijken zijn er veel meer mogelijkheden om mensen eigenaar te maken van hun woning, bijvoorbeeld via de zogenaamde "te woon"-concepten, waar diverse woningbouwcorporaties al mee bezig zijn. De minister heeft mij in het algemeen overleg toegezegd dat zij dit een interessante invalshoek vindt en ermee aan de slag gaat. Zij zal dit met de corporaties bespreken. In de ogen van de fractie van GroenLinks gebeurt er op dit gebied nu nog weinig. Ik ben benieuwd of wij er iets van terugzien na de honderd dagen, maar misschien kan de minister alvast een tipje van de sluiter oplichten.

Minister Vogelaar:

Voorzitter. Het moet mij van het hart dat ik een beetje verrast was – ik laat in het midden of dit onaangenaam of aangenaam was – over de aard van de motie. Ik kan mij namelijk helemaal niet herinneren dat wij in het algemeen overleg ook expliciet over dit onderwerp hebben gesproken. Ik herinner mij wel dat er een discussie is geweest met de heer Madlener over koop en verkoop van woningen door de woningbouwcorporaties, maar een discussie over de taakopvatting van de woningbouwcorporaties en het al dan niet opleggen van een norm voor het vermogen van de corporaties is in debat volgens mij niet gevoerd. Ik begrijp echter dat de regels het toelaten dat hierover desondanks een motie wordt ingediend in het VAO.

Wat de inhoud van de motie betreft, denk ik dat de inbreng van de geachte afgevaardigde Van Gent overeenkomt met wat hierop mijn visie is. Wij zijn in de onderhandelingen met de woningbouwcorporaties bezig gedaan te krijgen wat de Kamer in den brede wil, namelijk aanwending van die reserves juist ook ten behoeve van een aantal maatschappelijke opgaven die bij de herstructurering van de wijken aan de orde zijn. Dat is een van de onderwerpen waarover ik onderhandelingen voer met Aedes, de brancheorganisatie van de woningbouwcorporaties. Dat doe ik met de inzet, tot scherpere afspraken te komen over wat wij nu verstaan onder de opgave en de opdracht van de woningbouwcorporaties als maatschappelijke ondernemingen.

Natuurlijk blijft het de kerntaak, ervoor te zorgen dat er betaalbare huisvesting is voor mensen die het moeilijk hebben op de woningmarkt, maar de taak van de corporaties mag zich daar niet toe beperken. Er moet ook breder geïnvesteerd worden in maatschappelijk vastgoed en in de leefbaarheid van de wijken in kwestie. Wij willen graag dat de woningbouwcorporaties daarin een rol gaan spelen en dat doen zij trouwens in een groot aantal gevallen ook al. Dat is belangrijk vanuit de sociale opdracht waar wij, denk ik, met elkaar voor staan, maar het is ook belangrijk vanuit het perspectief van de woningbouwcorporaties zelf. Als wij met elkaar investeren in de leefbaarheid van de wijken, dan betekent dat ook iets voor de waarde van het woningbezit van die woningbouwcorporaties. U weet immers net zo goed als ik dat het, als wij er niet voor zorgen dat de leefbaarheid van die wijken op een goed peil is, negatieve consequenties kan hebben voor de economische waarde van dat vastgoed. De woningbouwcorporaties hebben er dus zelf ook alle belang bij dat dit gebeurt. Tot zover het onderdeel takenpakket van de woningbouwcorporaties.

Wat de reserves van de corporaties betreft, ben ik er niet op uit om nu hier tot een wettelijke maximering te komen. Ik wil juist inzetten op het maken van afspraken met de woningbouwcorporaties – het coalitieakkoord heeft mij daartoe ook een nadrukkelijke opdracht gegeven – om een deel van die reserves aangewend te krijgen voor de taken die ik net heb beschreven. Dat gaan wij op landelijk niveau doen. Ik wees er al op dat het mijn opdracht is om af te spreken dat woningbouwcorporaties 750 mln. beschikbaar stellen voor landelijke investeringen in de 40 wijken die wij met elkaar hebben geïndiceerd als de grootste probleemwijken waar wij extra in moeten investeren. Daarnaast willen wij graag dat de woningbouwcorporaties hun reserves inzetten door op lokaal niveau afspraken te maken met gemeenten en maatschappelijke organisaties zoals bijvoorbeeld scholen over investeringen in woningbouw, herstructurering van de wijken en in maatschappelijk vastgoed zoals een brede school, een welzijnsvoorziening in de wijk of wat het dan ook moge zijn dat op lokaal niveau als prioriteit wordt gezien.

Tegen deze achtergrond wil ik de aanneming van deze motie ontraden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, over de ingediende motie volgende week dinsdag te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt van 10.27 uur tot 10.45 uur geschorst.

Naar boven