Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 25, 26 en 27 juni de wetsvoorstellen:

  • - Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek onder meer ter uitvoering van in de nota Zicht op kwaliteit aangekondigde maatregelen (28067);

  • - Wijziging van de werkingsduur van de gemeentelijke plannen inzake onderwijs in allochtone levende talen (Wet eenmalige verlenging werkingsduur oalt-plannen) (28293).

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 2, 3 en 4 juli de wetsvoorstellen:

  • - Wijziging van de Algemene Ouderdomswet inzake het buiten toepassing laten van de korting op het ouderdomspensioen voor vrouwen die in de periode van 1 januari 1957 tot 1 januari 1980 gehuwd waren met personen die niet verzekerd waren voor de Algemene Ouderdomswet (28430);

  • - Aanpassing van enkele wetten in verband met de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur (28243).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van orde de aangehouden moties 27807, nrs. 5, 6, 9, en 27842, nr. 10, zijn vervallen.

Ik stel voor, de stukken 26407, nr. 19, en 28000-XIV, nr. 86, voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik in de algemene commissie voor de werkwijze der Kamer het lid Hamer tot lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van de fractie van Leefbaar Nederland benoem ik in de commissie voor de Rijksuitgaven het lid Teeven tot lid en het lid Jense tot plv. lid in de bestaande vacatures.

Het woord is aan mevrouw Arib.

Mevrouw Arib (PvdA):

Mijnheer de voorzitter. Gisteren heb ik bij de Regeling van werkzaamheden gevraagd om een brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, waarin zij ingaat op de uitspraken van de inspecteur-generaal van de Inspectie voor de gezondheidszorg, de heer Kingma. In een interview in Trouw heeft hij aangekondigd, een aantal toezichttaken te willen afstoten. De brief hebben wij vandaag ontvangen, maar in de brief gaat de minister op geen enkele manier in op de vragen die door mij, collega Van der Vlies en mevrouw Kant zijn gesteld.

Bij dezen verzoek ik u om deze brief op de plenaire agenda te zetten.

Mevrouw Van Blerck-Woerdman (VVD):

Ik begrijp waarom mevrouw Arib dit vraagt, maar is het niet voldoende om dit volgende week woensdag via de procedurevergadering van de commissie VWS opnieuw te agenderen en te bekijken wat wij met het verzoek kunnen doen?

De heer Buijs (CDA):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de opmerking van mevrouw Van Blerck.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik steun het verzoek van mevrouw Arib.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Ik kies ervoor om de brief op de plenaire agenda te zetten, omdat het vooral gaat om de uitspraken die nu veel onrust teweeg hebben gebracht. Het behoeft geen lang plenair debat te worden, maar ik wil daarover graag met de minister van gedachten wisselen.

De voorzitter:

Ik stel voor, de brief op de agenda van volgende week te plaatsen, met spreektijden van 4 minuten voor de fracties van het CDA, de LPF, de PvdA en de VVD en 3 minuten voor de overige fracties.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Teeven.

De heer Teeven (LN):

Mijnheer de voorzitter. Het is een onderwerp dat mijn fractie nogal bezighoudt, maar eigenlijk heel Nederland op verschillende plaatsen en op verschillende momenten. Het gaat over de illegale wegraces. Mijn fractie krijgt graag van het kabinet een brief over twee zaken.

Wij constateren dat in Noord-Limburg repressief heel anders wordt opgetreden dan bijvoorbeeld in de regio Westland, waar de burgemeester van Rijswijk zegt dat zij niet weet wat zij ertegen moet doen. In hoeverre is sprake van gecoördineerd repressief optreden in alle politieregio's onder verantwoordelijkheid van alle parketten?

Ik denk dat ik mijn tweede vraag moet stellen aan de minister van Verkeer en Waterstaat. Ik weet dat niet zeker; wellicht is het de minister van Binnenlandse Zaken. In Drachten in Noord-Nederland is op dit moment een regeling getroffen door de gemeente om legaal te kunnen racen op stukken asfalt. Blijkbaar is er behoefte aan in de samenleving – ik gevoel deze niet – en wellicht kan het kabinet erover nadenken of er een mogelijkheid is tot het geven van vergunning op diverse plaatsen in Nederland. Als wij er immers preventief tegen optreden, hoeven wij het niet repressief te doen. Dat scheelt weer politiecapaciteit.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de ministers van Justitie en Verkeer en Waterstaat.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Geen.

Mevrouw Van Geen (D66):

Mijnheer de voorzitter. Wij hebben het bericht ontvangen dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voornemens is structureel te bezuinigen op de programma's van Zorgonderzoek Nederland. Hierdoor wordt een gat geslagen in de preventieactiviteiten. Dat zal tot gevolg hebben dat grote actuele volksgezondheidsproblemen die ontstaan door roken, overmatig alcoholgebruik, ongezonde voeding, onveilig vrijen en ongevallen, minder goed aangepakt kunnen worden. Een belangrijk project van het Aidsfonds wordt daardoor getroffen. Dit zal een toename van sterfte, ziekte en zorggebruik tot gevolg hebben op de lange termijn. Jarenlange investeringen in campagnes waarvan de effecten bewezen zijn, worden hierdoor in één klap tenietgedaan. Ik wil de minister vragen een brief over dit onderwerp te schrijven. Het lijkt mij namelijk in strijd met het beleid dat de minister tot nu toe gevoerd heeft.

De voorzitter:

Nu gaat u te zeer in op een eventuele behandeling van een eventuele brief. Uw verzoek om de brief is duidelijk.

Mevrouw Van Geen (D66):

Daarbij gaat het er ook om dat deze brief vóór het algemeen overleg van komende week over de financiële verantwoording komt, zodat wij het antwoord bij die discussie kunnen betrekken.

De heer Van der Vlies (SGP):

Ik wil graag dit verzoek ondersteunen, zowel wat betreft de materie, als wat betreft de datering. Ik zou daar expliciet iets aan willen toevoegen. Ik heb een amendement in het kader van de begroting van VWS voor het dienstjaar 2002 ingetrokken, omdat ik een concrete toezegging kreeg van de minister, ertoe strekkende dat zij in het programma waarop zij nu zou gaan bezuinigen, iets geregeld had. Dat staat nu ook expliciet ter discussie, te weten het onderzoekprogramma palliatieve zorg nr. 3; insiders is dit allemaal bekend. Ik zou wel willen weten wat er met de toezegging in mijn richting is gebeurd.

Mevrouw Arib (PvdA):

Ik ondersteun het verzoek. Ook voor de PvdA-fractie geldt dat bij de begrotingsbehandeling een amendement is ingediend, waarin geld geclaimd werd uit kortingen en bonussen van apothekers. De opbrengst daarvan zou ook voor Zorgonderzoek Nederland ingezet worden. Ik zou graag willen dat de minister dit in haar brief erbij betrekt.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Heemst.

De heer Van Heemst (PvdA):

Voorzitter. Ik heb een verzoek mede namens de heer Teeven en de heer Dittrich. Gisteren is in Dordrecht een politiepost door een zware explosie bijna volledig vernield; mensen in die buurt zeggen dat dit bureau al jaren het doelwit is van allerlei vernielingen en acties. Wij vinden dat een bijzonder ernstig incident. Het is bij ons weten ook de eerste keer dat op die manier geweld jegens de politie wordt uitgeoefend. Wij zouden graag een brief willen hebben, waarin de bewindslieden uiteenzetten wat daar aan de hand is, wat er wordt ondernomen om de daders te pakken en wat er wordt ondernomen om herhaling te voorkomen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven