Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag aanstaande te stemmen over de wetsvoorstellen:

• - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2004 (29200-VII);

• - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Gemeentefonds voor het jaar 2004 (29200-B);

• - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Provinciefonds voor het jaar 2004 (29200-C).

Ook stel ik voor, donderdag aanstaande te stemmen over:

• - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 2004 (29200-XII);

• - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2004 (29200-A) en over de moties ingediend tijdens het notaoverleg MIT, te weten:

• - de motie-Verdaas/Duyvendak over beschikbaarstelling financiële middelen voor de aanleg eerste fase spoortunnel Delft (29200-XII, nr. 56);

• - de motie-Verdaas over invulling van de eenloketgedachte bij de financiering door het Rijk van infrastructuur (29200-XII, nr. 57);

• - de motie-Boelhouwer over een alternatief tracé IJzeren Rijn ter hoogte van Roermond (29200-XII, nr. 58);

• - de motie-Boelhouwer/Mastwijk over cofinanciering van het programma Ruimte voor de fiets (29200-XII, nr. 59);

• - de motie-Mastwijk c.s. over beschikbaarheid financiële middelen ten behoeve van Mediapark Hilversum/A1 (29200-XII, nr. 60);

• - de motie-Mastwijk c.s. over realisering van het project Hart voor Dieren (29200-XII, nr. 61);

• - de motie-Mastwijk over een zo groot mogelijk maatschappelijk rendement van de besteding van MIT-middelen (29200-XII, nr. 62);

• - de motie-Gerkens over aanwending van vrijvallende middelen op de begroting van Verkeer en Waterstaat voor het wegwerken van de onderhoudsachterstand aan vaarwegen (29200-XII, nr. 63);

• - de motie-Gerkens over besluitvor ming aanleg A4 Midden-Delfland (29200-XII, nr. 64);

• - de motie-Gerkens over toetsing van het ontwerp van tunnels en stations van de Noord-Zuidlijn (29200-XII, nr. 65);

• - de motie-Hofstra c.s. over een minimale planningstermijn voor een volgend MIT (29200-XII, nr. 66);

• - de motie-Hofstra c.s. over een beleidsnotitie inzake voorkoming van vertraging bij projectuitvoering ten gevolge van gewijzigde bestuurlijke en/of politieke methoden (29200-XII, nr. 67);

• - de motie-Hofstra c.s. over inbreng van projecten in het TEN-programma (29200-XII, nr. 68);

• - de motie-Hofstra c.s. over een proefproject dubbeldeksweg (29200-XII, nr. 69);

• - de motie-Duyvendak over een relatie tussen de eventuele aanleg van een zweeftrein naar het Noorden des lands en de voortgang van het onderzoek van de commissie-Duivesteijn (29200-XII, nr. 70);

• - de motie-Duyvendak over een andere besteding binnen het MIT van de voor de N525 gereserveerde 50 mln euro (29200-XII, nr. 71);

• - de motie-Hermans/Gerkens over uitstel van het project Zuiderzeelijn (29200-XII, nr. 72);

• - de motie-Slob c.s. over een onverkorte uitvoering van de motie-Oplaat c.s. (28600-A, nr. 39) (29200-XII, nr. 73);

• - de motie-Slob c.s. over realisering van de Hanzelijn (29200-XII, nr. 74);

• - de motie-Slob c.s. over handhaving van de ontsnipperingsdoelstelling voor 2010 in het Meerjarenprogramma Ontsnippering (29200-XII, nr. 75).

Verder stel ik voor, de stukken 19637, nr. 788, en 29200-IXB, nr. 8, voor kennisgeving aan te nemen.

Aangezien voor de stukken gedrukt onder de nummers 23908 (R1519), nr. 62, de termijn is verstreken, stel ik voor, dat wat deze Kamer betreft het daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stuk is goedgekeurd. Ik stel voor, dit stuk voor kennisgeving aan te nemen.

Aangezien voor de stukken 23490, nr. 304, 29293 en 29302 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Marijnissen.

De heer Marijnissen (SP):

Mijnheer de voorzitter. In vervolg op de tumultueuze regeling van werkzaamheden van afgelopen dinsdag stel ik de Kamer voor, aanstaande dinsdag een debat te hebben met de minister-president. Ik doe dat verzoek vandaag, opdat u er rekening mee kunt houden bij de opstelling van de agenda voor volgende week.

Ik vraag u ook om de stemmingen van dinsdagmiddag uit te stellen, zodat het debat met de minister-president nog van invloed kan zijn op datgene wat voorligt bij de begrotingen van VWS en SZW.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen. Het debat kan dinsdagmiddag worden gehouden met spreektijden van 5 minuten per fractie. De stemmingen over de begrotingen van VWS en van SZW zullen worden toegevoegd aan de stemmingslijst van volgende week donderdag.

Mevrouw Bibi de Vries (VVD):

Is 5 minuten niet ontzettend veel, gezien het feit dat er al zoveel over dit onderwerp is gesproken? Is 3 minuten niet veel beter?

Mevrouw Van Nieuwenhoven (PvdA):

Ik vond 5 minuten met de minister-president spreken nu juist weer erg kort. Is het niet beter om woensdag te stemmen over de begrotingen van VWS en SZW, omdat wij anders voor donderdag wel een heel lange stemmingslijst hebben?

De voorzitter:

U brengt mij in een dilemma. Onder andere uit uw fractie is mij al vaak gevraagd om het aantal stemmingen, zelfs in een laatste week, sterk te beperken.

Mevrouw Van Nieuwenhoven (PvdA):

Wij stemmen nu niet op dinsdag!

De voorzitter:

Het heeft mijn voorkeur om op dinsdag te stemmen over die onderwerpen waarover alsdan gestemd kán worden, dus over onderwerpen die hier niet mee te maken hebben, en om donderdag te stemmen over alles wat nog resteert. Dat wordt dan inderdaad een lange zit. Ik handhaaf mijn voorstel over de spreektijden van vijf minuten.

De heer Marijnissen (SP):

Voorzitter. Ik zou nog iets willen zeggen in reactie op de opmerking van de VVD. Ik ben erg blij dat de coalitiefracties het door mij aangevraagde debat niet willen blokkeren. Dat dit nu vervangen is door het minimaliseren van de spreektijden, betreur ik overigens wel. In navolging van mevrouw Van Nieuwenhoven meen ik dat vijf minuten misschien toch wat kort is, maar ik zal mijn best doen om binnen die spreektijd te blijven.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Duyvendak.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik doe bij dezen het verzoek om het verslag van het algemeen overleg over de Noordzee dat gisteren is gehouden, op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor om aan dat verzoek te voldoen en het punt toe te voegen aan de agenda van de volgende week. Dat zal waarschijnlijk zijn op donderdag wanneer wij alle VAO's gaan behandelen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Sterk.

Mevrouw Sterk (CDA):

Voorzitter. Op 10 oktober heb ik vragen gesteld aan de minister van Justitie en de minister van VWS over mogelijke, aan familiehuwelijken verbonden risico's. Ik zou u, voorzitter, willen vragen het verzoek te doen aan de desbetreffende bewindslieden om deze vragen met spoed te beantwoorden.

De voorzitter:

Omdat ik wist dat u dit verzoek zou doen, heb ik de vragen er even bij genomen. Er staat zelfs in dat de beantwoording ervan uiterlijk 24 november zal – inmiddels is dat "zou" geworden – plaatsvinden.

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Justitie en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Lambrechts.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Voorzitter. Ik verzoek om heropening van de behandeling van de VWS-begroting, dit in verband met onduidelijkheid die is ontstaan over een motie over de vrije verstrekking van heroïne en de uitbreiding van experimenten ter zake.

De voorzitter:

Dat zou dan worden de vierde termijn van de behandeling van deze begroting. Ik stel voor, het verzoek in te willigen en dit punt aan de agenda van de volgende week toe te voegen. Wij zouden toch pas volgende week donderdag daarover stemmen. Dus dat geeft met de stemmingen geen verdere belemmeringen. Ik merk op dat ik voor die vierde termijn geen extra spreekminuten zal toekennen aan de woordvoerders. Dat wordt dus krap voor sommige fracties.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Nu de beslissing is genomen om het debat met de minister-president dinsdagmiddag te houden en kijkend naar de agenda voor de volgende week, zoals die zich nu al aftekent, doe ik, om in ieder geval alvast één uur te winnen, het voorstel om de vergadering van aanstaande dinsdag niet om 14.00 uur maar om 13.00 uur te doen aanvangen.

Daartoe wordt besloten.