Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van volgende week:

  • - de Verslagen van de Commissie voor de Verzoekschriften (30335, nrs. 33 tot en met 37);

  • - het wetsvoorstel Uitvoering van verordening (EG) Nr. 1435/2003 van de Raad van de Europese Unie van 22 juli 2003 betreffende het statuut voor een Europese Coöperatieve Vennootschap (SCE) (Uitvoeringswet verordening Europese coöperatieve vennootschap) (30382);

  • - het wetvoorstel Wijziging van de Wet rampen en zware ongevallen teneinde de toegankelijkheid van de provinciale risicokaart te kunnen beperken (30390);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (periodieke registratie) (30463).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van 4, 5 en 6 april:

  • - het wetsvoorstel Regels inzake de verwerking van politiegegevens (Wet politiegegevens) (30327);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap tot beperking van meervoudige nationaliteit en tot invoering van het verlies van het Nederlanderschap wegens het toebrengen van ernstige schade aan de essentiële belangen van het Koninkrijk of van een of meer van zijn landen (30166, R1795).

Voorts stel ik op verzoek van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor om het eerder door de commissie aangevraagde debat over de toegankelijkheid van de website kiesbeter.nl voor blinden en slechtzienden van de agenda af te voeren.

Aangezien voor de stukken gedrukt onder de nummers: 23908 (R1519), nr. 71, 30457 en 30459 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor dat wat deze Kamer betreft de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd. Ik stel voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Aangezien voor de stukken 29692, 30112, 30243, 30205 en 30464 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de D66-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Justitie het lid Dittrich tot lid in de plaats van het lid Van der Laan.

Op verzoek van de LPF-fractie benoem ik in de contactgroep Groot-Brittannië het lid Hermans tot lid in plaats van het lid Nawijn.

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde de aangehouden moties 29689, nr. 39, 30300-A, nr. 36, 30300-VI, nr. 81, en 30300-XII, nr. 20, zijn vervallen.

Het woord is aan mevrouw Arib.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Uit een bericht in de dagbladen blijkt dat gisteren de eerste resultaten bekend zijn geworden van het onderzoek in Rotterdam naar babysterfte, een samenwerking tussen ggd en de Erasmusuniversiteit. Het blijkt dat het percentage babysterfte en vroeggeboorte in Rotterdam onder allochtonen hoger is dan onder autochtonen. Van elke 1000 allochtone zwangeren verloren gemiddeld 16,2 vrouwen hun baby in de periode vanaf 22 weken zwangerschap tot een week na de geboorte. Bij autochtone vrouwen ligt dit cijfer op gemiddeld 12,4. Wij hebben een debat gehouden in de Kamer over dit onderwerp. De minister heeft een aantal toezeggingen gedaan. Zo zou een aantal onderzoeken plaatsvinden. De cijfers zijn echter ernstig. Elk onderzoek bevestigt dat het sterftecijfer voor allochtone baby's hoger is. Ik vraag de minister dan ook om een reactie te geven op het onderzoek dat in Rotterdam is verricht. Ik vraag de minister ook om aan te geven welke maatregelen er nodig zijn voor de korte termijn. Een aantal dingen weten wij al. Ik vraag hem de Kamer daarover het liefst voor 1 mei van dit jaar te informeren.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is wederom aan mevrouw Arib.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Mijn collega Kalsbeek wil graag het verslag van het algemeen overleg over de wachttijden in de jeugdzorg op de plenaire agenda. Dat kan ook op de agenda van volgende week.

De voorzitter:

Ik hoor uw verzoek. Ik hoor en zie dat u dat mede namens een aantal andere leden doet. Ik stel voor, dit verslag te agenderen op de agenda van volgende week.

De heer Çörüz (CDA):

Wij hebben vorige week een uitgebreid overleg gehad. Daarin kwam een aantal onderwerpen aan de orde, waaronder de wachtlijsten, justitiële jeugdinrichtingen en bijvoorbeeld de William Schrikker Stichting. De minister heeft ons toen een aantal brieven toegezegd. Ik wil die brieven wel zo snel mogelijk ontvangen, want anders wordt een discussie daarover lastig.

Mevrouw Arib (PvdA):

Ik heb dat debat zelf niet gevoerd, maar ik kan mij voorstellen dat mijn collega Kalsbeek dit onderwerp op de plenaire agenda wil zetten. Het heeft te maken met de urgentie van het probleem. Zij is in elk geval van plan om een motie in te dienen. Misschien verzoekt zij de regering in die motie wel op korte termijn actie te ondernemen. Nogmaals, ik was niet bij het debat aanwezig. Ik ben slechts de boodschapper. Ik ga ervan uit dat het wordt gehonoreerd als een Kamerlid een VAO op de plenaire agenda wil zetten.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik steun het verzoek van mevrouw Kalsbeek, hier gedaan door mevrouw Arib, maar de heer Çörüz heeft ook een punt. Het zou prettig zijn als er contact wordt gelegd met beide departementen, want het gaat ook om informatie van de staatssecretaris van VWS. Misschien kan er gekeken worden of de beloofde informatie hier volgende week op een fatsoenlijk tijdstip kan landen. Dan staat niets een snel VAO in de weg. Het is terecht dat mevrouw Arib dat meldt: wij gaan hier niet weken op zitten wachten. Die boodschap moeten beide departementen ook krijgen.

Mevrouw Kant (SP):

Over de aanpak van de wachtlijsten ligt er volgens mij al een brief. Ik heb die brief tenminste gisteren gezien. Maar dat is natuurlijk niet het enige punt. Over de William Schrikker Groep zouden wij ook nog informatie krijgen. Als het verzoek om het VAO ertoe kan leiden dat die informatie snel komt, graag. Ik wil echter wel de juiste volgorde der dingen aanhouden.

Mevrouw Örgü (VVD):

Misschien kan mevrouw Kalsbeek nog even laten weten of het gaat om een brief die zij nog wil hebben of dat zij een nieuw punt wil agenderen naar aanleiding van het AO.

De heer Van der Vlies (SGP):

Ik vind de lijn die collega Vendrik voorstelde verstandig, dus daar sluit ik mij bij aan.

Mevrouw Kraneveldt (LPF):

Ik wil wel dat het VAO pas plaatsvindt als wij die brieven hebben. Het wordt zo'n rommeltje als wij eerst een VAO hebben en als er pas drie dagen later een brief komt. Laten wij het eerst goed coördineren en dan een definitief tijdstip afspreken.

De voorzitter:

Ik heb alle opmerkingen gehoord. Die zijn niet strijdig met mijn voorstel om het volgende week te doen. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Justitie en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Wij zullen met het oog op de urgentie in overleg een goed tijdstip kiezen voor het VAO. Dan moet de Kamer alle informatie hebben.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Zonder tegenbericht mag u ervan uitgaan dat er komende dinsdag gestemd zal worden over de nieuwe geneesmiddelenwet. Dat is ook een prachtig dossier. De laatste informatie van de minister is net binnengekomen. Ik ben er nog niet over uit, maar ik houd het voor mogelijk dat ik u verzoek die stemmingen uit te stellen voor een derde termijn. Het is meer een vooraankondiging. Ik weet het niet zeker.

De voorzitter:

Dan houden wij het bij een vooraankondiging. Dinsdag zullen wij dan wel zien wat wij doen met de stemmingen.

Het woord is aan de heer Slob.

De heer Slob (ChristenUnie):

Mevrouw de voorzitter. Gisteren heeft de Raad van State vergunningen van veertig mosselvisserijbedrijven in de Oosterschelde die door minister Veerman waren verleend, vernietigd. Dat kan ingrijpende gevolgen hebben voor de werkgelegenheid van zo'n 10.000 mensen. Mede om die reden verzoek ik de minister namens de fracties van het CDA en de SGP om een brief, waarin hij ingaat op de uitspraak van de Raad van State en de consequenties voor de werkgelegenheid in dit gebied.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Ik heb gisteren een interpellatieverzoek gedaan over de voorkruipzorg. Afhankelijk van de verzekering die je hebt afgesloten, ga je wel of niet voor bij een ziekenhuis. Dat verzoek is omgezet in het vragen van een brief, omdat andere Kamerleden dat een betere procedure vonden. Daar heb ik mee ingestemd in de veronderstelling dat er volgende week een algemeen overleg over zou zijn. Ik had in mijn hoofd dat het was uitgesteld, wat ook het geval bleek te zijn, alleen wisten mijn collega's dat blijkbaar niet. Dat geeft verder ook niet. Laten wij vasthouden aan de procedure die gisteren is afgesproken, maar daarmee verandert wel het verzoek aan de minister om een brief voor het AO van volgende week. De brief wordt dus geagendeerd voor het AO van de week daarop. Het is een detail, maar ik wilde dit rechtzetten en melden dat de procedure een andere is dan gisteren in de regeling is afgesproken.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering ook door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder de minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven