Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2003 (28600 VIII)

,

- van:

- de motie-Van der Vlies c.s. over flexibilisering van lesuren (28600 VIII, nr. 50);

- de motie-Hamer c.s. over een sluitende aanpak voor het totale taalbeleid (28600 VIII, nr. 51) (herdruk);

- de motie-Hamer c.s. over maatwerk (28600 VIII, nr. 52);

- de motie-Hamer c.s. over gesubsidieerde arbeid in het onderwijs (28600 VIII, nr. 53);

- de motie-Hamer c.s. over de segregatieproblematiek (28600 VIII, nr. 54);

- de gewijzigde motie-Jan de Vries c.s. over lumpsumbekostiging (28600 VIII, nr. 74);

- de motie-Jan de Vries c.s. over subsidieregelingen bij OCW (28600 VIII, nr. 56);

- de motie-Jan de Vries c.s. over een verplichte begintoets voor het primair onderwijs (28600 VIII, nr. 57);

- de motie-Joldersma c.s. over brede bacheloropleidingen (28600 VIII, nr. 58);

- de motie-Joldersma c.s. over de Nederlandse kenniseconomie (28600 VIII, nr. 59);

- de motie-Azough c.s. over het tegengaan van segregatie (28600 VIII, nr. 60);

- de motie-Azough/Van Bommel over het godsdienstonderwijs (28600 VIII, nr. 61);

- de motie-Van Bommel c.s. over het instrument bindingspremie (28600 VIII, nr. 62);

- de motie-Van Bommel c.s. over het collegegeld (28600 VIII, nr. 63);

- de motie-Rijpstra c.s. over lichamelijke opvoeding (28600 VIII, nr. 64);

- de motie-Monique de Vries c.s. over professionele masters (28600 VIII, nr. 65);

- de motie-Lambrechts c.s. over een debat over publiek te financieren taken van het hoger onderwijs (28600 VIII, nr. 66);

- de motie-Lambrechts/Hamer over een meerjareninvesteringsprogramma voor het onderwijsVoorzitter (28600 VIII, nr. 67);

- de motie-Lambrechts/Hamer over de toegankelijkheid van het onderwijs (28600 VIII, nr. 68);

- de motie-Lambrechts c.s. over het toezichtskader voor de werkwijze van de onderwijsinspectie (28600 VIII, nr. 69);

- de motie-Joldersma over de onderschrijdingen in ICES-KIS voor hbo en wo (28600 VIII, nr. 75);

- de motie-Hamer c.s. over de arbeidsmarkt in de cultuursector (28600 VIII, nr. 79);

- de motie-Hamer c.s. over de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de bibliotheken (28600 VIII, nr. 80);

- de motie-Hamer c.s. over een sportmuseum (28600 VIII, nr. 81);

- de motie-Dittrich c.s. over het ruimtegebrek van het Stedelijk Museum (28600 VIII, nr. 83);

- de motie-Netelenbos c.s. over bezuinigingen op de publieke omroep (28600 VIII, nr. 84);

- de motie-Netelenbos c.s. over de Wereldomroep (28600 VIII, nr. 85);

- de motie-Atsma c.s. over een media-expertisecentrum (28600 VIII, nr. 86);

- de motie-Azough/Kant over reclame-uitingen bij de publieke omroep (28600 VIII, nr. 87);

- de motie-Jorritsma-Lebbink c.s. over de financiële positie van de regionale en lokale omroepen (28600 VIII, nr. 88);

- de motie-Kant c.s. over een reclamevrij jeugdblok (28600 VIII, nr. 89);

- de motie-Wiersma/Jorritsma-Lebbink over structuur, taakstelling en bekostiging van het publieke omroepbestel (28600 VIII, nr. 90).

(Zie vergadering van 20 november 2002.)

De algemene beraadslaging wordt hervat.

De voorzitter:

De vierde heropening van de begrotingsbehandeling van Onderwijs kan en moet snel. Het is de allerlaatste begrotingsbehandeling, dus er is niets meer hierna. De spreektijden die nog over zijn, zijn zeer gering. Ik zal ze niet oplezen. Het maximum is twee minuten en bij velen is het minimum bereikt, dat wil zeggen dat er eigenlijk geen minuten meer zijn, dus het moet heel snel.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Deze heropening is aangevraagd door de heer Tichelaar, maar hij is wegens ziekte afwezig. Ik neem het voor hem waar, maar ik zal het heel kort houden. De heropening werd aangevraagd, omdat wij werden overvallen door een amendement van de VVD over een dekking voor de bezuinigingen op het hoger onderwijs. Hoewel wij het doel steunen, is deze dekking volgens ons niet het juist middel om de efficiencykorting weg te strepen.

Wij hebben langdurig van gedachten gewisseld over het hoger onderwijs. Uiteindelijk heeft mijn fractie samen met het CDA een motie opgesteld die niet zo ver gaat als wij hadden gewild, maar wel een oplossing kan bieden voor dit probleem. Mevrouw Joldersma zal de motie voorlezen. Ik zal deze niet toelichten. Het is een lange weg geweest. Ik hoop dat hiermee voor het komend jaar toch een basis wordt gelegd, zodat het hoger onderwijs met voldoende financiële middelen uit de voeten kan.

Als laatste meld ik dat wij met het CDA, de VVD en GroenLinks een amendement hebben ingediend om de problemen met de educatieve televisie in de grote steden voor het komend jaar op te lossen.

Mevrouw Joldersma (CDA):

Voorzitter. Het CDA staat nog steeds achter de efficiencytaakstellingen in het hoger onderwijs, maar als er ergens in deze sector geld op de plank blijft liggen, vinden wij dat het voor het hoger onderwijs moet worden ingezet. Daarom heb ik in een vorige termijn een motie ingediend om onderschrijdingen in de ICES-KIS-gelden te behouden voor de kenniseconomie. Sindsdien is er in de Kamer een uitgebreide discussie gevoerd over hoe het precies zit met de ICES-KIS-gelden. Daaruit is gebleken dat er in 2003 duidelijkheid komt over mogelijke onderschrijdingen in de ICES-KIS II-gelden. De kans dat er veel geld uit voortvloeit, wordt vooralsnog niet zo groot geacht. Daarom hebben wij onze motie uitgebreid met de autonome meevallers die in de studiefinanciering in 2003 te verwachten zijn, gelet op de meevallers die er dit jaar al zijn geweest. Wij dienen de volgende gewijzigde motie in.

De motie-Joldersma (28600-VIII, nr. 75) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat voor de periode 2003-2006 in de budgettaire meerjarenramingen voor het hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs een efficiencykorting is verwerkt van respectievelijk 16,2 oplopend tot 64,7 mln euro en van 19,6 oplopend tot 78,4 mln euro;

overwegende dat investeringen in de kenniseconomie van groot belang zijn;

overwegende dat dus in het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek investeringen nodig zijn, gericht op kwaliteitsbehoud en -verbetering;

verzoekt de regering, onderschrijdingen in ICES-KIS II en autonome meevallers studiefinanciering 2003 in ieder geval toe te voegen aan het budget voor hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Joldersma en Hamer. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 102(28600 VIII).

De heer Bonke (LPF):

Voorzitter. Ik wil alleen even stellen dat mijn fractie buitengewoon positief tegenover de motie staat en dat zij deze dus ook zal steunen.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Een maand na het begin van de behandeling van de onderwijsbegroting voor 2003 zijn wij hier vandaag hopelijk voor de laatste keer bijeen. Vanaf het begin is de positie van GroenLinks helder geweest: de zogenaamde efficiencykorting op het hoger onderwijs in 2003 is onaccep tabel. Er zit geen rek meer in het hoger onderwijs. Daarom dienen wij geen motie in die een "aan waarschijnlijkheid grenzende zekerheid" biedt, maar een volstrekt heldere motie: geen bezuinigingen voor 2003. De motie luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de efficiencykorting op het hoger onderwijs niet verantwoord is, gelet op het belang van het hoger onderwijs voor de kenniseconomie en de ambities die voortvloeien uit het Lissabon-akkoord;

verzoekt de regering, de efficiencykorting voor het jaar 2003 ongedaan te maken en dit (voor) te financieren, ervan uitgaande dat ICES-KIS I voor 2003 onderschrijdingen in de uitgaven zal tonen, dan wel uit andere te verwachten financiële meevallers, onder andere in de Studiefinanciering 2003,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Azough en Lambrechts. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 103(28600 VIII).

Zoals reeds aan het begin van de vergadering is gemeld, is mevrouw Lambrechts wegens ziekte afwezig.

Wil de heer Bonke het woord nog voeren?

De heer Bonke (LPF):

Nee, ik heb geen spreektijd meer.

De voorzitter:

Ik heb GroenLinks ook een smokkelminuut gegund, dus als u het woord in één minuut wilt voeren, sta ik u dat toe.

De heer Bonke (LPF):

Dat is erg aardig, maar ik zie ervan af.

Minister Van der Hoeven:

Voorzitter. Ik wil op één motie en twee amendementen reageren. Ten eerste betreft dit het amendement op stuk nr. 91 van mevrouw De Vries en mevrouw Jorritsma. U kunt zich voorstellen dat ik aanvaarding van dit amendement zal ontraden. Daarvoor zijn twee redenen. Ten eerste, het betreft de 32 mln van het zogenaamde amendement-Atsma. Wij kunnen ons niet voorstellen dat de Kamer die 32 mln voor iets anders wil benutten, terwijl wij nu juist tot overeenstemming zijn gekomen dat het amendement-Atsma wordt uitgevoerd. Dat is de politieke overweging. Ten tweede is er de feitelijke, technische overweging dat een korting op artikel 15 voor 2003 alleen mogelijk is als de Mediawet wordt aangepast. Het is beslist niet mogelijk om de Mediawet tijdig aan te passen om een verlaging in 2003 door te voeren. Er wordt gevraagd om de toevoeging aan de algemene omroepreserve van 32 mln euro over te hevelen naar de begroting voor 2003. Dat punt is in strijd met de Mediawet. Dit amendement is dus ook op juridisch-technische gronden onuitvoerbaar.

Verder liggen en er twee moties. De eerste is ingediend door mevrouw Joldersma en mevrouw Hamer. Daarin wordt geconstateerd dat er een meevaller zou kunnen zijn bij de studiefinanciering 2003 en onderschrijdingen in ICES-KIS II. De meevaller van 33,6 mln die in de begroting voor 2003 staat, is echter ook al verwerkt in diezelfde begroting. Dat geld is namelijk ingezet ter dekking van het tekort op de prijsbijstelling. Daarbij ging het om een bedrag van 55 mln dat is ontstaan omdat de prijsbijstelling 2002 maar voor een kwart is uitgekeerd. Daarnaast is dekking nodig voor een tegenvaller van 25 mln op de OV-studentenkaart. Die tegenvaller is ontstaan doordat Verkeer en Waterstaat, in tegenstelling tot hetgeen eerder is gemeld, géén 25 mln zal meebetalen aan het nieuwe contract voor de OV-studentenkaart. Dat betekent dat OCW dit zelf moet ophoesten, met als gevolg dat het geld op is. Het geld is belegd. Mevrouw Joldersma en mevrouw Hamer vragen ook om autonome meevallers in de studiefinanciering. Ik ga ervan uit dat deze motie in werking treedt zo die zich mochten voordoen of er sprake is van onderschrijdingen in ICES-KIS. Ik kan mij voorstellen dat de Kamer hierom vraagt, maar zij zal er toch wel begrip voor hebben dat ik de uitvoering van deze motie alleen maar ter hand kan nemen als zich aanvullende onderschrijdingen of autonome meevallers voordoen die niet gebruikt hoeven te worden voor andere tegenvallers op de begroting. Wij hebben immers geen sluitende begroting voor 2003; er is nog altijd een tekort van 60 mln euro. De bedoeling van de motie is mij helder en die neem ik als zodanig mee naar de ministerraad.

Ook mevrouw Azough heeft een motie ingediend. Daarin is sprake van voorfinanciering op basis van de veronderstelling dat ICES-KIS I voor 2003 onderschrijdende uitgaven zal laten zien en dat er andere financiële meevallers mogen worden verwacht. Deze motie ontraad ik met kracht. Die gelden zijn er echt niet.

Mevrouw Joldersma (CDA):

Wij hebben gezien dat de najaarsnota een autonome meevaller laat zien door de ramingen van de studiefinanciering. Ik kan mij niet voorstellen dat de minister die ramingen al heeft aangepast voor de begroting voor 2003.

Minister Van der Hoeven:

Mevrouw Joldersma spreekt nu over de najaarsnota 2002. Ook in 2002 is er een aantal tekorten geweest. In die najaarsnota en in het antwoord op de vragen die daarover zijn gesteld, kan zij terugvinden dat het bedrag van 86 mln euro is gebruikt om de tekorten in 2002 op te lossen. Dit neemt niet weg dat ik graag op deze motie terugkom als de verwachtingen van mevrouw Joldersma werkelijkheid worden.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Ik begrijp dit antwoord van de minister. Nu de fractie van de LPF ook steun heeft uitgesproken voor deze motie, is het duidelijk dat zich daarvoor een kamermeerderheid aftekent. De minister kan er dan toch niet omheen dat het een diepgevoelde wens van de Kamer is om het hoger onderwijs in het komend jaar tegemoet te komen?

Minister Van der Hoeven:

Ik heb ook de koppen geteld, maar als ik het geld niet heb, kan ik het niet doen. Dit is ook de reden dat ik tegen mevrouw Joldersma zei dat ik hierop graag terugkom als zich in de loop van 2003 additionele meevallers voordoen. De meevallers die in de najaarsnota 2002 staan vermeld, zijn in diezelfde najaarsnota verwerkt om de tekorten te dekken.

De heer Bonke (LPF):

In het laatste deel van de motie wordt gevraagd of de minister bereid is die overschotten of gelden binnen het hoger onderwijs te besteden als .... Die middelen zouden dus niet moeten worden gebruikt om ergens anders een gat in de begroting te dichten; zij moeten ten goede komen aan het hoger onderwijs. Dat is de strekking van de motie. Daartegen heeft de minister toch geen bezwaar?

Minister Van der Hoeven:

Ja, toch wel. De budgetregels schrijven voor dat een meevaller op je begroting moet worden gebruikt als je elders problemen hebt op die begroting. Die problemen moeten wij zelf opvangen. Ik kan dit geld daarvoor dus niet gebruiken. Op het moment dat zich extra meevallers voordoen, wil ik die mogelijkheid graag in de overwegingen betrekken. Ik kan het mij echter niet permitteren om bij mijn collega van Financiën mijn hand op te houden voor problemen op begrotingsposten als ik op een andere post een overschot heb. Dit gaat tegen elke budgetregeling in.

Staatssecretaris Nijs:

Mijnheer de voorzitter. De leden Hamer, De Vries, Azough en Rijpstra hebben een zeer sympathiek amendement ingediend dat regelt dat gelden worden vrijgemaakt voor de lokale televisie ten behoeve van educatieve programma's voor laagopgeleiden. Ik onderschrijf de intentie van dit amendement ten zeerste, omdat het een project is dat heel goed loopt. Er worden met name in Rotterdam veel groepen bereikt die op grote afstand staan van het onderwijs en op deze manier toch bereikt kunnen worden. Uit de cijfers blijkt dat steeds meer jongeren, ouderen en allochtonen naar het programma kijken. Het is dus een erg goed initiatief.

Vorig jaar is onderzocht of het experiment zou moeten worden voortgezet. Uit dit onderzoek bleek dat er nog gesproken moet worden over een aantal punten, niet in de laatste plaats over het financiële reilen en zeilen van het project. Er is namelijk een exploitatietekort ontstaan van ongeveer 1,6 mln euro. Door het ministerie is gesproken met het Albeda College en de gemeente Rotterdam over de financiële haalbaarheid en robuustheid van dit experiment. Desalniettemin is het een goede zaak dat er wordt gezocht naar andere mogelijkheden om dit experiment gaande te houden.

De dekking van het amendement is gevonden in de beroeps- en de volwasseneneducatie. Het probleem daarbij is dat deze ruimte reeds is bestemd. Over de amendementen moet nog worden gestemd en het is dan ook niet uitgesloten dat er in een later stadium wel ruimte kan ontstaan. Omdat ik de intentie van het amendement onderschrijf, verzoek ik de indieners, het amendement om te zetten in een motie van gelijke strekking. Dat biedt mij namelijk de mogelijkheid om met de Kamer in overleg te treden over mogelijke oplossingen. Verder kan ik dan ook met de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Justitie bezien of wij hier gezamenlijk een oplossing voor kunnen vinden.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Hiermee zijn wij gekomen aan het einde van de vierde heropening. Ik denk dat dit toch echt de laatste heropening was, want geen van de sprekers heeft nog enige spreektijd!

Wij zullen volgende week op een nader te bepalen moment stemmen.

De vergadering wordt van 20.15 uur tot 21.45 uur geschorst.

Naar boven