Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik benoem in de tijdelijke commissie Onderzoek naar Infrastructuurprojecten de leden Koopmans, Duivesteijn, Aptroot en Hermans.

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevingsoverleg met stenografisch verslag op:

maandag 24 november:

  • - van 13.00 uur tot 18.00 uur van de vaste commissie voor Justitie over het wetsvoorstel Implementatie van het kaderbesluit van de Raad van de Europese Unie betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie (Overleveringswet) (29042);

  • - van 19.00 uur tot 23.00 uur van de vaste commissie voor Justitie over het wetsvoorstel Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet in verband met verruiming van de mogelijkheden van meerpersoonscelgebruik (28979);

maandag 1 december:

  • - van 10.15 uur tot 13.30 uur van de vaste commissie voor Justitie, over het wetsvoorstel Wijziging en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met terroristische misdrijven (Wet terroristische misdrijven) (28463);

maandag 8 december:

  • - van 17.30 uur tot 23.00 uur van de vaste commissie voor Justitie over het wetsvoorstel Wijziging en aanvulling van de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafrecht, de Algemene wet bestuursrecht, de Politiewet 1993 en enige andere wetten in verband met de invoering van een identificatieplicht van burgers ten opzichte van ambtenaren van politie aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en van toezichthouders (Wet op de uitgebreide identificatieplicht) (29218).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter. Minister Zalm verraste ons gisteren weer met krasse taal, namelijk dat Nederland tegen de Europese grondwet zal stemmen als er geen vetorecht op de Europese begroting komt. Hij zei: als er geen akkoord is, is er ook geen grondwet die aan het parlement kan worden voorgelegd. Eerder al gaf staatssecretaris Nicolaï dit vetorecht weg in ruil voor een plafond in de nettobijdrage aan de EU. Zie De Telegraaf van 2 oktober jl. Uiteraard kreeg de staatssecretaris een standje, want Nederland vindt dit vetorecht heel belangrijk. Minister Zalm gooit er echter wel een heel stevige schep bovenop door dit als een keiharde voorwaarde aan de steun aan de Europese grondwet te verbinden. Onze vraag is: waar is premier Balkenende? Wij horen hem niet en daarom willen wij hem hierover duidelijkheid vragen in een brief. Wie heeft precies de regie in handen bij de onderhandelingen over de Europese grondwet? Is het standpunt van minister Zalm – namelijk dat Nederland tegen een grondwet zal stemmen als het vetorecht over de Europese begroting niet wordt gehandhaafd – een kabinetsstandpunt? Als dat inderdaad het geval is, waarom heeft de premier dit dan niet naar buiten gebracht en laat hij dit aan minister Zalm over? Wij willen de brief nog graag dit weekend ontvangen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw De Pater-van der Meer.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

Voorzitter. De vaste commissie voor Justitie heeft een tweetal overleggen gehad met de minister van Justitie en de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie over de evaluatie opheffing bordeelverbod en de rapporten van de nationale rapporteur mensenhandel. Deze twee overleggen zouden in één VAO gecombineerd kunnen worden. Wij verzoeken u, dat VAO op de agenda van volgende week te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit onderwerp toe te voegen aan de agenda van de volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Samsom.

De heer Samsom (PvdA):

Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg over Schiphol, dat wij gisteren hebben gehad, op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit VAO toe te voegen aan de agenda van de volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Atsma.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. Namens de vaste commissies voor LNV en VROM verzoek ik u, het verslag van het algemeen overleg over het stankbeleid op de plenaire agenda te plaatsen. Daarnaast attendeer ik u erop dat de Kamer er zeer aan hecht dat de Landinrichtingswet op korte termijn op de agenda wordt geplaatst.

De voorzitter:

Dat laatste is al gebeurd. Wij kunnen niet meer dan ons best doen. Ik stel voor, het VAO over het stankbeleid toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De heer Atsma (CDA):

Uiteraard weten wij dat de Landinrichtingswet op de agenda staat. Ik heb duidelijk willen maken dat de Kamer aandringt op een spoedige behandeling.

De voorzitter:

Daarvoor geldt dus dat wij niet meer dan ons best kunnen doen.

Het woord is aan de heer Timmermans.

De heer Timmermans (PvdA):

Voorzitter. Gisteravond hebben wij de antwoorden van de premier gekregen op de schriftelijke vragen van collega Bos over een aantal Europese kwesties. Het ging onder andere over uitlatingen over commissaris Bolkestein. Uit die antwoorden wordt niet duidelijk of er wel of niet een deal is gesloten tijdens de formatie over de opvolging van Bolkestein door Bolkestein. Daarom heeft mijn fractie behoefte aan een kort debat morgenmiddag over dit onderwerp met de minister-president en de minister van Financiën.

De heer Van Dijk (CDA):

Je moet heel zwaarwegende argumenten hebben om tegen zo'n kort debat te zijn. Ik denk echter dat het beter is eerst aan de minister te vragen of hij deze vraag wil beantwoorden in een brief. Ik ben er eerlijk gezegd geen voorstander van om nu weer direct te beslissen tot een debat.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Mijn fractie vindt dit een goed idee. Als wij een kort debat houden, hebben wij snel helderheid over deze zaak.

De heer Van Baalen (VVD):

Mijn fractie vindt zo'n zwaarwegende kwestie als de functie van de eurocommissaris zeker belangrijk. Als de oppositie daarover vragen wil stellen, is dit geen slechte zaak.

De heer Timmermans (PvdA):

Het debat kan heel kort zijn. Ik wil dat de onduidelijkheid wordt weggenomen die is ontstaan door de uitlatingen van de fractievoorzitter van de VVD en eerder door leden van het kabinet.

De voorzitter:

U wilt dus een debat over de vragen en de daarop gegeven antwoorden? U vindt die onbevredigend?

De heer Timmermans (PvdA):

Ja. Wij willen een debat over de vraag of er in de formatie een afspraak is gemaakt over de opvolging van commissaris Bolkestein door de heer Bolkestein, aangezien daarover tegenstrijdige mededelingen zijn gedaan door leden van het kabinet en de VVD-fractie. Dit zou een vijfminutendebat kunnen zijn.

De voorzitter:

Dit fenomeen kennen wij niet, wel een tweeminutendebat.

De heer Timmermans (PvdA):

Dan maken we er een tweeminutendebat van.

De voorzitter:

Ik zal u in de loop van de middag laten weten wanneer dit debat kan plaatsvinden.

Naar boven