Vragen van het lid Kortenhorst aan de minister van Defensie over het lek steken van de banden van 480 legerwagens op de militaire basis Stroe.

De heer Kortenhorst (CDA):

Voorzitter. Afgelopen weekend heeft een aantal onverlaten 480 vrachtauto's vernield op basis Stroe te Garderen. 480 auto's van ons leger! Als ik dat op mij laat inwerken en mij afvraag hoeveel tijd nodig is om ongemerkt 480 vrachtauto's te vernielen, kom ik tot de conclusie dat men daar ongezien een zeer grote actie heeft kunnen houden. Op zichzelf is dat al ernstig genoeg, maar het is nog erger. Dat blijkt als ik mij verdiep in de recente geschiedenis. Op 11 april van dit jaar zijn er in Gilze-Rijen veel meer dan honderd pistolen gestolen. Een kleine maand later is bij de Oranjekazerne te Schaarsbergen een rij auto's beschadigd. Op 10 augustus jongstleden heeft een man twee F16-vliegtuigen gesloopt. De schade daarvan bedraagt miljoenen euro's. Een maand later, namelijk in september jongstleden, is gebleken dat een Ossenaar over oefenexplosieven beschikt. Deze maand zijn 480 vrachtauto's vernield. Wat is er aan de hand? Na de pistolendiefstal zouden er allerlei zaken in gang zijn gezet. Dat neemt echter niet weg dat wij het laatste kwartaal iedere maand aan de beurt zijn geweest. Welke maatregelen zijn er inmiddels genomen en hoe staat het nu concreet met de beveiliging van onze militaire bases? Zal rond-de-klokbeveiliging nodig zijn? Het heeft er alle schijn van dat iedereen doodleuk kan binnenwandelen om met belastinggeld aangeschaft materiaal te vernielen.

Heeft de minister inmiddels in het vizier wie de RAMA is? Ik schrik ervan dat soortgelijke clubs – waarschijnlijk zijn dat vrienden van de RAMA – sites hebben en dat zij openlijk allerlei acties aankondigen. Wat doet het kabinet om die lieden te pakken te krijgen? Is het van plan om naast de strafrechtelijke vervolging de schade op hen te verhalen? Het betreft immers het geld van de eerlijke belastingbetaler.

Minister Kamp:

Voorzitter. Ik deel de verontwaardiging van de vragensteller. Afgelopen zondagochtend is geconstateerd dat in de Majoor Mulderkazerne in Stroe een groot aantal banden van 463 voertuigen lek is gestoken. De totale schade wordt nu geraamd op € 900.000. Het betreft voertuigen die geparkeerd stonden op militair terrein. Het militaire terrein valt bij ons in een bepaalde categorie, waarvoor een aantal beveiligingseisen geldt. In de eerste plaats is het terrein afgezet met een hekwerk. In de tweede plaats zijn die plaatsen waar men op een normale manier naar binnen kan, permanent bewaakt. In de derde plaats vindt met een zekere regelmaat patrouillering over het terrein plaats. Al die maatregelen konden echter niet voorkomen dat dit is voorgevallen. Er zal daarom een onderzoek worden ingesteld door de Koninklijke Marechaussee. Dat valt onder de verantwoordelijkheid van het OM en dat zal gericht zijn op de daders. Zodra dat onderzoeksresultaat bekend is, zal naast de strafrechtelijke procedure wat mij betreft een civielrechtelijke procedure aan de orde zijn. Wij zullen trachten om op die wijze de schade bij de plegers te verhalen. Ik verzeker de Kamer dat wij zeer gemotiveerd zijn om dat te doen.

Evenals de vragensteller maak ik mij zorgen over de grootschalige vernieling van rijkseigendommen, zoals die hier heeft plaatsgevonden. Het zijn militaire goederen die wij voor nuttige zaken willen gebruiken, namelijk om mensen in de wereld te helpen. Met deze vernielingen is veel belastinggeld weggegooid. Wij zullen daarom alle procedures opnieuw doorlopen om na te gaan of er, naar aanleiding van datgene wat zich heeft voorgedaan, een reden is om de zaak anders te organiseren.

De heer Kortenhorst heeft gevraagd hoe het zit met de beveiliging van de eigendommen van Defensie. Recent hebben wij daarover een rapportage aan de Kamer gestuurd. Naar aanleiding van een aantal incidenten heb ik weergegeven wat wij hebben gedaan en ik blijf beschikbaar om over deze kwestie met haar van gedachten te wisselen.

De heer Kortenhorst (CDA):

Ik heb van de minister begrepen dat er wederom een onderzoek door de Koninklijke Marechaussee zal worden gedaan en dat wij daarover vervolgens onze gedachten zullen laten gaan. Ook heb ik begrepen dat er met minister Remkes een overleg over deze problematiek zal komen. Ondertussen constateer ik echter dat wij het laatste kwartaal iedere maand aan de beurt zijn gekomen. Dat vind ik diep triest. Ik schrik van het bedrag, want het gaat kennelijk per keer om ongeveer 1 mln. De beschadiging van de F16 twee maanden geleden kostte een veelvoud. Kan de minister toezeggen dat wij nu iets gaan doen, los van lopend onderzoek, los van de evaluatie daarvan en los van de ongetwijfeld goede gesprekken die gaan plaatsvinden? Het kan niet meer zo zijn dat wij rustig gaan onderzoeken en ongeveer iedere maand weer een prachtig bericht in de krant lezen.

Minister Kamp:

Rustig onderzoek zal iedere keer moeten plaatsvinden zodra een feit plaatsvindt dat strafrechtelijk moet worden onderzocht. Hier is rijkseigendom vernield en dan moet dus een onderzoek ingesteld worden. Dat zal ook deze keer gebeuren. Het overleg met de Kamer is geen overleg over de problemen, maar over wat ik allemaal heb gedaan. Naar aanleiding van een aantal incidenten heb ik maatregelen genomen. Die heb ik opgesomd en voor de Kamer inzichtelijk gemaakt. Nogmaals: ik ben beschikbaar om daar met de Kamer over te spreken. U vraagt mij of ik kan garanderen dat dit soort dingen niet meer gebeurt. Dat kan ik niet garanderen. Ik heb de Kamer geschreven dat wij een zodanige beveiliging van de vele eigendommen van Defensie in Nederland hebben dat wij onze uiterste best doen om incidenten zoals deze te voorkomen, maar ik kan zeker niet garanderen dat herhaling niet zal plaatsvinden. Ik kan u wel garanderen dat ik hierdoor geschokt ben en ervan overtuigd ben dat het mijn taak is om te proberen om dit zo veel mogelijk te voorkomen. Behalve de rapportage over de maatregelen die ik heb genomen naar aanleiding van ieder incident en zeker ook dit incident, zal ik mijn procedures dus weer doorlopen. Aan de hand van wat er is gebeurd, zal ik bekijken of er toch een mogelijkheid is voor verbetering. Dat zal ik ook deze keer dus weer doen.

De heer Kortenhorst (CDA):

Maar...

De voorzitter:

Nee, de twee rondes die u in het vragenuur hebt, zijn voorbij. Ook gelet op de totale tijd voor het vragenuur – wij hebben nog maar vijf minuten – is er alleen nog gelegenheid voor een paar korte aanvullende vragen.

De heer Szabó (VVD):

Voorzitter. Het is een belangrijk feit dat militaire objecten op de een of andere manier niet voldoende worden beschermd. Dat heeft vaak te maken met de 24-urige inzet en dus ook met geld. Wij hebben binnenkort een discussie in de Tweede Kamer over dit onderwerp. Bij die discussie zou ik het financiële plaatje graag willen betrekken, want als militaire objecten onvoldoende worden beschermd en als daarvoor onvoldoende geld beschikbaar is, moeten wij die discussie voeren. Het gaat nu op jaarbasis immers al om miljoenen aan beschadigingen. Dat kan dus niet. Daarnaast staat ook de inzetbaarheid van de krijgsmacht onder druk. Wij zijn in Woensdrecht geweest en wij hebben daar gezien dat de F16's aan de grond staan en allang hadden moeten worden ingezet. Nogmaals: als de inzetbaarheid onder druk komt te staan, moeten wij als Kamer maatregelen nemen, samen met de minister.

Minister Kamp:

Ja, maar ik kan niet 100% beveiligen. Daar hebben wij te veel eigendommen voor. Wij zitten met een organisatie die veel onroerend en roerend goed moet beheren. Wij moeten ook veel software en wapensystemen beheren. Er moet van alles en nog wat beheerd worden. Wij proberen dat binnen de bestaande dreigingsanalyse en binnen onze financiële mogelijkheden optimaal te doen. Ik heb de Kamer gerapporteerd hoe dat in elkaar zit en hoe het volgens mij zou moeten gebeuren. Nogmaals: ik ben beschikbaar om daarover te spreken. Wij moeten ons wel realiseren dat, zelfs als wij onze 45.000 militairen allemaal zouden inzetten voor bewaking van wat wij in Nederland hebben, nog geen 100% garantie kunnen geven. Niemand zal echter van mij verwachten dat ik alle militairen daarvoor inzet. Ik ga hier zeker niet gemakkelijk mee om. Ik ben hier bezorgd over en ik wil alles doen om dit te voorkomen, maar ik kan niet garanderen dat het niet meer zal gebeuren.

De heer Brinkel (CDA):

De minister zegt nu dat een waterdichte beveiliging niet te garanderen is. Dat heeft hij ook geschreven in de brief over de beveiliging van militaire objecten. Is de minister het met de CDA-fractie eens dat in het licht van wat er is gebeurd, toch echt wel iets meer ambitie vereist is dan deze inzet?

Minister Kamp:

Nee, dat ben ik niet met de CDA-fractie eens. Ik heb op 26 augustus van dit jaar mijn brief gestuurd waarin ik een overzicht heb gegeven van alle maatregelen die wij hebben genomen. Ik heb daarin ook aangegeven wat volgens ons de zwakke plekken zijn en wat wij hebben gedaan om die zwakke plekken weg te nemen. Ik ben, als er aanleiding toe is, bereid om er opnieuw naar te kijken. Op dit moment, ruim een maand na de brief die ik aan de Kamer heb gestuurd, heb ik niet de overtuiging dat er in algemene zin meer gedaan moet worden dan wat ik zo-even heb aangegeven.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Ik hoor de minister zeggen dat hij onze verontwaardiging deelt. Enige maanden geleden ging het om 150 wagens. Nu gaat het om 480 wagens. Het is al heel wat om een autoband leeg te prikken. Hier gaat het echter om 1920 autobanden. Ik vraag mij werkelijk af hoe het mogelijk is dat dit heeft kunnen gebeuren. Hoeveel mensen zijn daarvoor nodig? Hoeveel tijd is daarvoor nodig? Hoe kan dit ongemerkt gebeurd zijn? Het kan niet dat de terreinen onvoldoende bewaakt zijn. Wij zijn immers teruggegaan naar een overzichtelijk aantal terreinen. Gezien de enorme bedragen hiervoor, mogen dit soort dingen niet gebeuren.

Minister Kamp:

Mevrouw Eijsink zit in de buurt. Het gaat om 1661 banden die lek zijn geprikt. Dat zijn er verschrikkelijk veel. Ik ben er erg ongerust over. Er had nog meer kunnen gebeuren met die voertuigen. Er is veel belastinggeld in die voertuigen gestoken. Naar aanleiding van dit voorval ben ik dan ook van plan om te bezien wat er nog meer gedaan kan worden. Defensie beschikt over vele duizenden voertuigen en over vele honderden gebouwen en over allerlei wapensystemen. Het is niet mogelijk om hiervoor een 100% waterdichte beveiliging op te tuigen. Deze locatie is afgeschermd met een hek en met een permanent bewaakte toegangspoort en is beschermd met patrouillering die 24 uur per dag met een zekere regelmaat plaatsvindt. Het zijn objecten die wel degelijk beveiligd worden. Het is echter opnieuw gebleken dat het niet mogelijk blijkt om dergelijke incidenten te voorkomen. Wij willen dat wel. Wij bekijken of wij het in de toekomst met nog meer kans op succes kunnen doen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Er zijn veel vrachtwagens en ook een F16 uit de roulatie gehaald. Blijft de vraag wat het betekent voor het ambitieniveau. Is er nog genoeg inzetbaar materieel? Of kan Defensie het sowieso zonder dit materieel af?

Minister Kamp:

Ik ben geroerd door de bezorgdheid van de fractie van de SP voor Defensie-eigendommen. Ik zal mijn uiterste best doen om die goed te beheren. Wat mij betreft krijg ik ook de steun van deze fractie om nog meer te kopen.

Naar boven