Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, de spreektijden voor het debat volgende week over de brief van de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie over terrorismebestrijding vast te stellen op: CDA, PvdA en VVD 15 minuten; LPF, SP, GroenLinks en D66 12 minuten; ChristenUnie en SGP 8 minuten en de Groep Lazrak en de Groep Wilders 2 minuten.

De heer Wilders (Groep Wilders):

Voorzitter. Wilt u zo vriendelijk zijn om mij iets meer dan 2 minuten spreektijd te geven? Als ik langzaam spreek, kan ik in die tijd net de leden van mijn fractie noemen, waarna ik weer naar mijn plaats kan gaan. Ik vraag u dus om iets meer spreektijd, al zie ik aan de reactie van minister Donner dat hij dat geen goed idee vindt.

De voorzitter:

Minister Donner is bij de regeling slechts virtueel aanwezig.

De heer Wilders (Groep Wilders):

Dat is dan al een winstpunt van vandaag.

Het debat betreft gedeeltelijk ook Buitenlandse Zaken. De minister van Binnenlandse Zaken heeft er bij de presentatie van de brief op gewezen dat vertegenwoordigers van buitenlandse mogendheden in toenemende mate in Nederland actief zijn met dingen die zij niet zouden moeten doen. Ik verzoek dan ook om de aanwezigheid van de minister van Buitenlandse Zaken bij het debat.

De voorzitter:

In reactie op uw eerste verzoek stel ik voor om daarmee akkoord te gaan en om de Groep Lazrak en de Groep Wilders 3 minuten spreektijd te geven.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

In reactie op uw tweede verzoek stel ik voor om de minister van Buitenlandse Zaken te verzoeken om hierbij aanwezig te zijn. Indien dat niet mogelijk is om redenen die altijd gelden voor de afwezigheid van bewindslieden, wil ik niet dat het debat om die reden niet doorgaat.

Daartoe wordt besloten.

De heer Wilders (Groep Wilders):

Dank dat ik er 50% spreektijd bij heb gekregen. Ik heb er begrip voor als mocht blijken dat de minister van Buitenlandse Zaken er niet bij aanwezig kan zijn, maar in dat geval kan wellicht zijn plaatsvervanger erbij zijn.

De voorzitter:

Wij gaan het na.

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik heb gisteren een interpellatiedebat aangevraagd, dat is verworden tot een spoeddebat. De brief die ten behoeve van dit debat door de CDA-fractie is gevraagd, is tien minuten geleden binnengekomen. Ik wil de inhoud ervan goed tot mij door kunnen laten dringen. Ik verzoek dan ook om het aanvangstijdstip van dit debat uit te stellen met een halfuur of een uur.

De voorzitter:

Dit lijkt mij Voorzittereen redelijk verzoek. Gezien de omvang van de brief lijkt een klein halfuur mij voldoende. Voordat ik daarvoor zal schorsen, geef ik even het woord aan de minister van Justitie, die een feitelijke opmerking over de brief wil maken.

Minister Donner:

Voorzitter. In de haast is er een fout in de brief geslopen. Op blz. 3 is in de tweede alinea sprake van een grote partij grasbrokken van ruim 3,5 ton, terwijl dat 3500 ton moet zijn oftewel 3,5 megaton.

De voorzitter:

Deze correctie is bij dezen aangebracht.

De vergadering wordt van 13.40 uur tot 14.05 uur geschorst.

Naar boven