Vragen van het lid Kant aan de minister van Financiën en de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat over de salarisstijgingen van de top van Schiphol.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Het gaat niet zo goed met Schiphol. Daarom is er een vacaturestop afgekondigd, worden investeringen uitgesteld en is aan de centrale ondernemingsraad meegedeeld dat alle kosten ter discussie staan. De verrijking aan de top gaat echter gewoon door. Het gaat namelijk wel goed met het salaris van Schiphol-directeur Cherfontaine en van de rest van de directie. Uit het financieel jaarverslag van de onderneming blijkt dat hij verleden jaar met ruim € 650.000 42% meer verdiende dan het jaar daarvoor.

De ondernemingsraad van Schiphol vraagt zich nu terecht af waar het goede voorbeeld is voor het personeel, dat nu wordt gevraagd om offers te brengen. Ik vraag mij dan ook af hoe de enige aandeelhouder van Schiphol, de Nederlandse overheid, hiermee akkoord heeft kunnen gaan.

Vandaar de volgende vragen. Wat vinden de bewindspersonen van deze salarisstijging van 42%? Zou de minister van Financiën deze stijging, evenals die voor de heer Scheepbouwer van de KPN, willen kwalificeren als onmatig en te ruimhartig? Heeft de overheid als enig aandeelhouder bezwaar gemaakt tegen deze gigantische salarisstijging? Gaat de minister van Financiën, zoals hij verleden week ook bij de KPN heeft gedaan, de eerstvolgende aandeelhoudersvergadering gebruiken om zijn ongenoegen hierover kenbaar te maken?

Er wordt nu veel van het personeel gevraagd: men moet bezuinigen, de broekriem moet worden aangetrokken. Waarom geldt dit niet voor de top? Wil de minister van Financiën vanaf heden op aandeelhoudersvergaderingen ook voor de salarissen aan de top van Schiphol de nullijn voorstellen?

Minister Hoogervorst:

Voorzitter. Het is mij bekend dat in het jaar 2002 een forse salarisverhoging bij Schiphol is doorgevoerd. De bedragen die mevrouw Kant in dit verband noemde, kloppen ongeveer. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat het vaste salarisdeel vrijwel ongewijzigd is; dat is mee gestegen met de cao.

De oorzaak van de stijging is vrijwel volledig toe te schrijven aan bonussen voor goede prestaties. Met name met de introductie van een langetermijnincentive, een prikkelbonus, is de stijging te verklaren. Die bonus is pas uit te keren in 2005, als de bestuurders daar dan nog steeds zitten.

Niettemin zijn over de salarisstijging gisteren namens mij al kritische vragen gesteld op de vergadering van aandeelhouders. Ik heb daarbij met name laten wijzen op het belang dat ik hecht aan de samenhang tussen het beloningsbeleid voor het bestuur en de maatregelen die het bestuur ter zake neemt voor het personeel. De voorzitter van de raad van commissarissen heeft aangegeven dat de stijging na zorgvuldige afweging is doorgevoerd. De bonussen hebben betrekking op het jaar 2002, dat voor Schiphol een uitstekend jaar is geweest, zowel financieel als operationeel. In dat jaar zijn er geen bijzondere offers van het personeel gevraagd.

Bovendien heeft de raad van commissarissen, voorafgaande aan de toekenning van de bonussen, een vergelijking gemaakt met overeenkomstige bedrijven. Daarbij is men tot de conclusie gekomen dat Schiphol qua bestuurdersbeloning relatief laag zat en, na deze verhoging, nog steeds zit.

Dit alles neemt niet weg dat ik van mening blijf dat dit onderwerp zeer zorgvuldige aandacht vergt, te meer daar ook Schiphol nu in veel moeilijker vaarwater zit dan in het florissante jaar 2002. In de huidige tijden van economische slapte kan het niet zo zijn dat alleen het personeel de klappen opvangt. Nadat ik mijn kritische opmerkingen heb laten maken in de aandeelhoudersvergadering, zet ik mijn standpunt nog eens zorgvuldig uiteen in een brief aan de onderneming.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Ik verneem over deze salarisstijging straks graag ook de mening van de staatssecretaris die verantwoordelijk is voor Schiphol.

Ik dank de minister voor zijn antwoord, waarin hij aangeeft dat hij zeer kritisch staat tegenover de salarisstijging van verleden jaar. Hij relativeert het wel iets, in die zin dat 2002 een goed jaar voor Schiphol was. De bonussen hebben betrekking op dat jaar. Dat neemt echter niet weg dat die bonussen dit jaar uitgekeerd worden aan de directie van Schiphol, terwijl het personeel gevraagd wordt om de broekriem aan te trekken. U bent daar zeer kritisch over, maar mag ik vragen wat er in de brief komt te staan? Wat is de lijn van de overheidscommissarissen vanaf heden bij die vergaderingen? Ik heb gevraagd of een keuze voor een nullijn namens de overheid een goede inzet is.

Minister Hoogervorst:

In mijn antwoord in eerste termijn klinkt zorg door. Anders dan twee weken geleden bij de kwestie van de KPN heb ik de woorden "onmatig" en "te ruimhartig" niet gebruikt, omdat ik vind dat deze zaak anders ligt. Het gaat om veel minder grote bedragen in absolute termen. Bij de KPN ging het over 2,5 mln en hier gaat het om veel minder. Schiphol had een goed jaar achter de rug en in 2002 werden geen bijzondere offers van het personeel gevraagd. Nu ligt de zaak anders. Het gaat slecht met Schiphol en het gaat heel slecht in de luchtvaartbranche. Ik vraag aan Schiphol om voorzichtig te zijn met dit soort salarisverhogingen in een tijd waarin van het personeel het een en ander wordt gevraagd en het niet meer goed gaat met het bedrijf. Men moet zelf meer matiging in acht nemen. Dat zal grosso modo de inhoud van mijn betoog zijn.

Mevrouw Kant (SP):

Ik vind dit teleurstellend. De minister maakt zich zorgen en natuurlijk gaat het om andere bedragen dan waarover verleden keer bij de KPN werd gesproken, maar wij spreken nu – als je de bonus erbij optelt – over een salarisstijging van 42%. Dit kabinet spreekt over loonmatiging, maar dit kan geen loonmatiging genoemd worden. Kunt u uw mening niet bijstellen en wat bij Schiphol gebeurt onmatig en ruimhartig noemen? Er is nog een verschil. De overheid is 100% aandeelhouder en heeft in dezen veel te zeggen. De overheid heeft recht op een mening. Een stijging van 42% voor de top vind ik van de gekke!

Minister Hoogervorst:

Schiphol is een structuur-NV en daar heeft de overheid niets over te zeggen. Ik kan u wel toezeggen dat ik een brief met de inhoud zoals ik die nu geschetst heb en waarin ik mijn zorg over de ontwikkelingen uit, zal doen verzenden. Ik zal daarin tevens Schiphol sterk aanmoedigen om een matigingsbeleid voor de salarissen aan de top door te voeren. Hoewel ik daarmee geen formele bevoegdheden tot mij trek, ben ik ervan overtuigd dat dit effect zal hebben.

Staatssecretaris Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Sinds 1 januari 2003 is de rol van aandeelhouder naar Financiën overgeheveld, juist om die scheiding te maken. Ik sta volledig achter het antwoord van de minister van Financiën. Het is goed, gezien de veranderde situatie, dat een dergelijke brief wordt verzonden. Ik wijs erop dat de salarisverhogingen in het verleden zich in een ander tijdperk afspeelden. Daarom moet niet zozeer worden ingegaan op het handelen van de directie zelf, maar op de situatie waarin Schiphol zich bevindt. De situatie van de luchtvaartmaatschappijen is voor een groot deel door externe factoren bepaald. Ik noem Irak en SARS. Dit kan niet onmiddellijk aan de directie worden toegerekend. Wel moet zij rekening houden met alle ingrepen die de komende periode moeten plaatsvinden en de beloning die daarbij hoort. Ik sluit mij tot slot volledig aan bij het antwoord van de minister.

De heer Hermans (LPF):

Ik wil mevrouw Kant een vraag stellen. Zij bewandelt terecht een van de wegen om deze excessieve zelfverrijking aan de kaak te stellen door de minister van Financiën op zijn verantwoordelijkheid te wijzen. Een andere weg is ook dat de Kamer de commissarissen op hun verantwoordelijkheid aanspreekt. Zij nemen de beslissingen voor bepaalde beloningssystemen. In de raden van commissarissen is inmiddels de politiek geïncorporeerd. Veel aan de politiek gerelateerde mensen zitten in die raden. Ik kan mij voorstellen dat men deze mensen via hun politieke partij op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid wijst. Dit punt staat al heel lang op de agenda. Wij moeten er alles aan doen dat wij onze maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Dit geldt ook voor de Kamer en deze politieke partijen.

Mevrouw Kant (SP):

Ik vind dit een interessante suggestie. Het is echter de minister van Financiën die verantwoordelijk is voor de commissarissen die namens de overheid vertegenwoordigd zijn bij Schiphol en andere bedrijven. Daarom spreek ik de minister van Financiën hier op die verantwoordelijkheid aan. Ik mag toch hopen dat de commissarissen, die ook gelieerd zijn aan de politiek en die in de raden zijn vertegenwoordigd, heel goed naar het vragenuur luisteren en naar onze opvatting over de verrijking aan de top.

Misschien is het goed om een brede discussie te voeren over de rol van de commissarissen namens de overheid en dus mede namens het controlerende orgaan van de overheid, de Tweede Kamer, en over de vraag hoe wij daarop meer invloed kunnen uitoefenen.

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):

Voorzitter. Waarom heeft de minister van Financiën op de aandeelhoudersvergadering niet ingegrepen? Die mogelijkheid heeft hij. Hij had als hoofdaandeelhouder niet akkoord behoeven te gaan met een jaarverslag waarin deze salarisstijging verantwoord is.

Vindt de minister niet dat ook uit een oogpunt van good governance sprake is van een maatschappelijke verantwoordelijkheid van een bedrijf als Schiphol? Als vooraf zichtbaar was, ook in 2002, dat de markt waarin het bedrijf opereert verslechtert en dat sprake is van een recessie op het terrein van de luchtvaart met alle gevolgen daarvan voor Schiphol, is het dan niet onverantwoord dat er zulke gigantische salarisstijgingen aan de top van het bedrijf zijn, terwijl tegelijkertijd bekend wordt gemaakt dat men gaat snijden aan de onderkant en de mensen de broekriem laat aanhalen? Dat is toch geen sociaal beleid?

Ik spreek de minister van Financiën erop aan dat hij vanuit zijn verantwoordelijkheid en visie, die hij eerder heeft geuit, eerder had kunnen ingrijpen. Waarom heeft hij dat niet gedaan?

Minister Hoogervorst:

Voorzitter. Bij deze mondelinge vragen blijkt hoe nuttig het is dat wij de Wet openbaarmaking topinkomens hebben ingevoerd. Die geeft veel meer transparantie. Ik vrees wel dat de huidige en komende minister van Financiën zeer regelmatig naar deze Kamer zullen worden geroepen om uit te leggen wat voor schandelijke zaken hebben plaatsgevonden in de wereld. Ik vermoed dat de wet ook zijn heilzame invloed zal hebben op de ontwikkeling van topinkomens in Nederland.

Theoretisch had ik het jaarverslag niet behoeven goed te keuren. Het is echter een buitengewoon zwaar middel dat waarschijnlijk tot het aftreden van de raad van bestuur zou hebben geleid. Wij hebben hier te maken met een van de beste luchthavens in de wereld. Het is een zeer goed presterende luchthaven. Iedereen die in de wereld rondreist, kan dit met zijn eigen ogen zien. Het betreft een salarisverhoging in 2002. Dat was een goed jaar voor Schiphol. Als het goed was gegaan met de wereldeconomie en met de luchtvaart, had er misschien geen haan naar gekraaid. Er is echter sprake van een andere situatie. Daarom vraag ik het bedrijf om daarmee rekening te houden in het salarisbeleid voor het jaar 2003. Ik ben bereid dat te doen, ik heb het al gedaan en ik zal het nog vastleggen in een brief aan Schiphol.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Mij is één ding duidelijk: het zakkenvullen gaat gewoon door. Als het niet is bij de KPN, dan is het wel bij de Nederlandse Spoorwegen en nu is het weer Schiphol. Daarbij valt mij ook iets op. Als het goed gaat, is het te wijten aan de interne omstandigheden en het geweldige werk van de directeur. Als het slecht gaat, spelen ineens allerlei externe omstandigheden een rol. Zal volgend jaar € 200.000 worden ingeleverd omdat de resultaten zo slecht zijn? Dat hoor je nooit. Ik hoor hierop graag de visie van de minister.

Ik wil ook van de minister horen waarom hij zich op de aandeelhoudersvergadering zo snel heeft laten inpakken met argumenten om goed te praten dat meer dan € 600.000 door één persoon is geïncasseerd. Als dat geen zakkenvullen is, dan weet ik het niet meer. In september 2002 wist Schiphol al dat het slechter zou gaan. Er is vrij laat op ingespeeld. De centrale ondernemingsraad heeft daar commentaar op gehad. Wat is de visie van de minister? Van de staatssecretaris wil ik weten waarom die externe omstandigheden opeens zo belangrijk worden als het slecht gaat.

Minister Hoogervorst:

Voorzitter. Laat ik duidelijk zijn. Ik vind dat de verslechterende omstandigheden in 2003 en daarmee de verslechterende prestaties van Schiphol een impact moeten hebben op de beloning, niet alleen van de gewone werknemers, maar ook voor de top van de onderneming. Ik ga dat hier natuurlijk niet invullen.

Staatssecretaris Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Voorzitter. Ik heb ook het stukje gelezen waarin staat dat de ondernemingsraad erop gewezen heeft dat de luchthaven vanaf september 2002 had kunnen weten dat het slechter zou gaan. Er was al een tijdje sprake van oorlogsdreiging. Hoe kun je als luchthaven anticiperen op oorlogsdreiging? Je weet immers niet of die oorlog er wel of niet zal komen. Vanaf het begin van de oorlog is het aantal luchtbewegingen naar het Midden-Oosten fors teruggelopen. Vanaf het moment dat de ziekte SARS opkwam, is ook het aantal luchtbewegingen richting Azië verminderd. Dat zijn zaken waar je geen rekening mee kunt houden. Het speelde allemaal nadat de salarisbesprekingen hadden plaatsgevonden en de bonusregeling in het leven was geroepen. Ik ben het helemaal eens met de minister. Nu deze externe omstandigheden gelden en er ingrepen moeten worden gedaan in het functioneren van Schiphol, bijvoorbeeld met het oog op geplande investeringen, moet ook worden gekeken naar de salariëring. De investeringen die men nu laat liggen, zitten in het niet bouwen van een pier, in het later realiseren van een people mover en dergelijke zaken. Men zal proberen het personeel te ontzien, maar het worden moeilijke tijden en het is moeilijk voorspelbaar hoe snel het luchtverkeer weer aantrekt. Het heeft er niets mee te maken dat het in goede tijden alleen aan de directie ligt en in slechte tijden alleen aan externe omstandigheden. De externe omstandigheden zijn hier echter wel heel erg duidelijk.

Mevrouw Verburg (CDA):

Voorzitter. Het lijkt mij nodig dat wij als overheid een lijn uitzetten voor goede tijden en slechte tijden als het gaat om het aandeel van de overheid in bedrijven. Ik vind dat de minister van Financiën een veelbelovende stap heeft gezet door er vraagtekens bij te laten zetten tijdens de aandeelhoudersvergadering. In deze moeilijke tijden, die voorlopig nog niet voorbij zijn, moet er echter meer gebeuren om maatschappelijk verantwoord ondernemerschap zichtbaar te maken. Als je je mensen vraagt om een tandje te matigen, dan heb je daar als topmanagement ook een rol in te spelen. Wij hebben twee weken geleden over TPG gesproken. Wij hebben het vandaag over Schiphol. Over twee weken kunnen wij het over Pink Roccade hebben of over andere bedrijven waarin de overheid aandeelhouder is. Ik vraag de minister van Financiën om samen met zijn collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hier een notitie over op te stellen. Hoe is de loonontwikkeling op top- en basisniveau bij economische ontwikkelingen, rekening houdend met de verantwoordelijkheid die er bij dit soort bedrijven is voor maatschappelijk verantwoord ondernemerschap?

Minister Hoogervorst:

Voorzitter. Daar moet ik nog eens even heel goed over nadenken.

Mevrouw Giskes (D66):

Voorzitter. Rondom Schiphol speelt ook de discussie over al of niet privatiseren. De ervaring leert dat in geval van privatisering salarissen eerder de neiging hebben omhoog te gaan dan naar beneden te gaan. Ik vraag mij af of de minister door deze ontwikkeling second thoughts heeft bij de discussie rond privatisering.

Minister Hoogervorst:

Voorzitter. Ik vind deze salariskwestie helemaal losstaan van de vraag of wij als overheid aandelen in Schiphol zouden moeten hebben. Ik heb dus geen second thoughts.

Mevrouw Giskes (D66):

Dus u geeft de laatste mogelijkheid om er invloed op uit te oefenen ook uit handen?

Minister Hoogervorst:

Die zal bij de toekomstige aandeelhouders liggen en die zullen ook belang hebben bij een verantwoorde loonontwikkeling, ook aan de top van het bedrijf, ook met het oog op het bewaren van de sociale rust in het bedrijf.

Naar boven