Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel voor, te behandelen morgen bij het begin van de vergadering als
hamerstuk:
- de brief van de vaste commissie voor Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties, houdende het voorstel om de regering te verzoeken,
advies te vragen aan de Raad van State over de interpretatie van artikel 137,
vierde lid, van de Grondwet (28600-VII, nr. 50);
- de brief van het
lid Karimi c.s. houdende het voorstel om advies te vragen aan de Kiesraad
over hun initiatiefvoorstel Wet raadplegend referendum Europese Grondwet (28885,
nr. 4);
- de wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband
met de, in beginsel tijdelijke, invoering van een omzetbelastingregeling voor
elektronische diensten (e-commerce) (28887).
De voorzitter:
Het Presidium heeft de termijn waarbinnen de verslagen omtrent de suppletore
begrotingen, samenhangende met de Voorjaarsnota 2003, moeten worden vastgesteld
bepaald op donderdag 12 juni 2003 te 12.00 uur. De beantwoording van de vragen
dient plaats te vinden uiterlijk woensdag 18 juni. Dat is ook aan de regering
medegedeeld. De plenaire behandeling kan dan plaatsvinden in de laatste vergaderweek
voor het zomerreces.
Ik benoem in de vaste commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
het lid Van Aartsen in de bestaande vacature.
Het woord is aan het lid Halsema.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Voorzitter. Afgelopen week hebben de bewindslieden van Balkenende I de
dossiers overgedragen aan hun opvolgers. Dat waren plezierige en vrolijke
rituelen. Ik heb er als televisiekijker van genoten. Wel verzoek ik om openbaarmaking
van de overdrachtsdossiers. Daarvoor geef ik twee redenen. Als een nieuwe
minister de komende maanden stuit op een netelige kwestie en dan zegt: "die
kwestie ken ik niet, die is mij niet overgedragen", dan kan de Kamer na de
dossiers te hebben gelezen hem eventueel bijvallen. En als in de departementale
begrotingen mee- of tegenvallers verborgen zitten, wil de Kamer dat zo snel
mogelijk weten.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te
geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister-president.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Geluk.
De heer Geluk (VVD):
Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg over de
Leidraad opvang zeehonden op de agenda van de plenaire vergadering te plaatsen.
De voorzitter:
Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en het verslag
te plaatsen op de agenda van waarschijnlijk de week na die waarin de regeringsverklaring
wordt gehouden.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Koenders.
De heer Koenders (PvdA):
Voorzitter. Ik heb gisteren namens mijn fractie een aantal vragen aan
de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken gesteld over de
vermeende rol van massavernietigingswapens in het conflict met Irak. Ik heb
dat gedaan in het licht van de discussies die hierover deze week in onze buurlanden
worden gevoerd. Teneinde zo spoedig mogelijk over deze informatie te kunnen
beschikken, verzoek ik via u om beantwoording van deze vragen voor het eind
van deze week.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te
geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Buitenlandse
Zaken.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer De Wit.
De heer De Wit (SP):
Voorzitter. Ik heb afgelopen vrijdag schriftelijke vragen gesteld over
de mededeling van minister Remkes dat de salarissen van de ministers ook mogen
worden aangepast in positieve zin, dus omhoog mogen gaan. Ik vraag via u aan
het kabinet om de vragen te beantwoorden voor het debat over de regeringsverklaring,
zodat wij de antwoorden kunnen betrekken bij dat debat.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Voorzitter. Mocht het kabinet dat niet kunnen, dan zie ik graag dat wordt
gemotiveerd waarom men er niet in slaagt de vragen bijtijds te beantwoorden.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te
geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister-president.