Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 29, 30 en 31 oktober:

  • - het voorstel tot wijziging van het Reglement van orde (28633, nr. 1);

  • - verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften (28619, nrs. 2 t/m 40).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik zal later deze dag nadere voorstellen doen met betrekking tot de verdere agenda van de komende week. Dat zal gebeuren in een regeling van werkzaamheden aan het eind van de dag, voor de te verwachten stemmingen.

Verder deel ik u mee dat het lid Groenink van de LPF mij heeft medegedeeld dat hij met ingang van 17 oktober jl. geen deel meer uitmaakt van de enquêtecommissie Srebrenica.

Verder is ingekomen een beschikking van de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake aanwijzing van de leden Te Veldhuis, Verbugt, Sterk, Van Loon-Koomen, Smilde, De Nerée tot Babberich, Hessels, Schonewille, Stuger, Netelenbos, Timmermans, Van der Ham, Van den Brand en Van Bommel tot leden in de bestaande vacatures en de leden Van Winsen, Eski, Koopmans, Ormel, Aasted-Madsen-van Stiphout, Palm, Zeroual, Halsema en De Wit tot plaatsvervangend leden in de bestaande vacatures en dat alles in de raadgevende interparlementaire Beneluxraad. Ik stel voor, deze beschikking voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Teeven, die twee verzoeken wil doen.

De heer Teeven (Leefbaar Nederland):

Voorzitter. Mijn eerste verzoek is het volgende. Wij hebben de afgelopen week mogen lezen over het mogelijk afluisteren van de heer Fortuyn. Daarop zijn ontkenningen gevolgd door de vorige en de huidige minister van BZK. Ik had in de media aangekondigd, te zullen vragen om een spoeddebat. Dat wil ik nu nog niet doen, want ik wil eerst een brief hebben van de minister van Binnenlandse Zaken, waarin hij een aantal punten uiteenzet. Het zou daarin moeten gaan om de vragen wie er precies in de woning van de heer Fortuyn zijn geweest, welke overheidsambtenaren, of Fortuyn is afgeluisterd en of politici in zijn algemeenheid worden afgeluisterd in Nederland en of het mogelijk is voor de Algemene inlichtingen- en veiligheidsdienst om zonder de handtekeningen van ministers, dus via een spoedprocedure, toch af te luisteren. Dat zijn de vragen die ik aan de minister zou willen stellen.

De heer Eerdmans (LPF):

De Lijst Pim Fortuyn wil dit verzoek steunen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de genoemde minister, en over een eventueel te houden debat daarover tijdens de eerste regeling van werkzaamheden in de volgende week een beslissing te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De heer Teeven (Leefbaar Nederland):

Voorzitter. Mijn tweede verzoek is gericht aan de minister van Financiën, die tot mijn grote vreugde vandaag aanwezig is in vak K. Wij zijn hedenmorgen opgeschrikt door een bericht in de Telegraaf dat er sprake is van een grootschalige mogelijkheid van fraude met automatische incassosystemen. Gisteravond is in de media al voorgedaan hoe dat zou kunnen. Ik heb mij daar bijzonder over verbaasd, omdat ik – en ik denk met mij vele Nederlanders, particulieren en bedrijven – er altijd van uit ben gegaan dat als je toestemming gaf voor automatische incasso's, er formulieren noodzakelijk waren om daartoe over te gaan. Nu blijkt dat – ik heb ook het boek gelezen dat daarover is gepubliceerd – absoluut niet noodzakelijk te zijn. Als je een machtiging tot incasso hebt, kun je gewoon overgaan tot het plunderen van bankrekeningen van particulieren en bedrijven in Nederland. Ik wil graag van de minister van Financiën weten op welke wijze hij dit al een jaartje of acht bestaande gat in het bancaire betalingsverkeer zo spoedig mogelijk denkt te dichten. Wij zien graag dat de regering ons een brief hierover stuurt.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Financiën.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Jense.

De heer Jense (Leefbaar Nederland):

Voorzitter. Er wonen nogal wat Nederlanders in het buitenland die een Nederlandse uitkering genieten. De hieraan ten grondslag liggende overeenkomst loopt op 1 januari van het komend jaar af en ik vraag mij af hoe dit nu verder moet. Ik verzoek de regering om ons hierover een brief te sturen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van As.

De heer Van As (LPF):

Voorzitter. De LPF-fractie vindt de uitbreiding van de Europese Unie te belangrijk om deze door het demissionaire kabinet te laten behartigen. Wij vinden dat dit moet worden overgelaten aan een nieuw kabinet. Derhalve willen wij de uitbreiding van de EU controversieel verklaren. Naar onze mening dient het kabinet zich in de vergadering van de Europese Raad in Brussel op 24 en 25 oktober te onthouden van ieder commentaar. Het debat naar aanleiding van de brief over de actie van de regering inzake de uitbreiding kan wat ons betreft wel gewoon doorgaan.

De voorzitter:

De vraag of een onderwerp al dan niet controversieel is, maakt onderdeel uit van de besluitvorming in de vaste commissies. Dit zal uitmonden in een regeling van werkzaamheden, ten dele vanavond en ten dele volgende week. Ik stel voor, het voor deze vergadering geplande debat te laten doorgaan. De besluitvorming vindt plaats aan het einde van het debat. Dan zal blijken wat de Kamer aan de regering vraagt.

De heer De Graaf (D66):

Voorzitter. Uw voorstel kan alleen maar worden gesteund, zeker als wij in overweging nemen dat wij Nederland buitengewoon belangrijk vinden, maar dat het niet zeker is dat Europa Nederland ook zo belangrijk vindt, dat men bereid is te wachten met de besluitvorming.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Voorzitter. Ook mijn fractie steunt uw voorstel. Het controversieel verklaren van een onderwerp heeft alleen betrekking op de relatie tussen de Kamer en de regering. De uitbreiding van de EU kan controversieel worden verklaard, maar dan zou het debat niet moeten plaatsvinden. Daarover gaan wij. Ook zou aan de regering iets anders kunnen worden gevraagd aan het eind van het debat. Ik heb er bezwaar tegen om het begrip "controversieel verklaren" betrekking te laten hebben op wat de regering na het debat al of niet buiten dit huis kan doen.

Mevrouw Van Nieuwenhoven (PvdA):

Wij kunnen niet aan het einde van het debat, dat nog moeten beginnen, constateren dat het eigenlijk een debat was over een controversieel onderwerp. Als ik de heer Van As goed begrijp, zou het debat daar ook nog toe kunnen leiden. Dat lijkt mij niet de manier waarop wij vandaag met elkaar om moeten gaan.

De voorzitter:

Ik ben misschien onduidelijk geweest, maar dat was in elk geval niet de bedoeling van mijn voorstel.

Mevrouw De Jong (Groep De Jong):

Ook mijn fractie steunt het voorstel. Ik vind het helemaal niet onlogisch om een onderwerp controversieel te verklaren, als het mogelijkerwijs een aanleiding is geweest tot de val van het kabinet.

De voorzitter:

Mijnheer Van As, wilt u nog reageren op de opmerkingen die naar aanleiding van uw voorstel zijn gemaakt?

De heer Van As (LPF):

Voorzitter. Wij willen het debat aangaan en daarin zullen wij natuurlijk ons standpunt kenbaar maken. Het probleem zit wat ons betreft met name bij de voorlichting en de raadpleging van het volk. Wij vinden dat er een referendum zou moeten plaatsvinden.

De voorzitter:

Dat is onderdeel van het debat dat wij straks zullen voeren.

Naar boven