Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het Presidium stelt aan de Kamer voor, een algemene commissie voor Integratiebeleid in te stellen en het aantal leden en plaatsvervangende leden vast te stellen op 27.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Nu het principebesluit om de commissie in te stellen is genomen, deel ik nog mede dat de Kamer een brief zal ontvangen waarin precies wordt aangegeven welke het mandaat en de taken van die commissie zijn. De brief zal ik ook ter besluitvorming aan de Kamer voorleggen.

Voorts stelt het Presidium voor om op maandag 1 november aanstaande plenair te vergaderen van 10.15 uur tot uiterlijk 23.00 uur. De reden hiervoor is dat op die dag geagendeerd zal zijn de behandeling van de begroting van Buitenlandse Zaken. Er was geen andere mogelijkheid dan op die dag deze begroting te behandelen. Daarover is uiteraard eerst overleg geweest met en in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken.

Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Weekers.

De heer Weekers (VVD):

Voorzitter. Afgelopen dinsdag heeft de Kamer besloten om de stemmingen over de WTZi met twee weken uit te stellen, met het oog op nader beraad over enkele amendementen. Inmiddels is het de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport geworden dat uitstel van de stemmingen met twee weken op problemen in de Eerste Kamer zou stuiten aangezien zij dan een reeks van wetten niet meer op tijd zou kunnen behandelen. Mede namens de overige leden van genoemde commissie verzoek ik u dan ook, voorzitter, het daarheen te leiden dat wij in de loop van de volgende week kunnen stemmen over de WTZi, wanneer ook over andere zaken gestemd zal worden.

De voorzitter:

Zoals u wellicht weet, sta ik er in zijn algemeenheid niet positief tegenover om na afloop van de algemene politieke beschouwingen, behalve over de moties die daarover naar verwachting zullen worden ingediend, over andere onderwerpen te stemmen in diezelfde week. Gezien de urgentie van behandeling in de Eerste Kamer wil ik in dit geval evenwel een uitzondering maken. Derhalve stel ik voor, aan het verzoek van de heer Weekers te voldoen. Tevens stel ik voor, aan deze stemmingen, die voor volgende week donderdag aan het eind van de vergadering zijn voorzien, nog twee andere onderwerpen toe te voegen die ook spoedeisend zijn, te weten het wetsvoorstel BDU verkeer en vervoer (29469) en de moties die zijn ingediend bij het debat over de personele uitgaven op het ministerie van OCW (29621, nrs. 6 en 7).

Daartoe wordt besloten.

Naar boven