Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Verhagen aan de minister van Financiën over de hoogte van de energietarieven.

De voorzitter:

De heer Verhagen wilde de vragen stellen aan zowel de minister van Financiën als aan de minister van Economische Zaken, maar laatstgenoemde is in het buitenland. De heer Verhagen is daarvan in kennis gesteld en hij is ermee akkoord gegaan dat de minister van Financiën zijn vragen beantwoordt.

De heer Verhagen (CDA):

Voorzitter. Tijdens de algemene beschouwingen hebben wij uitvoerig stilgestaan bij de energieprijzen. Ik heb op dat moment een motie ingediend die door de voltallige Kamer is aanvaard. Uitgaande van de macro-economische verkenningen, heb ik geconstateerd dat het kabinet bij het schetsen van het koopkrachtbeeld is uitgegaan van een olieprijs van gemiddeld $50 per vat. Dat zou leiden tot een stijging van de energierekening met ongeveer € 100. Daarmee zou rekening zijn gehouden. Tijdens het debat hebben wij aangegeven dat de koopkrachtbeelden zoals die waren voorzien, daarmee zouden staan of vallen. Tevens hebben wij opgemerkt dat wij compensatie wensen, indien een en ander zal leiden tot een hogere energierekening dan was te voorzien. Wij hebben te kennen gegeven dat wij compensatie willen, indien sprake zal zijn van een verstoring van het koopkrachtbeeld in relatie tot het beeld dat is gebaseerd op de macro-economische verkenningen en het beeld dat is gebaseerd op de voorstellen van het kabinet. Het doel van de motie is om compensatie te verlenen in de vorm van belastingvermindering, indien dat het geval blijkt.

Vanochtend heeft ons het bericht bereikt dat Nuon, één van de grote energiemaatschappijen die waarschijnlijk de trendsetter is, uitgaat van een olieprijs van $58 per vat voor het komende jaar. Dat zal een energierekening met zich meebrengen die ongeveer € 135 hoger is dan die van het afgelopen jaar. Dat is hoger dan de voorziene € 100. Ik verzoek het kabinet ter uitvoering van de motie-Verhagen, die is aanvaard bij de algemene politieke beschouwingen, om op basis van de raming naar aanleiding van de planning van Nuon een berekening te maken van de koopkrachteffecten. Minister-president Balkenende zei in reactie op de motie dat wij voor het totaalplaatje uiteraard afhankelijk zijn van de berekeningen van het CPB. Inmiddels is bekend dat een van de grote energiemaatschappijen uitgaat van een stijging van € 135. Ik zou graag zien dat het CPB op basis van deze cijfers een doorrekening maakt opdat bij de behandeling van de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dan wel bij de behandeling van het Belastingplan de benodigde compenserende maatregelen genomen kunnen worden om recht te doen aan de uitvoering van de motie-Verhagen.

Minister Zalm:

Voorzitter. Ten aanzien van de motie-Verhagen, die met algemene stemmen is aangenomen, heeft de minister-president bij de algemene politieke beschouwingen uiteengezet dat het verstandig is om eind november/begin december de stand van zaken te bezien. Daarbij wordt niet alleen geïsoleerd gekeken naar de olieprijs en de energierekening, maar naar het totale koopkrachtbeeld. Daarbij spelen ook andere zaken een rol. De energieprijzen werken door in de benzineprijzen. Aan de andere kant kunnen er ontwikkelingen zijn die anderszins de inflatie beïnvloeden, bij voorbeeld de gecontinueerde supermarktoorlog. Zoals de heer Verhagen terecht opmerkt, is al rekening gehouden met een stijging van de energierekening met € 100. Ik heb ook het ANP-bericht gezien dat refereert aan becijferingen van Nuon. Overigens kom ik niet uit op een stijging van € 135, maar op een stijging van € 155. Er wordt gesproken over een energienota van een gemiddeld huishouden van € 2047 volgend jaar tegenover een nota van € 1892 dit jaar. Wij zijn voornemens om eind november/begin december aan de hand van actuele CPB-ramingen, waarin ook de tariefstelling wordt meegenomen van de elektriciteits- en gasmaatschappijen, de stand op te maken en op basis daarvan conclusies te trekken. De minister-president heeft aangekondigd dat dit bij de behandeling van de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de orde zal worden gesteld. Dat lijkt mij het juiste moment, omdat dit het enige moment is waarop wij een nieuw integraal beeld hebben waarbij alle factoren die de inkomensontwikkeling beïnvloeden kunnen worden meegenomen. Daarbij kunnen wij ook mede in de beschouwing betrekken de begrotingssituatie zoals die zich dan aftekent. De toezegging van de minister-president om dit in november/december te bezien, was geen ongeclausuleerde. Dat zou ook heel onverstandig zijn. De Kamer kan van ons verwachten dat wij dan met onze voornemens komen.

De heer Verhagen (CDA):

Voorzitter. Na de reactie van de minister-president hebben wij natuurlijk een motie ingediend. Die was ook niet ongeclausuleerd, want die betrof een dubbele conditie. Dat was enerzijds de hoge energierekening en anderzijds de verstoring van het koopkrachtbeeld. Wij vinden dat er compenserende maatregelen genomen moeten worden als het koopkrachtbeeld mede door die hogere energierekening verstoord wordt. Juist naar aanleiding van de discussie die is ontstaan in eerste termijn, is toen gesteld dat het CPB in december het totaalplaatje zou berekenen mede op basis van de gegevens die de energiemaatschappijen in november verstrekken. Toen hebben wij gezegd, dat zeker moest worden gesteld dat de mensen per 1 januari een compensatie krijgen als dat nodig is. Vandaar ook onze motie. Er zijn toen twee mogelijkheden genoemd: het Belastingplan en de begroting van SZW. Daar zijn wij nog niet aan toe, maar nu al is duidelijk dat de energieprijzen zullen stijgen. Nuon, een trendsetter, heeft een verhoging aangekondigd. De verwachting is gerechtvaardigd dat ook andere energiemaatschappijen deze doorrekening zullen toepassen. Daarom dient het CPB nu al te worden gevraagd om op basis van de huidige ontwikkelingen een doorrekening te maken, zodat er adequaat en op tijd kan worden gereageerd.

Minister Zalm:

Wat is een bedrag van € 35 of € 55 op een gemiddeld gezinsinkomen? Daarvoor hoeven wij het CPB niet in te schakelen.

De heer Verhagen (CDA):

€ 55 is ongeveer 0,5% bij de minima.

Minister Zalm:

Ja, als je uitgaat van € 55. Dat kan bij wijze van spreken op de achterkant van een sigarendoos worden uitgerekend. Overigens beïnvloeden ook de zorgpremies en de benzineprijzen de koopkracht. Een koopkrachtbeschermer dient niet alleen naar de energierekening te kijken. Er moet ook gekeken worden naar bijvoorbeeld de ontwikkeling van de detailhandelsprijzen. Is de concurrentie daar wellicht zodanig scherp dat er enige compensatie kan worden gevonden? Wij willen al met al een integraal beeld. Het CPB zal iets eerder dan gebruikelijk komen met dat integrale beeld. In de eerste week van december zal de Kamer het krijgen, inclusief de voornemens van het kabinet op dit punt.

De heer Verhagen (CDA):

Feit is er dat er nu minder onzekerheden zijn over de energieprijzen dan ten tijde van de algemene politieke beschouwingen. Het moet volstrekt duidelijk zijn dat eventuele compenserende maatregelen voor 1 januari 2006 moeten worden genomen en dus niet in het kader van de voorjaarsnota. Als de minister kan garanderen dat hij op een dusdanig tijdstip met voorstellen komt dat ze kunnen worden ingepast in het Belastingplan, vind ik het best, maar anders niet. Er wordt dan immers geen uitvoering gegeven aan de motie-Verhagen.

Minister Zalm:

Wij komen zo nodig begin december met voorstellen die zo snel mogelijk in werking zullen treden. Wij zullen niet wachten tot de voorjaarsnota. Ik herhaal dat hierbij ook de zorgpremies moeten worden betrokken. Als die ene aanbieder representatief is, levert dat de verzekerden jaarlijks een voordeel van € 50 op. Ik verkeer dus nu even in een optimistische bui en ga ervan uit dat de eerste bieder navolging krijgt. Wij willen echter een totaalbeeld hebben, dus inclusief de zorgpremies, de energieprijzen, de inflatie e.d. Wij zullen zo nodig enkele maanden eerder dan bij voorjaarsnota de besluiten in werking laten treden. Voorzover ik weet, is het technisch mogelijk om tijdig de zaken te regelen.

De heer Crone (PvdA):

Ik was erg blij toen ik hoorde dat de heer Verhagen het vragenuur ging benutten om dit vraagstuk aan de orde te stellen. Het is natuurlijk erg uniek dat de leider van de grootste regeringsfractie de penningmeester moet vragen een motie uit te voeren. Ik ben overigens ook blij dat de penningmeester er zelf is, want de premier en de minister van EZ hebben het al afgepoeierd.

De voorzitter:

De heer Crone bedoelt met "penningmeester" de minister van Financiën.

De heer Crone (PvdA):

Sorry. De minister van Financiën heeft een naam te verliezen als penningmeester. Wij weten nu dat de olieprijs beduidend hoger ligt dan de geraamde $50. Wij weten dus ook dat alle energiebedrijven die prijsverhoging zullen doorvoeren; Nuon is slechts de eerste. Er is geen enkele reden om te wachten tot december, tenzij de minister het wil doorschuiven omdat een andere prijs misschien meevalt. De Kamer heeft met de motie-Verhagen het kabinet opgeroepen om een deel van de gasbatenmeevaller in te zetten.

Ik las vanmorgen in Het Financieele Dagblad dat de minister al 1 mld. aan lastenverlichting aan het uitdelen is. Ik zou graag horen dat de minister er nu al over kan beslissen. Dan kunnen wij bij de behandeling van het Belastingplan de bal gezamenlijk inkoppen door de korting op de energierekening te verhogen zodat mensen compensatie krijgen voor de energieprijzen.

Ik heb ook een vraag aan de fractievoorzitter van het CDA. Wij zijn al exact een jaar, sinds het herfstreces van vorig jaar, bezig om dit punt binnen te halen. Het lukt pas sinds Maxime Verhagen een week of vier geleden op de voorpagina van De Telegraaf meldde dat het nu echt zou gebeuren, zelfs als dat ten koste ging van de FES-criteria en het tekort. Nu ken ik de heer Verhagen als iemand die nooit een grote broek aantrekt, of zijn broek althans nooit laat zakken. Nu loopt hij echter toch weer weg, terwijl de minister zegt dat wij het in december wel zullen horen. Mijn amendement ligt al klaar in concept. Ik wil de heer Verhagen vragen om vanmiddag met zijn financieel woordvoerders een amendement te maken zodat wij de burgers in het land op 7 november de compensatie kunnen geven die de heer Verhagen heeft aangeboden.

Minister Zalm:

De heer Crone noemt de euro-dollarkoers. Ook die is van invloed op de koopkracht. Als je daar partieel iets aan doet en het daarbij laat, zou kunnen blijken dat je onvoldoende of juist overdreven bent opgetreden. Het lijkt mij dus echt verstandig om straks aan de hand van een totaal nieuwe inflatieraming van het CPB, gebaseerd op de dollarkoers, de actuele inflatieontwikkelingen, de energieprijs en de benzineprijs, te bezien wat ons te doen staat.

De 1 mld. die ik genoemd heb, kan geen verrassing zijn geweest voor de heer Crone, want hij heeft mij verzekerd dat hij de Miljoenennota heeft gelezen. Daaruit blijkt dat wij in vergelijking met de planning in het regeerakkoord nog 1 mld. aan lastenverlichting hebben openstaan voor 2007. Het is leuk dat de heer Crone nog even benadrukt dat wij nog niet klaar zijn met de lastenverlichting die wij voor 2006 hebben voorgesteld en dat er in 2007 ook nog iets in het vat zit. Daarvoor ben ik hem erkentelijk.

Het lijkt mij verstandig om de financieringskwestie ook op dat moment te bezien, of wellicht zelfs later. Ik neem aan dat het de Kamer vooral gaat om het type maatregelen dat moet worden getroffen ten behoeve van de koopkrachtondersteuning. De financieringskwestie moet daar natuurlijk wel mee in verband worden gebracht. Ik heb nu geen enkele behoefte om al uitspraken te doen over welke bron van financiering daarvoor het geschiktste is. Ik wil die discussie graag betrekken in de brief die de Kamer begin december van het kabinet krijgt.

De heer Verhagen (CDA):

De heer Crone heeft gelijk met zijn uitspraak dat ik nooit een te grote broek aantrek. Anders kan ik altijd nog een riem omdoen!

Of de heer Crone heeft niet goed geluisterd of, om de woorden van de heer Bos te gebruiken, hij kletst uit zijn nek. Ik heb namelijk gezegd dat de minister van Financiën mag doen wat hij wil, maar dat wij het ofwel bij het Belastingplan willen regelen, ofwel bij de behandeling van de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Als het kabinet niet met een voorstel komt, zullen wij het zelf wel uitrekenen op de achterkant van een sigarendoosje. Als het kabinet niet met voorstellen komt, komen wij met voorstellen, ofwel bij de behandeling van het Belastingplan ofwel bij de behandeling van de begroting van het ministerie van SZW. Ik heb uit de reactie van de minister van Financiën niet kunnen opmaken dat het kabinet niet met voorstellen zal komen die zijn gebaseerd op de voorwaarden uit de motie.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Het lijkt mij toch goed om dit punt uit te discussiëren. De heer Zalm zegt gewoon dat het niet eerder wordt dan begin december. De heer Verhagen zegt hier nu weer dat het over een weekje of twee weken gebeurt, want dan beginnen de behandelingen van het Belastingplan. Die beginnen op 7 november; twee weken later maken wij het plenair af. Wat wordt het nu? Als de minister van Financiën nog wil meedoen in deze discussie, moet hij eerder komen, want anders doet de Kamer het zelf. Als hij wil meedoen, hoop ik dat wij, als wij compensatie gaan bieden, eerst denken aan de mensen met de smalste beurs. Ik kijk nu ook indringend de heer Verhagen aan, en hoop dat hij het met mij eens is. In het koopkrachtbeeld van het kabinet voor het jaar 2006 zakken honderden mensen met een minimuminkomen onder de nullijn. Dat is nu al zo. Straks komen de energielasten erbij, en wordt het een dikke min. Zullen wij eerst aan die mensen denken op het moment dat wij compensatie bieden?

Minister Zalm:

In navolging van de minister-president heb ik gezegd dat wij begin december de Kamer zullen informeren. Dan zijn er instrumenten beschikbaar, waaronder de energiekorting of het aansluittarief. Bij iedereen die een elektriciteitsrekening heeft, wordt nog steeds € 52 aansluittarief in rekening gebracht. Het is een vast bedrag, en dat is procentueel gunstig voor de laagste inkomens.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Mijn eerste vraag is nog niet beantwoord. Doet de minister van Financiën nog mee? Hij blijft zeggen dat er begin december een brief komt, maar dan hebben wij het Belastingplan al behandeld.

Minister Zalm:

De baten van de aansluittarieven komen terecht in een fonds, dat weer wordt verdeeld onder de opwekkers van duurzame energie. Als dit een rijksbijdrage wordt, is een en ander betrekkelijk eenvoudig operationeel te maken, en kan er snel een verrekening plaatsvinden in de voorlopige nota's die de energiebedrijven aan hun klanten sturen. Dit gaat geheel buiten het Belastingplan om. Wij kunnen tot € 52 per huishouden met dat vehikel uit de voeten. Het hele aansluittarief zou dan verdwijnen, wat ook als voordeel heeft dat wij weer in de begroting zullen zien welke subsidies er naar duurzame energie gaan. Wij worden dan niet verrast door zaken die zich eigenlijk "off-budget" afspelen en vervolgens bij de huishoudens in rekening worden gebracht via het aansluittarief. Ik heb er een driedubbel belang bij om in het bijzonder aan dit vehikel aandacht te schenken. In december komen wij met een concreet voorstel naar de Kamer, aan de hand van de meest actuele inzichten op ieder gebied.

De heer Irrgang (SP):

Ik sluit mij namens de SP-fractie aan bij het pleidooi van de CDA-fractie voor duidelijkheid voor de burgers. Er komt heel veel onduidelijkheid op de burgers af, dankzij de begroting van dit kabinet. Ik noem een nieuw zorgstelsel, een premie van € 1100, een nieuw WAO-stelsel en VUT en prepensioen. Het lijkt mij daarom van groot belang, niet alleen voor de mensen, maar ook voor de economie, dat er snel duidelijkheid komt. Ik hoop dat de minister van Financiën daarvan goede nota heeft genomen.

Minister Zalm:

Het heeft voor- en nadelen. Als wij nu zeggen: wij geven elk huishouden € 35, terwijl vervolgens in december het CPB met een heel andere berekening komt, zou de Kamer kunnen zeggen dat het toch niet zo slim was om op basis van alleen een Nuon-berekening iets te doen. Ik houd het op de berekening van het CPB.

Naar boven