Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, te behandelen dinsdag a.s. bij het begin van de vergadering:

  • - de brief van de commissie voor Verkeer en Waterstaat inzake beëindiging van de status van groot project van het project PKB-Schiphol en omgeving (23552, nr. 85).

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 9, 10 en 11 maart:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van Hoofdstuk III van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening en van afdeling 5 van titel 7 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (28494);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) (28867);

  • - het wetsvoorstel Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over de behandeling van klachten over bestuursorganen door een ombudsman, alsmede daarmee samenhangende wijziging van de Wet Nationale ombudsman, de Gemeentewet, de Provinciewet, de Waterschapswet en de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wet extern klachtrecht) (28747);

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 21 december 2001 te Genève tot stand gekomen wijziging van artikel van het op 10 oktober 1980 te Genève tot stand gekomen Verdrag inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionele wapens die geacht kunnen worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben (Trb. 2002, 169) (29024, R1740).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van orde de aangehouden moties 29200-XIV, nrs. 32 en 36, zijn vervallen.

Voorts deel ik mee dat van de agenda van vandaag is afgevoerd het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 22 april 2002 te Valencia tot stand gekomen Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Democratische Volksrepubliek Algerije, anderzijds (Trb. 2002, 121) (28848). Dit wordt op een nader te bepalen moment weer op de agenda geplaatst. De behandeling van het onderwerp over China heeft ons vandaag namelijk op achterstand gebracht.

Het woord is aan mevrouw Kalsbeek.

Mevrouw Kalsbeek (PvdA):

Voorzitter. Mijn verzoek is om het verslag van het algemeen overleg over jeugdcriminaliteit dat op 3 februari is gehouden, op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en dit punt op een nader te bepalen moment aan de agenda toe te voegen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Buijs.

De heer Buijs (CDA):

Voorzitter. De vaste commissie voor VROM wil graag het verslag van het algemeen overleg over het huurbeleid en de studentenhuisvesting op de plenaire agenda zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor om ook aan dit verzoek te voldoen en dit onderwerp zo enigszins mogelijk op de agenda van volgende week te plaatsen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van der Ham.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Ik wil graag dat het verslag van het algemeen overleg over andere overheid op de plenaire agenda wordt geplaatst in de week van 16 februari in verband met de afwezigheid van een van de woordvoerders.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en om dit onderwerp te plaatsen op de Kameragenda in de week van 16 februari aanstaande.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Tonkens.

Mevrouw Tonkens (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil graag dat het verslag van het algemeen overleg over de zorgfraude op de plenaire agenda wordt geplaatst.

De voorzitter:

Ik stel voor om ook dit punt toe te voegen aan de agenda, in beginsel volgende week, althans onder enig voorbehoud.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Hamer.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Namens de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vraag ik om het verslag van het algemeen overleg over de tweede fase dat gisteren is gehouden, op de plenaire agenda te zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en ook dit punt aan de agenda toe te voegen, indien enigszins mogelijk volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Arib.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Vorige week hebben wij met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een uitgebreid debat gevoerd over het geneesmiddelenbeleid. In dat overleg zijn onder andere de onderhandelingen met de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter Bevordering van de Pharmacie aan de orde geweest. Wij wilden weten wat er was afgesproken, maar de minister deed hier enigszins geheimzinnig over. Gisteren hebben wij hem echter triomfantelijk op het nieuws zien vertellen dat met de apothekers een deal is gesloten en dat hij 40% van de kortingen en bonussen binnen zou halen. Hierover wil ik een spoeddebat met de minister aangaan, omdat ik graag verneem wat er precies is afgesproken met de apothekers en wat de minister hiervoor heeft ingeleverd.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter. Volgens mij heeft de minister gisteren nog toegezegd dat hij dit akkoord zo snel mogelijk aan de Kamer stuurt. Laten wij na ontvangst daarvan een debat voeren. Ik begrijp niet goed waarom het een spoeddebat moet worden.

De heer Buijs (CDA):

Voorzitter. Ik snap het ook niet, want er is uitgebreid gedebatteerd over het geneesmiddelenbeleid. Daarna is een verslag van een algemeen overleg op de agenda gezet om te vragen om toelichting. Nu heeft de minister een deal gesloten en toegezegd, de Kamer daarover te informeren. Laten wij dus wachten tot die informatie de Kamer heeft bereikt en dit volgende week gewoon tijdens een procedurevergadering bespreken in plaats van zo hijgerig achter kranten aan te rennen.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. Uiteraard moet er een keer over worden gedebatteerd. Dat is onontkoombaar en nuttig. De vraag is alleen wanneer dat moet gebeuren. Ik heb begrepen dat de diverse in het geding zijnde geledingen hun achterbannen nog moeten raadplegen alvorens handtekeningen te zetten. Dat proces wil ik op zijn minst afwachten. Stel je voor dat er onverhoopt een kink in de kabel komt, dan moet daarop worden gereageerd voordat de regering in samenspraak met de Staten-Generaal beleidsconclusies kan trekken.

Mevrouw Tonkens (GroenLinks):

De opmerking over de handtekeningen begrijp ik. Toch wil ik het verzoek van mevrouw Arib ondersteunen, omdat dit wel degelijk dringende probleem voortdurend op de lange baan wordt geschoven en te laat wordt besproken. Het moet dus op korte termijn plaatsvinden.

Mevrouw Arib (PvdA):

Ik neem het de heer Buijs zeer kwalijk dat hij heeft opgemerkt dat er niet hijgerig achter de kranten moet worden aangelopen. Vorige week was ik hier al bang voor. Ik heb dinsdag dus niet voor niets een motie ingediend met het verzoek om inzicht in de gemaakte afspraken en de implicaties daarvan voor de premiebetaler. De minister wist dit op dat moment, maar heeft er niets over gezegd. Hij deed alsof het nog weken zou duren. Hij heeft letterlijk gezegd dat wij over twee weken informatie zouden krijgen, terwijl hij gisteren al een deal heeft gesloten. Natuurlijk wil ik die stukken ook hebben alvorens daarover een debat met de minister te voeren. Toch wil ik op korte termijn, het liefst aanstaande maandag, een brief van de minister ontvangen waarin hij ingaat op de vragen die wij reeds uitgebreid met elkaar hebben besproken. Het gaat om de vragen of de receptvergoeding omhoog gaat, of de minister inderdaad van plan is om de wijziging van de prijzenwet op de lange baan te schuiven en hoeveel kortingen en bonussen nog op de markt voorhanden zijn. Het gaat namelijk niet om 40%, maar om 80%. Daarvan wordt de helft ingeleverd; de andere helft verdwijnt in de zak van de apothekers.

De voorzitter:

U gelieve niet te veel in detail te treden. Ik doe een praktisch voorstel waarmee ik u allen tevreden kan stellen. Dat is volgens mij de taak van de voorzitter. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar de minister van Volksgezond heid, Welzijn en Sport. Dat houdt in dat wij de minister verzoeken om informatie te verschaffen conform de door mevrouw Arib uiteengezette lijnen en binnen de door haar genoemde termijn, dus op maandag. Ik stel het op prijs als de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport de brief eerst bestudeert, zoals gewoonlijk. Indien een van de leden van die commissie behoefte heeft aan een plenaire behandeling van deze brief, kan hij of zij dat dinsdag tijdens de regeling van werkzaamheden duidelijk maken.

Mevrouw Arib (PvdA):

Daar zal ik zeker gebruik van maken.

De heer Buijs (CDA):

Voorzitter. Ik ben het helemaal eens met uw voorstel. Mevrouw Arib verwees er zojuist naar dat een aantal moties is ingediend. Daar heeft zij gelijk in. Dinsdag wordt hierover gestemd. De essentiële vraag is nu of mevrouw Arib de bestuursfunctie van de minister wil vervullen of haar controlerende taak wil uitvoeren. De door haar ingediende motie speelt een rol in deze vraag. Wij zijn van mening dat de regering regeert en de Kamer controleert.

De voorzitter:

Wat betekent dat in de procedure waarover wij nu beslissen? Ik treed uiteraard niet in de inhoud.

De heer Buijs (CDA):

Dat betekent dat bij de regeling aanstaande dinsdag het stemgedrag over de motie van invloed is op de aanvraag van een plenair debat.

De voorzitter:

Dat zien wij dan dinsdag wel.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

Naar boven