Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over de instelling van een commissie van onderzoek naar de veiligheid van de heer Fortuyn, te weten:

- de motie-Hoogendijk c.s. over het beleid van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (28374, nr. 3);

- de motie-Rietkerk/Nicolaï over een voortgangsbericht (28374, nr. 4).

De voorzitter:

De heer Hoogendijk heeft mij gevraagd, een vraag te mogen stellen over de procedure bij de stemming.

De heer Hoogendijk (LPF):

Mijnheer de voorzitter. Ik wil u vragen om de stemming over de motie van het CDA en de VVD eerder te doen plaatsvinden dan de stemming over de motie van de LPF.

De voorzitter:

Ik neem aan dat tegen dit verzoek geen bezwaar bestaat en dat wij dus eerst over de motie op stuk nr. 4 zullen stemmen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik ben erg geïnteresseerd in de reden van dit verzoek. Meestal wordt eerst gestemd over de motie die het verst gaat.

De heer Hoogendijk (LPF):

Als de motie op stuk nr. 4 wordt aangenomen, zullen wij onze motie aanhouden tot 1 juli.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. Ik wil u, de Kamer en de fractie van de LPF erop wijzen dat de fractie van de LPF een motie van afkeuring heeft ingediend. Over de inhoud hiervan is gediscussieerd. Het is dan staatsrechtelijk heel bijzonder om een motie van afkeuring aan te houden, omdat een andere motie die door het debat een behoorlijk procedureel karakter heeft gekregen, is aangenomen. Dat vind ik heel merkwaardig.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Nu ik het motief voor het omdraaien van de volgorde heb gehoord, antwoord ik op uw vraag of daartegen bezwaar bestaat, dat mijn fractie bezwaar heeft tegen het omdraaien van de volgorde.

De heer Van Heemst (PvdA):

Voorzitter. U zou hierover ook zelf een oordeel moeten geven. De Kamer heeft nu op verzoek van de LPF een debat gevoerd dat moest resulteren in een motie van afkeuring. Ik vind het dan niet passend om de motie van afkeuring vervolgens aan te houden. Deze ministers willen duidelijkheid over het standpunt van een kamermeerderheid: is er nog vertrouwen, ja of nee. Daarom zijn wij ook allemaal gebleven. Deze kwestie is zo urgent dat zij nu tot klaarheid moet worden gebracht. Ik ben dus tegen het voorstel om die stemmingen om te draaien. Ik hoop dat de voorzitter van deze Kamer daarover een eigen oordeel wil geven.

De voorzitter:

Ik heb een vraag gesteld. Daarop hebben de fracties van de Partij van de Arbeid, de ChristenUnie en de SGP geantwoord dat zij bezwaar hebben tegen het voorstel om de stemming om te draaien. Mevrouw Van Gent zei het al buiten de microfoon.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Wij vinden dit een zeer rare gang van zaken. Het gaat hier om een motie van afkeuring. De motieven die nu worden gegeven om de zaak om te draaien, vind ik erg raar. Ik hoor daarover ook graag uw oordeel.

Tegen de LPF-fractie wil ik het volgende zeggen. Of je gaat erover stemmen of je trekt een motie van afkeuring in, maar de motie op deze manier boven de markt laten hangen, vind ik onfatsoenlijk.

De heer Dittrich (D66):

Mijnheer de voorzitter. Anderhalve week geleden zei de LPF dat zij een motie zou indienen. Na het overleg zou er geen motie ingediend worden. Toen moest de Kamer bij elkaar komen opdat een motie kon worden ingediend en nu wordt die motie aangehouden. De fractie van D66 heeft bezwaar tegen deze gang van zaken. Het is niet goed dat de ministers moeten afwachten wat er met die motie gebeurt. Wij hebben daarom bezwaar tegen het omdraaien van de volgorde. Wij doen het verzoek beide moties in stemming te brengen.

De voorzitter:

Ik begrijp in de volgorde 3 en 4.

Mevrouw Kant (SP):

Ik heb nog een vraag aan de fractie van de LPF.

Ik begrijp deze fractie niet meer. Ik dacht dat er feiten genoeg waren om een conclusie te trekken. Ik kan niet begrijpen waarom die conclusie vandaag alsnog niet getrokken kan worden. Ik vind dat zij moet aangeven waarom het aannemen van de ene motie tot uitstel van de andere motie moet leiden. De LPF-fractie had haar conclusies vandaag toch al klaar?

De voorzitter:

Ik geef eerst het woord aan de andere leden. Vervolgens krijgt de heer Hoogendijk het woord om deze vraag en de eventuele andere vragen die nog aan hem gesteld zullen worden, te beantwoorden.

Nu ligt ter beantwoording mijn vraag voor, namelijk of de Kamer akkoord gaat met het voorstel van de heer Hoogendijk om de volgorde van stemmen om te draaien. Een aantal leden, bijna een meerderheid, heeft daarop al geantwoord.

De heer Nicolaï (VVD):

De VVD-fractie heeft de voorkeur voor de oude volgorde: eerst 3 en dan 4.

De heer Rietkerk (CDA):

De CDA-fractie stelt voor om eerst 3 en dan 4 te doen.

De heer Teeven (LN):

Ik kan mij volledig vinden in het voorstel van de LPF-fractie. Wij praten alweer vijftien minuten over de procedures. Ik vind tien minuten wel voldoende voor zoiets. De ministers zouden tien dagen in onzekerheid verkeren. Dat vind ik niet zo veel.

De voorzitter:

Ik constateer dat het voorstel van de heer Hoogendijk om de volgorde van stemmen om te draaien geen meerderheid heeft gekregen. Er is nog een vraag van mevrouw Kant aan het adres van de heer Hoogendijk. Ik vraag de heer Hoogendijk of hij bereid is om daar antwoord op te geven.

De heer Hoogendijk (LPF):

Wij hadden willen afwachten of er voor 1 juli nog iets zou kunnen gebeuren. Dat kunnen wij nu niet afwachten, dus wij handhaven onze motie.

Mevrouw Kant (SP):

Dit is geen antwoord op mijn vraag. Vanmiddag zijn er door uw fractie politieke conclusies getrokken. Wat is er nu anders dan een uur geleden? Waarom wilt u nu de motie niet in stemming brengen?

De heer Hoogendijk (LPF):

Dr. Schaepman heeft heel vroeger in deze Kamer al gezegd dat iemand die nadenkt, van gedachten kan veranderen.

Mevrouw Kant (SP):

Dit is wel heel gemakkelijk. Ik heb een inhoudelijke vraag gesteld. Waarom zou het aannemen van de motie dat er voor 1 juli iets zou kunnen gebeuren, de politieke conclusie die uw fractie net keihard heeft getrokken, inhoudelijk veranderen? Iemand kan van gedachten veranderen, dat is waar en ook heel goed, maar dan moet hij wel kunnen zeggen waarom hij van gedachten verandert, en dat heb ik niet gehoord.

De voorzitter:

Zoals u weet, gaat de vragensteller over de vraag en degene die het antwoord geeft, over het antwoord. U hebt antwoord gekregen en ik zie dat er geen nader antwoord komt.

In stemming komt de motie-Hoogendijk c.s. (28374, nr. 3).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Rietkerk/Nicolaï (28374, nr. 4).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van alle fracties, met uitzondering van de leden Janssen van Raay, Dekker, Van Ruiten, Smolders, Groenink, Wiersma en Zvonar, voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

Ik deel alvast mee dat wij bij het volgende agendapunt, gelijke behandeling van gehandicapten, alleen de eerste termijn van de Kamer zullen behandelen.

De vergadering wordt van 16.15 uur tot 16.20 uur geschorst.

Naar boven