Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van vandaag de plenaire afronding
van de wijziging en aanvulling van de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek
van Strafrecht, de Algemene wet bestuursrecht, de Politiewet 1993 en enige
andere wetten in verband met de invoering van een identificatieplicht van
burgers ten opzichte van ambtenaren van politie aangesteld voor de uitvoering
van de politietaak en van toezichthouders (Wet op de uitgebreide
identificatieplicht) (29218).
Uiteraard wisten de woordvoerders en de bewindslieden al dat dit voorstel
zou worden gedaan.
Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van morgen de Wijziging van
de Wet inkomstenbelasting 2001, mede naar aanleiding van een novelle op het
Belastingplan 2004 (29367).
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Ik deel mede dat het VAO Spoor van de agenda is afgevoerd op verzoek van
de heer Duyvendak, die het VAO heeft aangevraagd.
Het woord is aan de heer Van Bochove.
De heer Van Bochove (CDA):
Voorzitter. Ik vraag om heropening van de begrotingsbehandeling VROM zodat
mijn fractie een motie kan indienen.
De voorzitter:
Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en dit debat in de agenda van
aanstaande donderdag in te passen.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer De Wit.
De heer De Wit (SP):
Voorzitter. De afgelopen dagen is in de media uitvoerig gesproken over
de aanstaande beslissingen van de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie
Verdonk in verband met de pardonregeling die wij in de Kamer hebben besproken.
Uit mediaberichten blijkt dat gemeenten buitengewoon bezorgd zijn omdat zij
verwachten dat zij geconfronteerd zullen worden met duizenden asielzoekers
die op straat gezet zullen worden. Gemeenten weten niet wat zij daarmee aan
moeten. De minister is daar zelf niet duidelijk over omdat daarvoor in de
Terugkeernota geen oplossingen worden aangeboden. Bovendien zijn er duizenden
mensen die niet alleen een beroep hebben gedaan op de pardonregeling, maar
ook op de discretionaire bevoegdheid van de minister om in schrijnende gevallen
een beslissing te nemen.
Daarom vraag ik de Kamer toestemming om de minister voor Vreemdelingenzaken
en Integratie te mogen interpelleren. In de eerste plaats wil ik graag duidelijkheid
over haar beleid op dit punt. Bovendien wil ik aan de minister vragen om in
afwachting van de beslissing over schrijnende gevallen geen onomkeerbare besluiten
te nemen.
De heer Van de Camp (CDA):
Voorzitter. Ik kom van de procedurevergadering van de vaste commissie
voor Justitie die net is afgelopen. Tijdens die vergadering is afgesproken
dat wij begin januari een rondetafelgesprek houden over de Terugkeernota.
Ik zou er prijs op stellen als die procedure naar behoren wordt afgewikkeld.
Mevrouw Bibi de Vries (VVD):
De VVD-fractie sluit zich aan bij het standpunt van de CDA-fractie.
De heer De Wit (SP):
De Terugkeernota gaat over de toekomst. De Terugkeernota gaat niet over
al die mensen die nu een probleem hebben. Gemeenten vragen bovendien dringend
om een richtlijn hoe te handelen. Daarom zeggen gemeenten nu: wij worden met
een enorm probleem geconfronteerd en wij weten niet wat wij moeten doen, want
wij kunnen de mensen met deze kou niet op straat zetten en bovendien creëren
wij voor onszelf een probleem in de sfeer van de openbare orde. Ik ben een
groot voorstander van een rondetafelgesprek over de Terugkeernota, maar dit
is een ander probleem dat dringend om een oplossing vraagt en daar is een
interpellatiedebat voor bedoeld.
De voorzitter:
Ik stel voor, het verzoek van de heer De Wit in te willigen om de minister
voor Vreemdelingenzaken en Integratie te mogen interpelleren over de uitvoering
van de pardonregeling en de toepassing van de discretionaire bevoegdheid.
De voorzitter:
Ik stel voor, deze interpellatie te doen houden in de vergadering van
11 december 2003, onder voorbehoud van de agenda van de minister voor Vreemdelingenzaken
en Integratie.