Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | nr. 7, pagina 371-373 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | nr. 7, pagina 371-373 |
Vragen van het lid Hirsi Ali aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie over de opvang van slachtoffers van eergerelateerd geweld zonder verblijfsvergunning die meer dan drie jaar in Nederland verblijven.
Mevrouw Hirsi Ali (VVD):
Voorzitter. Namens de VVD-fractie wil ik graag een casus schetsen van geweld op basis van familie-eer. Deze staat symbool voor vele casussen. Ik wil niet spreken over individuele gevallen, maar dit is een voorbeeld.
Gisteravond vertoonde het actualiteitenprogramma Twee Vandaag het schrijnende verhaal van Samira, een Marokkaanse vrouw die op negentienjarige leeftijd door haar familie naar Nederland is gehaald. Haar gehele familie heeft de Nederlandse nationaliteit gekregen, behalve zij. Inmiddels is zij tweeëndertig jaar oud en twaalf jaar in Nederland. Samira is tot tweemaal toe uitgehuwelijkt. Haar tweede echtgenoot, die dertig jaar ouder is, mishandelt haar en haar kinderen. Hij slaat en schopt haar en hij houdt haar tegen haar wil gevangen in zijn huis. Hij slaat ook haar kinderen. Dit gaat jaren door totdat hij haar op een dag bijna vermoordt. Samira's vader vindt het allemaal best; hij neemt het niet voor haar op. Zij heeft niemand die haar helpt, behalve een Nederlandse vrouw op de peuterspeelzaal. Deze heeft Samira aangemoedigd de gewelddadige situatie waarin zij verkeert, te verlaten. Maar als de nachtmerrie van de mishandeling achter de rug is, begint voor Samira de meedogenloze werkelijkheid, die er als volgt uitziet: Samira gaat naar de opvang, maar de opvang zegt Samira niet te kunnen helpen omdat zij geen verblijfsvergunning heeft. Vervolgens gaat zij naar de IND, maar die zegt dat Samira terug moet naar Marokko, en dat terwijl zij al twaalf jaar in Nederland verblijft en zij haar kinderen hier heeft gekregen. Bovendien bezit haar gehele familie de Nederlandse nationaliteit.
Samira's verhaal staat niet op zichzelf, maar is symbolisch voor tientallen, misschien wel honderden, vrouwen.
Op deze manier werkt de IND onbedoeld mee met de vader die zijn dochter tot een huwelijk dwingt, en met de echtgenoot die zijn vrouw mishandelt.
De voorzitter:
U moet langzamerhand naar uw vragen toe, want u hebt maar twee minuten.
Mevrouw Hirsi Ali (VVD):
Wat vindt de minister ervan? De minister heeft in het laatste overleg met de Kamer toegezegd de Vreemdelingencirculaire 2000 aan te passen op dit soort punten. Wat is daarvan terechtgekomen? Is dat al gebeurd?
De minister heeft ons in datzelfde overleg verzekerd dat er bij de IND per regio contactpersonen zijn ingesteld die naar gendergerelateerde aspecten van de Vreemdelingenwet kijken. Hoe is het dan mogelijk dat een vrouw die twaalf jaar in Nederland woont in een dergelijke barre situatie kan verkeren? Mijn fractie wil voorts graag van de minister een inventarisatie ontvangen van het aantal vrouwen dat in dezelfde situatie verkeert als Samira.
Kan de minister ons er inzicht in geven hoe het in het algemeen verloopt met de berechting van vaders en echtgenoten die vrouwen zoals Samira ertoe dwingen om uitgehuwelijkt te worden?
Minister Verdonk:
Voorzitter. Wij hebben reeds een aantal malen met elkaar gedebatteerd over slachtoffers van eerwraak. Wij hebben in die overleggen onderkend dat die vrouwen in een afschuwelijke situatie terechtkomen.
Ik heb een aantal maatregelen genomen. De stelling van mevrouw Hirsi Ali dat vrouwen in een dergelijke situatie geen opvang krijgen, is niet juist. Ik heb de vorige keer gezegd dat deze vrouwen noodopvang kunnen krijgen. Als bij een vrouwenopvangcentrum een vrouw bont en blauw aan de deur klopt, wordt de vrouw niet een deur verder verwezen. Dan is er wel degelijk noodopvang. Wij hebben ook te maken met het feit dat wij in dit land een heel duidelijk illegalenbeleid voeren op grond waarvan illegalen het land moet verlaten. Vandaar dat ik heel duidelijk spreek over noodopvang.
In deze casus speelt een aantal zaken door elkaar. Wanneer een vrouw die in de eerste drie jaar van hun verblijf nog een afhankelijke verblijfsvergunning heeft, aangifte doen of door de politie met betrekking tot haar een ambtshalve aangifte wordt gedaan vergezeld van een verklaring van een vertrouwensarts, kan ook zij in aanmerking komen voor een zelfstandige verblijfsvergunning. De IND heeft een aantal contactpersonen. Als een illegale vrouw of een vrouw waarvan de verblijfstatus niet bekend is zich meldt, is deze contactpersoon goed te bereiken. De Federatie Opvang is heel tevreden over dit contact.
Mevrouw Hirsi Ali vroeg naar een inventarisatie. Politie Haaglanden inventariseert knelpunten die zich voordoen in de vooruitgeschoven positie die het korps inneemt bij het daadwerkelijk bestrijden van eerwraak. Daarbij kan het ook gaan om verblijfsrechtelijke zaken. Wanneer daaruit praktische punten naar voren komen die kunnen worden opgelost, zal ik daarbij zeker het voortouw nemen.
Mevrouw Hirsi Ali (VVD):
Voorzitter. Ik ben gelukkig met het antwoord van de minister. Mijn fractie is ook voorstander van een scherper illegalenbeleid. In de praktijk krijgen wij ermee te maken dat de IND, als casussen zoals die van Samira zich voordoen, zegt dat zij terug moet keren naar Marokko omdat zij illegaal is, maar dat ons wanneer wij in de Kamer spreken over eergerelateerd geweld, wordt verzekerd dat de opvang geregeld is en de IND regionale contactpersonen kent. Het is mijn fractie nog steeds niet duidelijk hoe de situatie is. Wij moeten hier niet over individuele gevallen spreken, maar kan de minister ons toezeggen dat vrouwen als Samira vanaf nu na een leven van mishandeling achter de rug te hebben, niet in een bureaucratische nachtmerrie zullen belanden?
Minister Verdonk:
Voorzitter. Er is op dit moment sprake van drie relevante partners: de Federatie Opvang, de contactpersonen bij de IND en de politie Haaglanden. Van alle drie deze spelers in het veld bereiken mij geluiden dat sprake is van goede samenwerking en dat er goede maatregelen worden getroffen. Mevrouw Hirsi Ali heeft het over "casussen zoals Samira". Elke casus staat op zich. In de ene casus doen zich schrijnende omstandigheden voor, in de andere niet. Het is daarom onmogelijk om uitspraken te doen ten aanzien van "casussen zoals Samira". Wij gaan heel serieus om met de slachtoffers van eergerelateerd geweld. Ik herhaal dat ik naar aanleiding van de uitkomsten van het werk van politie Haaglanden bereid ben om te bezien welke aanvullende maatregelen genomen kunnen worden. Ik wijs erop dat er sprake is van vrouwen met of zonder verblijfstitel, van illegale en niet-illegale vrouwen. Dat dilemma is ook hier aanwezig. Ik zal er echter alles aan doen om deze vrouwen te helpen.
Mevrouw Lambrechts (D66):
Voorzitter. De minister heeft de toezegging om er alles aan te zullen doen om deze vrouwen te helpen al eerder gedaan. Ik begrijp niet wat haar antwoord op de vragen van mevrouw Hirsi Ali daaraan toevoegt. Kan zij ons een indicatie geven hoeveel vrouwen op basis van de regeling die zij zojuist heeft geschetst, via de IND-regiocoördinator daadwerkelijk een zelfstandige verblijfsvergunning hebben verkregen? Die toezegging had zij eerder al gedaan, maar eerlijk gezegd heb ik het gevoel dat het voor geen meter werkt.
Minister Verdonk:
Daarop kan ik op dit moment geen getalsmatig antwoord geven. Ik heb gezegd dat ik daarover zal rapporteren wanneer wij daarin meer inzicht hebben. Er loopt een aantal trajecten en wij hebben elkaar in het debat gezegd dat wij de tijd moeten nemen om de definities goed te formuleren en te zorgen dat wij weten wat wij bedoelen met "eergerelateerd geweld". Dat traject loopt volop en ik hoop de Kamer daarvan dit jaar nog verslag te doen. Daarbij zullen ook getallen worden genoemd.
Mevrouw Azough (GroenLinks):
Voorzitter. Ik heb met enige verbazing geluisterd naar de tweede termijn van mevrouw Hirsi Ali. Ik vraag mij af waarom zij gelukkig is met het antwoord van de minister. Hét probleem van deze vrouwen, die illegaal zijn, is dat zij zijn weggegaan bij hun man. Zij zijn niet plotseling illegaal, zij zijn illegaal omdat zij weggaan bij hun man, omdat zij een afhankelijke verblijfsvergunning hebben. Dat is de bron van het probleem. De VVD-fractie vindt dit ook een ernstig probleem omdat er niet enkele maar duizenden casussen zijn. Laten wij er dus voor zorgen dat die afhankelijke verblijfsvergunning een onafhankelijke wordt. Ik verzoek de minister daarop te reageren want daarmee is haar probleem direct opgelost.
Minister Verdonk:
Ik wil hier één suggestie niet wekken, namelijk dat ik eerwraak kan voorkomen. Dat kan ik niet. Ik kan allerlei maatregelen nemen om te zorgen dat de positie van die vrouwen verbetert. De vrouwen die een afhankelijke verblijfstitel hebben, zijn illegaal als zij weggaan bij hun man. Ik heb de toezegging gedaan dat deze vrouwen in aanmerking kunnen komen voor een zelfstandige verblijfsvergunning als zij slachtoffer zijn van huiselijk geweld, als er een aangifte is gedaan, ambtshalve of door de vrouw zelf, als er een verklaring is van de vertrouwensarts. Daarvoor zijn er die contactpersonen bij de IND. Deze hebben extra scholing ontvangen en krijgen nog steeds extra scholing om die problemen te onderkennen en maatregelen te nemen in verband met de verblijfsstatus. Als echt sprake is van schrijnende gevallen en ik gebruik moet maken van mijn discretionaire bevoegdheid, zal ik niet schromen dat te doen.
De heer Dijsselbloem (PvdA):
Voorzitter. De minister heeft tot nu toe gesproken over haar beleid en haar voornemens. Het is echter zeer belangrijk wat er van die voornemens terecht komt. In hoeveel gevallen, voor hoeveel vrouwen heeft zij deze mogelijkheid daadwerkelijk opengesteld? Hoeveel vrouwen zijn terechtgekomen in de bureaucratische rompslomp waarover mevrouw Hirsi Ali heeft gesproken en wat doet de minister daaraan?
Minister Verdonk:
De vraag naar het aantal vrouwen heb ik al beantwoord. Ik heb gezegd dat ik dat in de loop van het jaar duidelijk zal maken aan de Kamer, wanneer ik daarin zelf inzicht heb. Als er één traject is waarin geen sprake is van bureaucratische rompslomp, dan is het wel dit traject. Politie Haaglanden, contactpersonen bij de IND en de Federatie Opvang zijn allemaal zo overtuigd van de urgentie van dit probleem, van het feit dat zij deze vrouwen moeten helpen, dat daarbij geen bureaucratische rompslomp te pas komt.
Mevrouw Kraneveldt (LPF):
Voorzitter. De grootste problemen van deze vrouwen zijn natuurlijk die mannen die hun handen niet kunnen thuishouden en die zelfs hun eigen familie ophitsen om de vrouw eventueel te vermoorden. Hoe kunnen wij die mannen aanpakken? Wanneer een vrouw als Samira besluit met de politie mee te werken en aangifte te doen, waarna het tot een veroordeling komt, is de minister dan bereid – of doet zij dit wellicht al – om van die mannen de verblijfsvergunning af te nemen en te zeggen dat zij hier niet thuis horen en in plaats van hun echtgenote terug moeten naar hun land van herkomst? Hoe moet ik dit zien in het kader van haar nieuwe voorstel om bij bepaalde vergrijpen de verblijfsvergunning af te nemen. In hoeverre kan zij daarvan al gebruik maken?
Minister Verdonk:
Op dit moment is het in de praktijk heel moeilijk daarvan gebruikt te maken. Dat is de reden waarom ik de glijdende schaal in de regeling heb aangescherpt. Bij het straffen van mannen en het ontnemen van hun verblijfsvergunning omdat zij een misdrijf hebben begaan waarop volgens de wet gevangenisstraf staat, waaronder ook deze zaken vallen, zal ik niet schromen verblijfsvergunningen af te nemen.
De heer De Wit (SP):
Moet de eerwraak of het geweld hebben plaatsgevonden voor men een aanvraag kan doen voor een onafhankelijke verblijfsvergunning of is dit ook al mogelijk bij dreiging? Kan men een beroep doen op deze vergunning als die dreiging serieus is en men bij de partner weggaat?
Minister Verdonk:
Ik voel precies mee met wat de heer De Wit zegt. Wat wij natuurlijk zouden moeten willen, is het voorkómen van eergerelateerd geweld. Wat wij op dit moment doen en wat Haaglanden doet, is ook die dreigingen in beeld brengen. Het kunnen voorkómen van dit soort zaken is voor mij net zo belangrijk als dit voor de heer De Wit is. Ook daar wil ik maatregelen toe nemen, maar ik zal wel zo objectief mogelijk de dreiging moeten kunnen vaststellen; daar komt het op neer. Ik ben het echter met zijn stelling en richting helemaal eens.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20052006-371-373.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.