Vragen van het lid Azough aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over zorgverzekeraars die 400 mln. op de plank laten liggen.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Voorzitter. In april 2004 besloot deze staatssecretaris de vraagsturing overboord te gooien en opeens een deksel op de AWBZ te introduceren. Zij trok aan de noodrem: per direct een plafond, want er zou te veel geld uitgegeven worden; het budget zou worden overschreden. De fractie van GroenLinks was tegen dit plafond. Wij hebben immers met elkaar in dit land afgesproken dat ieder die zorg nodig heeft, deze ook krijgt. Dit houdt in dat wij niet bij wijze van spreken in oktober zeggen: het budget is op, jammer dan.

Groot was mijn verbijstering dan ook, toen ik gisteren vernam dat er geen sprake was geweest van overschrijding van het budget en van geld over de balk smijten, maar dat zorgverzekeraars als een stel hamsteraars 220 mln. op de plank hebben gehouden in 2004. Als wij nu verpleeghuizen hadden waar mensen kunnen rekenen op een eigen kamer, waar zij direct naar de wc kunnen als dat nodig is en ook regelmatig met de verzorgende een ommetje kunnen maken in het park, alla, maar zo is het niet!

Ik heb gisteren nog gesproken met een verpleger die overweegt maar in de supermarkt te gaan werken, omdat hij de zorg die hij moet leveren niet in overeenstemming kan brengen met zijn geweten: 's nachts in zijn eentje voor 30 mensen zorgen en mensen vastbinden omdat er gebrek aan toezicht en personeel is. En dan hoor ik dat er 220 mln. niet is uitgegeven in diezelfde verpleeghuizen. Ik gebruik het woord niet graag, maar dit vind ik ronduit schandalig. Daarom heb ik de volgende vragen aan de staatssecretaris.

Hoe komt het eigenlijk dat dit geld niet is opgemaakt in 2004? Het geld dat over was en eigenlijk aan oudere, gehandicapte en psychiatrische patiënten had moeten worden besteed, wordt niet alsnog besteed. Daar is nu nog maar 175 mln. van beschikbaar. Waar blijft die andere 45 mln.?

De staatssecretaris heeft al eerder gezegd met extra geld in 2006 voor de verpleeghuiszorg te komen, namelijk 40 mln. Is dat soms het geld dat over is van 2004? Dan zou het letterlijk een beschamende sigaar uit eigen doos zijn.

Hoe kijkt de staatssecretaris terug op de beslissing – die wat mijn fractie betreft onzinnig is – om een maximum in te stellen? Het is immers niet bepaald denkbeeldig dat dit heeft bijgedragen aan deze onderbesteding.

Ook dit jaar ligt er voor 2005 nog 175 mln. op de plank, samen met de 166 mln. van vorig jaar. Wat de fractie van GroenLinks betreft, moet dit opgaan aan zorg. Wat gaat de staatssecretaris doen om te voorkomen dat wij dit jaar weer mogen afsluiten met ogenschijnlijk efficiënte financiële winst, maar met maatschappelijk verlies?

Staatssecretaris Ross-van Dorp:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Azough voor de vragen. Zij is verontrust over hetgeen vermeld is in het artikel in de Volkskrant over 400 mln. die bij zorgverzekeraars op de plank zou blijven liggen. Met haar maak ik mij ongerust over deze berichtgeving, maar dan omdat deze suggestief is en de plank behoorlijk misslaat. Ik leg graag uit wat er aan de hand is met dit bedrag van bijna 400 mln. Ik doe dit in twee stukken.

In het jaar 2004 hebben de zorgkantoren de ruimte die er beschikbaar was, voor de volle honderd procent gecontracteerd. Al het geld dat beschikbaar was in de ramingen, is gecontracteerd voor zorg. Vervolgens ga je het jaar daarop bekijken of al het geld dat gecontracteerd is, ook echt in zorg is omgezet. Dat kun je zo ongeveer in mei zien. In het voorjaar van dit jaar bleek dat ongeveer 99% van alles wat gecontracteerd was, ook echt omgezet was in zorg. Dat is heel mooi, want dat is bijna alles. Aangezien het evenwel gaat om zo'n 20 mld., beloopt die ene procent die niet omgezet is in zorg, rond de 200 mln. Dit is de zorgkantoren en de individuele zorgaanbieders niet aan te rekenen, want er kunnen heel verschillende redenen zijn waarom dat geld niet is weggezet. Dit is overigens niet nieuw; het kwam altijd al voor. Mevrouw Azough heeft al opgemerkt dat er niet meer gecontracteerd kon worden dan dat er geld was opgenomen in de ramingen. Dat is trouwens terecht omdat je daardoor kunt voorkomen dat er zo veel gecontracteerd wordt dat dit leidt tot overschrijding, ergo premieverhoging, verhoging van de eigen bijdrage of een pakketmaatregel. Je moet dat geld namelijk wel hebben.

In dit geval zijn er middelen niet omgezet in zorg. Normaal gesproken, vloeit dat geld terug in het AWBZ-fonds en kan het gebruikt worden bij de volumegroei van het jaar daarop. Toen deze zomer duidelijk werd dat deze middelen niet in zorg waren omgezet, heb ik evenwel met de minister van Financiën gesproken om te regelen dat de middelen die vorig jaar zijn overgebleven, dit jaar alsnog ingezet kunnen worden. Die worden allemaal meegenomen. Verder hebben wij geregeld dat dit weer kan, als er komend jaar ook geld over blijkt te zijn. Van de besteedbare ruimte die het gevolg was van de onderbesteding in 2004, heb ik 25 mln. gereserveerd voor een extra ICT-impuls en eenzelfde bedrag om de eenheid van taal in de bedrijfsvoering in de AWBZ te stimuleren. Hierover heb ik afspraken gemaakt met de convenantpartners. Alles wat er verder aan ruimte is, is voor aanvullende contractering van zorg beschikbaar, nu en ook volgend jaar, als dat nodig is.

Ik kom nu op het jaar 2005. In de eerste negen maanden van dat jaar hebben de zorgkantoren van de circa 17,5 mld. die zij aan ruimte hebben om te contracteren, 175 mln. nog niet gecontracteerd. Dat is dus een andere situatie. Ook nu gaat het weer om 1%, maar wij hebben nog een contracteerronde te gaan. Ik kan dus nog niet zeggen wat hier daadwerkelijk van overblijft. Op dit moment melden zich nog allerlei zorgkantoren die nog contracten willen afsluiten. Dat ene procent kan dus nog gebruikt worden om de knelpunten die wij dit jaar nog tegenkomen, en de zorg die dit jaar nog geleverd moet worden, te financieren. Het jaar is nog lang niet voorbij en er kunnen dus nog aanvullende contracten worden gesloten, hetgeen ook gebeurt. Ook wat dit betreft, kan ik niets anders zeggen dan dat de zorgkantoren zich uitstekend van hun taak kwijten. Ik verwacht trouwens dat die ruimte echt nodig is om die zorg te kunnen leveren. Verder heb ik voor het geval er wat overblijft, afgesproken dat dit meegenomen kan worden naar volgend jaar. Ik heb de Kamer ook al ingelicht over het feit dat wij met de convenantpartners door middel van een doelmatige inzet van de middelen geld vrijspelen voor kwaliteit. Dat is opgenomen in de voornemens voor 2006, dat weet de Kamer. Het geld blijft dus niet op de plank liggen. Het is gewoon bedoeld om zorg mee te leveren. Het artikel in de Volkskrant bevat een interpretatie van feiten die niet strookt met de werkelijkheid. Ik ben trouwens blij dat ik hier even kan melden hoe het precies zit, want het bericht dekt de lading volgens mij niet.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

U zegt dat 1% van het budget vorig jaar niet is uitgegeven en dat de werkelijkheid niet strookt met het artikel. Het blijft echter staan dat dit geld niet is uitgegeven en dat het zorgplafond dat u hebt ingesteld, niet nodig was. Ik vraag u dus ten eerste om nogmaals in te gaan op het maximum dat u hebt ingesteld om overschrijding te voorkomen. Die overschrijding heeft niet plaatsgevonden, Integendeel, er is uiteindelijk sprake geweest van onderbesteding, geld dat u nu opnieuw in de zorg steekt.

Ten tweede blijkt uit het artikel en de CTG-rapporten dat er een aftopping plaatsvindt, want die 220 mln. wordt uiteindelijk 175 mln.

Staatssecretaris Ross-van Dorp:

Nee.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Dan moet u de cijfers waar u net mee goochelde, nog eens wat duidelijker naar voren brengen, want zo wordt het wel opgevat door mensen in het veld. Dat blijkt onder meer uit het Arcares-rapport. Ook bij hen is er zorg dat ook dit jaar onderbesteding plaatsvindt, dus dat het geld dat erg nodig is, niet wordt uitgegeven. Dat geld kan dan wel worden uitgegeven aan extra projecten, maar uiteindelijk moet dat geld leiden tot meer handen aan het bed.

Staatssecretaris Ross-van Dorp:

Voorzitter. Het gaat om twee dingen. In het algemeen moet het geld dat beschikbaar is voor de zorg, daaraan ook worden uitgegeven. Zorgkantoren sluiten daarom contracten af met de zorgaanbieders die dat gaan doen. Al dat geld was dus gecontracteerd, er was geen procentje over. Maar als je in de eindafrekening bekijkt wat er uiteindelijk is geleverd, blijkt dat 1% niet is geleverd. De standaardsituatie is dat je dan zegt dat dat geld teruggaat naar het fonds. Het nieuwe, heel positieve hieraan, besproken met de minister van Financiën, is dat geld dat niet tot besteding is gekomen, wel mag worden meegenomen. Ik ga er alles aan doen om ervoor te zorgen dat onderbesteding wordt vermeden. Ik heb namelijk helemaal geen behoefte aan geld dat over is, ook als het kan worden meegenomen, het is belangrijk dat alle beschikbare middelen tot besteding komen. Maar goed, het meenemen van overgebleven geld is belangrijk, het vloeit niet terug in het fonds.

Verder zijn er de groeiramingen, waarmee wordt aangegeven wat wij dit jaar hebben te besteden. Daaruit blijkt dat nog 1% niet is gecontracteerd. Wij gaan bekijken hoe wij die 1% wel kunnen omzetten in zorg, zodat dat geld opraakt. Al dat geld is dan gecontracteerd en volgend voorjaar kan worden bekeken of alles wat is gecontracteerd ook is omgezet in zorg. Dat is geen unieke situatie, dat komt meer voor. De door mevrouw Azough genoemde bedragen zijn uitgegeven in verschillende jaren. Wij hebben hierover diverse malen gecommuniceerd met deze Kamer. Wellicht kunnen wij hieraan bij de begrotingsbehandeling nog even aandacht besteden.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Het belangrijkste is de garantie dat het geld dat is onderbesteed niet op de plank blijft liggen, maar daadwerkelijk wordt uitgegeven. Ik heb die garantie gehoord, maar wat dat waard is, zal nog moeten blijken.

Mevrouw Kant (SP):

Het is buitengewoon ingewikkeld om te horen hoe dat met de centen voor de zorg voor onze ouderen en gehandicapten gaat. Helder is dat er een grote problemen zijn met de werkdruk in verpleeghuizen, een onderwerp waarover wij vele debatten hebben gevoerd. Voor dit belangrijke knelpunt heeft het kabinet 40 mln. extra uitgetrokken, welk bedrag deels uit de sector zelf komt. Als nu blijkt dat er geld over is dat kan worden besteed voor knelpunten, waarom stuurt u er dan niet op aan dat dat geld wordt gebruikt om meer te doen aan dit schrijnende maatschappelijke probleem dan dit kabinet nu wil doen?

Staatssecretaris Ross-van Dorp:

Het belangrijkste is dat met het nu beschikbare geld alle bestaande knelpunten worden opgelost, en alle benodigde zorg wordt geleverd. Wij zien dat dat op dit moment goed gebeurt. Over specifieke knelpunten is met de partners in het convenant afgesproken dat wij daarop in 2006 extra zullen inzetten. Ik herhaal dat het niet mijn bedoeling is om onderuitputting te creëren als het gaat om zorgvolume, want zorg moet gewoon worden geleverd. Voor zorgzwaartefinanciering geldt dat een deel van de extra beschikbaar komende middelen, ter grootte van 40 mln., is gemarkeerd voor de verpleeghuiszorg, terwijl er ook nog 40 mln. nieuw geld is. De extra middelen zijn dus ook echt extra middelen. Wat mij betreft wordt dus goed en efficiënt omgegaan met de beschikbare middelen. Als er knelpunten zijn, moeten wij met de sector overleggen hoe wij daarop met de beschikbare middelen kunnen inzetten. Dat is wat wij doen.

Mevrouw Smits (PvdA):

Ik heb de staatssecretaris niet horen bestrijden dat vorig jaar honderden miljoenen zijn blijven liggen. Ik voeg daar een cijfer aan toe. De vermogens zijn in dezelfde periode bij alle AWBZ-instellingen met ruim 500 mln. gegroeid. Op de wachtlijst voor de ggz (psychiatrische hulp) staan 66.000 mensen. 54.000 mensen wachten op adequate verpleeghuiszorg. Ruim 17.000 wachten op adequate gehandicaptenzorg. Hoe kan de staatssecretaris nou uitleggen dat zij al dat geld laat liggen? 500 mln. wordt in vermogens gestopt. Zij laat honderden miljoenen liggen en dan zegt zij nog dat er geen probleem is en dat het geld volgend jaar wel wordt uitgegeven. Waarom is dat geld niet uitgegeven en waarom wordt het in vermogens gestopt? Heeft de staatssecretaris niet zelf besloten om de deksel op de pan te doen en een budgetbeperking in te voeren, waardoor het indienen van de plannen is vertraagd en waardoor zorgkantoren maandenlang hebben geweigerd om plannen die klaarlagen voor uitbreiding van de zorg te honoreren? De staatssecretaris heeft het probleem zelf veroorzaakt. Zij zal het waarschijnlijk niet beamen, maar ik vraag het haar wel.

Is de staatssecretaris bereid de budgetbeperking met onmiddellijke ingang op te heffen en over te gaan op een openeindefinanciering? Elk goed plan dat in de sector klaarligt, kan gehonoreerd worden. Het geld is er. Zegt de staatssecretaris dat vandaag toe?

Staatssecretaris Ross-van Dorp:

De eerste analyse van mevrouw Smits beaam ik niet. Dat heeft zij al terecht geconstateerd.

Het budgetplafond hef ik niet op omdat het heel erg belangrijk is dat men binnen de ramingen met het geld uitkomt. Het geld voor de zorg is niet op de plank blijven liggen. Dat is allemaal naar de zorgaanbieders gegaan, maar zij hebben daar geen zorg voor geleverd. Ik ben ook geïnteresseerd in het antwoord op de vraag hoe dat kan. Ik ben bereid er alles aan te doen om ervoor te zorgen dat het geld daar wel voor wordt ingezet. Ik vind het niet goed om het budgetplafond met onmiddellijke ingang weg te nemen, simpelweg omdat wij op deze manier doelmatig met elkaar kunnen werken en het geld heel gericht kunnen inzetten. Ik ga niet meer geld uitgeven dan wij hebben, want dat leidt tot een lastenverzwaring voor de burger en dat willen wij niet.

Mevrouw Smits (PvdA):

Het geld is in de vermogens gestopt. 500 mln.!

Staatssecretaris Ross-van Dorp:

Dat heeft overigens niets met de groeimiddelen te doen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dit is toch om gillend gek van te worden. Er zijn grote knelpunten in de geestelijke gezondheidszorg en in de verpleegtehuizen. Ze zijn in dit debat allemaal genoemd. De staatssecretaris kent ze als geen ander. En dan ligt er geld op de plank! Ik begrijp uit de woorden van de staatssecretaris dat dit later ten dele wordt uitgegeven. Een deel van het geld uit 2004 is gewoon verdwenen. Dat geld had uitgegeven kunnen worden, maar dat is niet gebeurd. Ik moet daarom constateren dat deze staatssecretaris in het jaar 2004, toen het budgetplafond ook al van toepassing was, er gewoon te laat bij was. Zij had kunnen constateren dat er ruimte ontstond en dat nieuwe plannen van de zorgsector onmiddellijk gefinancierd konden worden. Ik vraag de staatssecretaris daarop te reageren.

100 mln.: dat zijn 5000 verpleegsters. Die kun je zo inhuren, als je dat wilt. Daarvoor is deze staatssecretaris verantwoordelijk. Zij komt hier niet weg met de mededeling dat zij ook wel geïnteresseerd is in het antwoord op de vraag waarom dat geld niet altijd in extra zorg is gestoken. Dat is haar verantwoordelijkheid. Daarom heeft zij hier te verantwoorden waar dat geld is gebleven en waarom die 5000 verpleegsters niet zijn aangenomen, terwijl het geld er in deze schaarse tijden nota bene was. Graag een reactie.

Staatssecretaris Ross-van Dorp:

Ik heb net gezegd dat het naar mijn mening noodzakelijk is om het geld dat voor de groei beschikbaar is, voor het leveren van zorg, daadwerkelijk daaraan uit te geven. Natuurlijk ben ik geïnteresseerd in het antwoord op de vraag hoe het komt dat dit niet is gebeurd met die ene procent. Het is een heleboel geld, maar laten wij er wel van uitgaan dat bij contracteren en het daadwerkelijk omzetten in zorg die ene procent nou niet dermate omvangrijk is dat gesteld kan worden dat alles fout is gegaan. Dat kun je niet concluderen. Het is belangrijk om te bekijken hoe het komt dat de ggz op een aantal punten ernstig achterblijft. De cijfers van de wachtlijsten krijg ik binnenkort. De Kamer schijnt er al over te beschikken, maar ik heb ze nog niet. Voor de begrotingsbehandeling liggen die cijfers er zeker, dus daarover komen wij nog met elkaar te spreken.

Het geld dat er is moet naar de zorg gaan. Dat betoog ik hier steeds. Wij hebben nu eenmaal te maken met cycli. De heer Vendrik zegt dat ik er niet op tijd bij ben. Ik kan het niet allemaal voorzien, maar op het moment dat een en ander wordt geconstateerd, moeten wij proberen daar een goede oplossing voor te verzinnen. Die oplossing komt er ook, want de convenantpartners hebben er alle baat bij om het geld dat voor hen beschikbaar is, daadwerkelijk om te zetten.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Je weet nooit van tevoren hoeveel zorg er wordt geconsumeerd, dus je maakt een prognose. Nu blijkt dat wij een stukje onder die prognose blijven. De staatssecretaris zegt dat zij dat geld wel allemaal gaat gebruiken, zodat het naar de zorg gaat waarvoor het is bestemd. Ik hoor haar toch niet zeggen dat dit wordt vastgelegd in langjarige verplichtingen. Volgend jaar kan de zorg opeens een stuk groter zijn dan dit jaar en dan heb je meteen een probleem.

Staatssecretaris Ross-van Dorp:

Daar ben ik het geheel mee eens. Het is belangrijk dat wij voldoende geld hebben om volumegroei te kunnen accommoderen. Het is niet mijn bedoeling om alles wat wordt vrijgespeeld, voor heel andere dingen in te zetten, omdat ik ervan uitga dat die volumegroei niet meer noodzakelijk is. Ik ben zeer bescheiden en voorzichtig, maar ik ben wel heel blij dat ik het geld kan meenemen. Dat maakt dat wij een beetje extra ruimte hebben om kwaliteitsimpulsen te honoreren.

De heer Bakker (D66):

Voor dit laatste komt de staatssecretaris volgens mij ook hulde toe, omdat dat geld vroeger terugvloeide naar het AWBZ-fonds. Het blijft nu beschikbaar om het alsnog in zorg te investeren en dat is natuurlijk hard nodig. 200 mln. is 1% van het totaal. Het is wel opmerkelijk dat dit niet geleverd wordt. Je moet je afvragen hoe dat komt. Zijn dat situaties in de hele zorg of zijn deze geconcentreerd in de ggz of de verpleeghuiszorg? Dan kun je de oorzaak opsporen en er eventueel wat aan doen. Ik weet niet of de cijfers kloppen die mevrouw Smits noemde, maar ik maak mij wel zorgen over het feit dat instellingen die met publiek geld worden gefinancierd, dat geld in vermogensopbouw steken. Dat zou niet nodig moeten zijn en daar zouden wij wat mij betreft ook wat aan moeten doen.

Staatssecretaris Ross-van Dorp:

Ik heb laatst op schriftelijke vragen geantwoord dat wat mij betreft een gezonde buffer noodzakelijk is. Daar is niets mee mis, maar wij moeten wel heel kritisch kijken hoe die vermogens zich ontwikkelen. Ik heb toegezegd dat wij daar met de brancheorganisatie naar zullen kijken. Wij spreken niet over enorme tekorten, in die zin dat er geen middelen zijn om zorg te leveren. Alle wachtlijsten en knelpunten die wij hebben, worden ingelost. Wij moeten wel een analyse maken hoe het komt dat die 1% niet tot besteding is gekomen. Ik vind het belangrijk om dat te weten. De bedoeling is eigenlijk dat alles wordt weggezet. Het is belangrijk om te bekijken hoe de vermogensopbouw zich verhoudt tot de vraag waarom problemen niet worden opgelost met de publieke middelen die daarvoor zijn. Wij zullen daarnaar kijken. Als er een analyse is, zal de Kamer die zeker van mij krijgen.

Mevrouw Verbeet (PvdA):

Ik moet toch vaststellen dat u buffers belangrijker vindt dan kwaliteit in verpleeghuizen en het snel wegwerken van de wachtlijsten. Mensen hebben er niet veel aan dat die huizen buffers hebben. Wij vragen ons ook af waarom er van die 175 mln. die over is, maar 9 mln. wordt ingezet om een groot probleem in de jeugdzorg op te heffen. Waarom wordt er niet meer geld dat er nog ligt, gebruikt om andere, zeer grote problemen op te lossen?

Staatssecretaris Ross-van Dorp:

Uw constatering dat ik buffers belangrijker zou vinden dan kwaliteit in de zorg, deel ik niet met u, maar die bestrijd ik apert. Wat wij er nu allemaal aan doen, is meer dan vele jaren het geval is geweest. Toen was het een kwestie van wachtlijsten oplossen, volume draaien en niet veel investeren in kwaliteit. Op dit moment maken wij daarover buitengewoon goede afspraken met alle partners in de zorg. Bij de verdeling van middelen die wij voor iets anders durven in te zetten dan volumegroei, die belangrijk blijft, omdat je zorg moet kunnen blijven leveren, maken wij afspraken over wat er het best in het komend jaar terecht kan komen. Je kunt van mening verschillen of dit bij verpleeghuizen of bij jeugdzorg terecht moet komen. Wij hebben deze afspraken gemaakt met de partners in de zorg. Als wij wat extra vrij kunnen maken voor een kwaliteitsinzet, zullen wij dat doen op de plek waar het op dat moment nodig is, maar wel in samenspraak. Over dit soort zaken zullen wij elkaar nog bij de begroting spreken.

Naar boven