Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 9 december 2004 over de Milieuraad van 20 december 2004.

De voorzitter:

De staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zit ver weg in het buitenland als ik het goed heb begrepen. De minister is zo vriendelijk om hem op zeer korte termijn te willen vervangen. Het VAO is namelijk pas twee uur geleden aangevraagd.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Wij hebben ons afgelopen donderdag met de staatssecretaris kunnen beraden over de agenda van de aanstaande Milieuraad en over de standpunten van de regering. De staatssecretaris heeft vrij onomwonden aangegeven dat Nederland voor toelating van een specifieke genetisch gemanipuleerde koolzaadsoort zal zijn.

Er bestaan echter ernstige twijfels over de toelating van GT-73 koolzaad. Die twijfels zitten niet alleen in mijn hoofd, maar ook in de hoofden van veel wetenschappers en van andere lidstaten. Ik geef een korte opsomming.

Afgelopen zomer stemden van het Regelgevend comité (dat zijn ambtelijke deskundigen) twaalf lidstaten tegen, vier onthielden zich en slechts negen voor. Er was dus een vrijwel gekwalificeerde meerderheid tegen en zeker geen gekwalificeerde meerderheid vóór. Het gaat hier om een koolzaadsoort die door Monsanto in elkaar geknutseld is. Daar doet men zelf ook onderzoek. Daaruit bleek dat er twijfels waren. Bij ratten die dit koolzaad gevoerd kregen, was sprake van een onwaarschijnlijk grote toename van het gewicht van de lever. Daarvoor was verder geen uitleg.

De European Food Safety Authority ziet dit als incidenteel, maar heeft geen enkel inzicht in de langetermijngevolgen van deze onwaarschijnlijk grote toename van het gewicht van de lever. In richtlijn 178/2002 wordt echter voorgeschreven dat er inzicht op lange termijn moet zijn van consumptie van specifieke GMO's. De toelating voldoet niet aan deze richtlijn. Precies om die reden heeft het Verenigd Koninkrijk al aangegeven aanvullend onderzoek te willen. Het VK zal blanco stemmen omdat het van mening is dat er meer onderzoek moet plaatsvinden. Het Verenigd Koninkrijk is niet tegen het gebruik van GMO. Misschien is de bevolking dat wel, maar de politiek is absoluut niet principieel anti-GMO. De Engelse politici hebben wel gerede wetenschappelijke twijfels.

Het gaat daarnaast om de mogelijke ontsnapping van koolzaad in het vrije milieu. De voorliggende aanvraag waar Nederland voor wil stemmen, gaat over markttoelating en niet over veldtoelating. Een eventuele ontsnapping van het koolzaad in het vrije milieu zou dus illegaal zijn en ook risico's met zich brengen voor de biodiversiteit.

Dit was een samenvatting van de talloze wetenschappelijke en niet-principiële argumenten waarom Nederland niet voor deze markttoelating zou moeten stemmen en daarover dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de markttoelating in Europa van genetisch gemodificeerde organismen alleen mag geschieden als er geen gerede wetenschappelijke twijfel bestaat over de afwezigheid van risico's voor milieu en volksgezondheid;

constaterende dat in Monsanto's aanvraagdossier voor de toelating van GT-73 koolzaad een onverklaarbare significante levergewichtstoename bij ratten naar voren komt;

constaterende dat er daarnaast een gereed risico is op ontsnapping van GT-73 koolzaad in het milieu, wat onder de betreffende aanvraag tot markttoegang illegaal zou zijn;

constaterende dat om deze redenen een meerderheid van de lidstaten in het regelgevend comité op 16 juni 2004 tegen de toelating van GT-73 koolzaad stemde of zich onthield van stemming;

verzoekt de regering, op de Milieuraad van 20 december 2004 negatief te stemmen over toelating van GT-73 koolzaad,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Velzen, Samsom en Duyvendak. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 191(21501-08).

De heer Geluk (VVD):

Is mevrouw Van Velzen ervan op de hoogte dat er een onjuistheid in de motie staat? Er zijn drie Engelse onderzoeken naar die vergrote lever geweest. Een daarvan toonde enige afwijking van die levers aan, terwijl al die andere onderzoeken dat niet hebben aangetoond. Mevrouw Van Velzen stelt in haar motie dat dat algemeen is aangetoond en dat is dus niet juist.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik baseer mij op de gegevens van de studie die het bedrijf zelf heeft aangeleverd. Die zijn ongelooflijk significant. Ik onderschrijf de argumenten van de heer Geluk niet en merk op dat de langetermijngevolgen niet bekend zijn. In de richtlijn staat dat dat wel het geval moet zijn. Ik zie dus geen enkele reden waarom de heer Geluk de motie niet breed steunt en zelfs zou medeondertekenen.

Minister Dekker:

Voorzitter. Voor mijn reactie op de inbreng van mevrouw Van Velzen en haar motie leek het mij verstandig om even contact te zoeken met de staatssecretaris in het verre buitenland. Hij heeft mij de volgende informatie gegeven. De marktaanvraag voor genetisch gemodificeerd koolzaad is beoordeeld op risico's voor mens en milieu. Het betreft een aanvraag voor het gebruik van koolzaad, behalve voor teelt. Uit dat onderzoek kan geconcludeerd worden dat het gebruik van koolzaad geen onaanvaardbare risico's voor mens en milieu met zich brengt. Nederland zal daarom in de Milieuraad vóór deze aanvraag stemmen. Ik ontraad dan ook de aanvaarding van de motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, morgen over de motie te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt van 16.50 uur tot 17.00 uur geschorst.

Naar boven