Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de volgende week de heropening van de behandeling van het wetsvoorstel:

  • - Wijziging van de Waterleidingwet (eigendom waterleidingbedrijven) (28339).

Ik stel voor, aanstaande dinsdag te stemmen over de begroting Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer met bijbehorende moties, de begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met de moties over Cultuur en Media en het wetsvoorstel Meerpersoonscelgebruik (28979).

Ik stel voor, aanstaande dinsdag te beslissen over het wetsvoorstel:

  • - Zesde partiële herziening PKB Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer (SVV-2) (verlenging geldigheidsduur) (29301).

Ik stel op verzoek van de vaste commissies voor Justitie en voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor, de wens te kennen te geven dat het bij brief van de minister van Justitie d.d. 12 november 2003 (23490, nr. 303) overgelegde ontwerpbesluit Unieverdrag punt B3 de uitdrukkelijke instemming van deze Kamer behoeft.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het Presidium heeft de termijn waarbinnen de verslagen omtrent de suppletoire begrotingen, samenhangende met de Najaarsnota 2003, moeten zijn vastgesteld, bepaald op dinsdag 4 december te 14.00 uur. De beantwoording dient woensdag 10 december uiterlijk vóór 16.00 uur plaats te vinden. De behandeling zal plaatsvinden in de laatste week vóór het kerstreces.

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van orde de aangehouden moties 28100 (R1705), nr. 9, 29200, nrs. 8, 9, 19, 22, 25 en 26 zijn vervallen.

Ik stel nu als onderdeel van de regeling van werkzaamheden de voortzetting van de behandeling van de begroting van VWS aan de orde. Voor de goede orde deel ik mee dat er twee brieven zijn binnengekomen die gisteren in een ordedebat waren gevraagd, een van de minister van VWS, mede namens de staatssecretaris van Financiën, over de buitengewone-uitgavenregeling en de tegemoetkomingsregeling en een van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de cumulatie van inkomenseffecten in 2004. Ik stel voor, meteen na deze regeling van werkzaamheden de begrotingsbehandeling voort te zetten.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter. Ook deze week heeft de Kamer intensief met het kabinet gesproken over de inkomenspositie van chronisch zieken en gehandicapten. Op verzoek van de Kamer zijn er inderdaad twee brieven binnengekomen, maar de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geeft, anders dan wij hadden gevraagd en gehoopt, geen helderheid over de precieze gevolgen van de diverse bezuinigingsmaatregelen voor de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten. Mijn fractie vraagt de minister daarom, paragraaf 4.3 in de brief die wij vandaag hebben ontvangen, te verruimen en de Kamer begin volgende week wél heldere informatie toe te zenden over specifieke koopkrachteffecten voor chronisch zieken en gehandicapten. Anders kunnen wij het debat natuurlijk niet goed afronden.

Wij hebben ook behoefte aan een breed overleg, volgende week, over de brief met zowel de ministers van Volksgezondheid en van Sociale Zaken als de staatssecretarissen van Financiën en van Volksgezondheid. Het kan wat ons betreft in een algemeen overleg, maar hierover zullen uiteraard de betrokken commissies moeten beslissen. In ieder geval zouden wij graag op basis van de gevraagde aanvullende informatie een breed overleg met de genoemde bewindslieden voeren. Uiteraard kan de begrotingsbehandeling vanmiddag worden voortgezet, maar wat ons betreft kan de kwestie van de inkomensgevolgen voor de genoemde groepen vandaag niet afgehandeld worden, zodat de stemming pas zou kunnen plaatsvinden als deze kwestie op een bevredigende manier is opgelost.

Wij willen niet een herhaling van zetten zoals bij het belastingplan, toen haastje-repje een zesde nota van wijziging in enkele uren moest worden bekeken en daarover vervolgens gestemd moest worden. Wij willen de tijd nemen om deze zaak goed af te ronden. Ik kan mij voorstellen dat wellicht in een extra procedurevergadering hierover nog gesproken wordt.

De voorzitter:

Misschien versnelt het deze procedure wanneer ik een eerste gedachte aan de Kamer meegeef naar aanleiding van het voorstel van mevrouw Vos. Deze houdt in:

  • a. dat de Kamer zo dadelijk begint met de tweede termijn van de begrotingsbehandeling VWS;

  • b. dat de hedenmorgen ontvangen brief van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, met als onderwerp cumulatie inkomenseffecten 2004, na het sluiten van deze beraadslaging niet als afgehandeld beschouwd wordt, zodat de mogelijkheid bestaat om over die brief volgende week – wellicht in de vorm zoals mevrouw Vos die naar voren heeft gebracht, maar daar moet de procedurevergadering over beslissen – verder te spreken en te beslissen;

  • c. dat het wat te ver zou gaan om nu te "verbieden" aan woordvoerders om over dit onderwerp nog iets te zeggen in de overigens beperkte spreektijd.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik kan mij veel voorstellen bij de argumenten van mevrouw Vos. Ik vind het ook een goed voorstel, maar ik zit met een praktisch probleem. Als het ertoe leidt dat wij nu een tweede termijn VWS doen waarbij wij slechts summier of niet op dit onderwerp ingaan en er volgende week een derde termijn VWS aan wijden, dan zit je met het feit dat een aantal fracties zo langzamerhand geen spreektijd meer beschikbaar heeft voor de begrotingsbehandeling. Als daar een andere vorm voor gevonden wordt, vind ik het prima. Als het er echter toe leidt dat wij dit cruciale onderwerp in een derde termijn behandelen waarin fracties er nauwelijks nog over kunnen spreken, dan moet daar een oplossing voor worden gevonden. Inhoudelijk ben ik het echter eens met het verzoek.

Mevrouw Kant (SP):

Daar wil ik mij graag bij aansluiten, want ook wij hadden als fractie niet voorzien bij de verdeling van de spreektijd dat er dit soort belachelijke dingen zouden gebeuren, namelijk dat wij bij het einde van de behandeling van de VWS-begroting nog niet weten hoe chronisch zieken en gehandicapten gecompenseerd worden. Ik zou dan ook graag, als wij een derde termijn houden, enige concessie willen zien op het punt van de spreektijden. Wij gaan vanmiddag gewoon de tweede termijn van VWS doen, zo lijkt mij, maar ik blijf dit toch moeilijk vinden. Wij praten immers over de mate waarin bezuinigingsmaatregelen in het pakket Volksgezondheid, waarvan het een onderdeel is, kunnen worden gecompenseerd. Als die compensatie er niet komt, is de discussie over de vraag of de bezuinigingsmaatregelen wel of niet door kunnen gaan, een andere discussie. De hele gang van zaken vind ik bijna stuitend, maar ik steun het verzoek van mevrouw Vos. Het is echter onmogelijk om deze kwestie zo meteen niet een onderdeel van het debat te laten zijn.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Voorzitter. Nog stuitender zou het zijn om het hier in de drie minuten spreektijd die mij resteren af te doen. Ik wil heel graag het verzoek ondersteunen en ik wil ook uw voorstel ondersteunen om het naar een later tijdstip te verplaatsen, zodat het goed aan de orde kan komen. Dat kan niet hier vandaag en het regardeert trouwens ook niet deze minister als eerste.

Mevrouw Smits (PvdA):

Ik steun het voorstel. Ik ga ervan uit dat er een apart overleg over komt en daarna een derde termijn.

De heer Buijs (CDA):

In het verlengde van wat mevrouw Smits zei, kies ik ervoor om, voordat wij deze zaak afronden, een overleg te hebben met de minister van Sociale Zaken, de minister van Volksgezondheid en de staatssecretaris van Financiën. Vervolgens kunnen wij in een derde termijn conclusies trekken, waarbij ik het verzoek doe om enige clementie bij de spreektijden te betrachten.

De heer Nawijn (LPF):

Voorzitter. Ook ik ondersteun het verzoek, maar ik heb er veel moeite mee om de discussie nu voort te zetten over zo'n belangrijk onderwerp, als wij nog niet weten wat er met de chronisch zieken en gehandicapten wordt gedaan. Dat vind ik een lastig punt in die tweede termijn. Ik denk echter dat wij wel door moeten gaan, want anders blijven wij staan. Noodgedwongen ga ik daarom met uw procedurevoorstel akkoord.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter. Er is in ieder geval in de Kamer brede steun: iedereen wil nadere cijfers hebben voordat dit onderdeel kan worden afgerond. Het lijkt mij het meest verstandig om volgende week een breed algemeen overleg met de betrokken bewindslieden – zowel Sociale Zaken en Financiën, als Volksgezondheid – hierover te voeren, zodat iedereen de tijd heeft om er uitvoerig op in te gaan. Daarbij moeten wij vooraf wel die cijfers hebben. Dan kan eventueel daarna – dat is verder aan de Kamer – in een derde termijn dit debat worden afgerond. Er blijken wat dat betreft echter problemen met de spreektijden te zijn.

Mevrouw Kant (SP):

Ik wil graag specificeren wat wij willen ontvangen. Het probleem is namelijk dat het voor ieder individu anders uitpakt. Ik wil graag een overzicht met concrete voorbeelden, hoe deze bezuinigingen bij de diverse groepen patiënten uitpakken en in welke mate zij door de belastingmaatregel gecompenseerd worden. Als wij in algemeenheden en gemiddelden blijven hangen, komen wij volgende week geen stap verder. Ik wil echt kunnen zien hoe het specifiek voor groepen patiënten uitpakt.

De voorzitter:

Ik stel voor, zo dadelijk te beginnen met de tweede termijn van de begrotingsbehandeling Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Ik teken daarbij aan dat wij, als de tweede termijn dan nog niet klaar is, deze om precies vier uur zullen onderbreken omdat dan de behandeling van het Stabiliteitspact met de minister-president en de minister van Financiën begint. Dat is een afspraak waaraan ik mij wil houden.

Vervolgens stel ik u voor om door middel van het toezenden van het stenogram van dit deel van de vergadering aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de nadere informatie te vragen zoals mevrouw Vos dat naar voren heeft gebracht en mevrouw Kant dat heeft toegespitst. Wij zullen zien wat daarop de reactie is.

Tevens stel ik u voor om aan de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de commissie voor Financiën te vragen om in een gezamenlijke vergadering de verdere procedure voor de bespreking van deze brief plus de nader te ontvangen informatie vast te stellen.

Als een en ander leidt tot een derde termijn van welke begroting dan ook, zullen wij nader overleggen wat dit betekent voor de spreektijden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Van 10 tot 14 september heeft in Cancun de ministeriële conferentie plaatsgevonden van de WTO. Sindsdien heeft de Tweede Kamer nog geen debat gevoerd met het kabinet over de vraag wat te doen met de uitkomsten van Cancun en hoe verder te gaan. Wij wachten nog op een standpunt van het Nederlandse kabinet.

Gisteren is er een standpunt verschenen van de Europese Commissie. Naar mijn beste informatie start morgen in Europa in het Comité 133 ambtelijk overleg over dit stuk van de Commissie.

Voorzitter. Om de positie van de Kamer te waarborgen, hecht ik eraan dat de Nederlandse regering totdat het Kamerdebat heeft plaatsgevonden (waarschijnlijk op 4 december) geen standpunten inneemt over wat te doen met de WTO en over de voorstellen van de Commissie ter zake. Als de minister van Economische Zaken een andere mening is toegedaan en er morgen wellicht al wél standpunten worden ingenomen, zou ik dat heel erg graag vandaag vernemen.

De voorzitter:

Ik stel u voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister en de staatssecretaris van Economische Zaken.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven