72ste vergadering

Woensdag 13 april 2005

13.00 uur

Voorzitter: Weisglas

Tegenwoordig zijn 118 leden, te weten:

Van Aartsen, Aasted Madsen-van Stiphout, Adelmund, Aptroot, Arib, Azough, Van Baalen, Bakker, Balemans, Van Beek, Blok, Van Bochove, Boelhouwer, Van Bommel, Van den Brink, Brinkel, Bruls, Buijs, Van de Camp, Cornielje, Crone, Van Dam, Depla, Dezentjé Hamming, Van Dijk, Dijksma, Dittrich, Douma, Dubbelboer, Duivesteijn, Duyvendak, Van Egerschot, Eijsink, Eski, Ferrier, Van Fessem, Fierens, Geluk, Van Gent, Gerkens, Griffith, De Haan, Van Haersma Buma, Van der Ham, Hamer, Haverkamp, Van Heemst, Hermans, Van Heteren, Van Hijum, Hirsi Ali, Hofstra, Ten Hoopen, Huizinga-Heringa, Jager, Joldersma, Jonker, Karimi, Koenders, Koomen, Koopmans, Koser Kaya, Kraneveldt, De Krom, Kruijsen, Lambrechts, Lazrak, Leerdam, Van Lith, Luchtenveld, Mastwijk, Van Miltenburg, Mosterd, De Nerée tot Babberich, Noorman-den Uyl, Omtzigt, Oplaat, Örgü, Ormel, De Pater-van der Meer, Roefs, Rouvoet, Samsom, Schippers, Schreijer-Pierik, Slob, Smeets, Smilde, Smits, Snijder-Hazelhoff, Spies, Van der Staaij, Sterk, Straub, Stuurman, Szabó, Tichelaar, Timmer, Tjon-A-Ten, Tonkens, Van Velzen, Verbeet, Verdaas, Vergeer, Vietsch, Visser, Van der Vlies, Vos, Bibi de Vries, Jan de Vries, Klaas de Vries, Van Vroonhoven-Kok, Waalkens, Weekers, Weisglas, Wilders, Van Winsen en Wolfsen,

en de heer Donner, minister van Justitie, mevrouw Van der Hoeven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Stuurman, Dijsselbloem en Kalsbeek, wegens bezigheden elders.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Ik verzoek alle aanwezigen, ook degenen die bij ons te gast zijn op de publieke tribune, om, voorzover zij daartoe in staat zijn, te gaan staan.

Waarde medeleden. Wij hebben in de Kamer de in mijn ogen goede gewoonte om oud-fractievoorzitters uit de Tweede Kamer na hun overlijden te herdenken. LedenZo herdenken wij vandaag oud-fractievoorzitter van de PSP drs. Hans Wiebenga. Hij was van 1 juni 1969 tot 30 november 1972 fractievoorzitter. De heer Wiebenga overleed op 19 maart jongstleden in de leeftijd van 88 jaar. Op verzoek van zijn familie heeft de herdenking pas vandaag plaats.

De heer Wiebenga begon zijn loopbaan in het onderwijs. Hij was van 1946 tot 1947 lid van de PvdA. Vanwege de politionele acties verliet hij deze partij. Later werd hij lid van de PSP en van 23 februari 1967 tot 7 december 1972 was de heer Wiebenga lid van de Tweede Kamer voor deze fractie. Deze partij ging later samen met de PPR, de CPN en de EVP op in GroenLinks. Tijdens zijn Kamerlidmaatschap hield de heer Wiebenga zich onder meer bezig met binnenlandse zaken, justitie en financieel-economische zaken. Hij was heel duidelijk een exponent van de "ban de bom"-generatie in de PSP. Zijn opvattingen waren radicaal, pacifistisch en socialistisch. Ook de onderwerpen waarmee hij zich in en buiten de Kamer bezighield, getuigden steeds van die zeer principiële opvattingen.

In 1969 volgde Hans Wiebenga de heer Lankhorst op als politiek leider van de PSP. Tijdens zijn fractievoorzitterschap was hij in 1971 lijsttrekker voor de PSP. Ondanks de populariteit bij veel jonge kiezers van het ontwapenende agrarisch getinte verkiezingsaffiche verloor de PSP bij deze verkiezingen twee van de vier zetels. Dit leidde ertoe dat de PSP na de val van het kabinet-Biesheuvel in 1972 de jeugdiger Bram van der Lek tot lijsttrekker koos. De heer Wiebenga trok daaruit zijn conclusies en hij verliet, zeer tot spijt van zijn fractie, de Kamer.Voorzitter

Ook na zijn Kamerlidmaatschap bleef de heer Wiebenga zich inzetten voor de vredesbeweging, onder andere in de Stichting Verbiedt de Kruisraketten en het Komitee Kruisraketten Nee voor het Platform Radikale Vredesgroepen. Hij was voorzitter van de stichting Museum voor Vrede en Geweldloosheid en hij zat in het bestuur van de Vereniging Pais en van de pacifistische organisatie 't Kan Anders. Van 1973 tot 1980 was de heer Wiebenga ook actief in het onderwijs. Hij was van 3 september 1974 tot 1975 lid van de gemeenteraad van Bloemendaal. Daarnaast vervulde hij vele bestuursfuncties.

Het leven van Hans Wiebenga stond in het teken van doceren, in het teken van de politiek en in het teken van de vredesbeweging. Hij was uiteraard politicus, hij was een intellectueel, hij was wellicht in de ogen van sommigen een beetje een boekensocialist, en hij was tot het laatst zeer strijdbaar.

Onze gedachten gaan uit naar degenen die hem dierbaar waren, in het bijzonder zijn zuster, neef, nichten, achterneven en achternichten. Het is voor ons een eer dat een aantal van hen nu aanwezig is bij deze korte herdenking.

(De aanwezigen nemen enige ogenblikken stilte in acht.)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven