Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Ik verzoek u het verslag van het algemeen overleg van gisterenavond over de schikkingen toe te voegen aan de plenaire agenda.

De voorzitter:

Ik zal de Kamer daar straks een voorstel over doen.

Het woord is aan de heer Stellingwerf.

De heer Stellingwerf (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik verzoek u het verslag van het algemeen overleg over de destructietarieven, dat net is afgelopen, op de agenda van morgen te zetten.

De voorzitter:

Dat "morgen" moet ik nog even bezien, maar ik zal de Kamer er in ieder geval vandaag een voorstel over voorleggen.

Het woord is aan de heer Harrewijn.

De heer Harrewijn (GroenLinks):

Vanmorgen konden wij in de kranten lezen en op de radio horen dat minister Vermeend en staatssecretaris Hoogervorst voornemens zijn, aan het kabinet voor te leggen een voorstel om de kinderbijslaguitkeringen naar Marokko per 1 april stop te zetten voor nieuwe gevallen en later wellicht ook WAO-uitkeringen en AOW-toeslagen. Dat houdt verband met het conflict met de Marokkaanse regering over controle op bezit van bijstandsgerechtigden in Nederland. Ik zou hierover voor vrijdag graag minister Vermeend willen interpelleren omdat ik het een onzalig plan vind en hoop dat wij nog enige invloed kunnen uitoefenen op wat de minister aan het kabinet gaat voorleggen.

De voorzitter:

Voordat ik andere leden het woord geef, wil ik er graag zelf iets over zeggen. U hebt dit keurig tevoren aan mij gemeld, ik heb goed geluisterd naar wat u hebt gezegd, maar ik vind toch dat wij een verkeerde weg opgaan als wij iedere keer dat er iets gepubliceerd wordt een spoeddebat houden. Ik wil de Kamer in overweging geven, uw verzoek niet toe te staan en te wachten totdat het kabinet een voorstel heeft gedaan. Het kabinet kan nooit een voorstel in uitvoering brengen zonder daarover met de Kamer te hebben gesproken en ik neem aan dat de minister en de staatssecretaris dat zelf ook niet willen.

Ik geef de Kamer dus in overweging om niet deze weg op te gaan, of zij moet er zelf ook nu al met de minister van gedachten over willen wisselen. Ik zal dat dan ook graag voorzitten maar, nogmaals, het lijkt mij geen verstandige weg om nu al te gaan praten over een voorstel dat er nog niet eens ligt.

Voordat ik andere leden hierover het woord geef, geef ik eerst de heer Harrewijn gelegenheid om hierop te reageren.

De heer Harrewijn (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil er toch graag met de minister over praten voordat hij het kabinet vrijdag een voorstel voorlegt. Daarna zijn wij twee weken op reces en ik vind dat wij de onrust die hierdoor ontstaat in de Marokkaanse gemeenschap niet zo lang kunnen laten voortsudderen.

De voorzitter:

Ik herhaal wat ik net heb gezegd, namelijk dat een kabinet nooit een voorstel zal uitvoeren zonder dat met de Kamer te hebben besproken. En er is nog niet eens een kabinetsvoorstel.

De heer Wilders (VVD):

Voorzitter. Ook wij vinden het onderwerp belangrijk genoeg om er spoedig met de minister over van gedachten te kunnen wisselen

Me dunkt dat als het kabinet vrijdag met een voorstel komt, wij eventueel nog terug kunnen komen van het reces om hierover te debatteren. Ook wij zijn voor spoed.

De heer Bakker (D66):

Ook mij lijkt het een goede zaak als de Kamer hierover snel debatteert. We kunnen ook instemmen met het voorstel tot een algemeen overleg.

De heer Stroeken (CDA):

In deze kwestie is snel duidelijkheid geboden, maar ik ga ervan uit dat alle betrokkenen dit vinden. Ik ontvang graag zo spoedig mogelijk een brief met het kabinetsstandpunt. Het is beter om pas daarna het debat te voeren, maar voorkomen moet worden dat we deze zaak wekenlang over het reces heen tillen.

De heer Santi (PvdA):

Ik stem in met degenen die pleiten voor een spoedig kabinetsstandpunt in dezen en ook met hen die zo snel mogelijk duidelijkheid willen hebben.

De heer De Wit (SP):

Volgens mij ben ik de enige die het voorstel van de heer Harrewijn volledig steunt. In de samenleving is een hoop onrust ontstaan over deze kwestie en daarom is het belangrijk dat hierover snel duidelijkheid ontstaat. We worden bij tijd en wijle overspoeld met gelekte informatie. De politiek wordt hierdoor telkens voor een lastig dilemma geplaatst, maar het is wel aan haar om snel en adequaat te reageren.

De voorzitter:

Een uitweg uit dit dilemma is, in ieder geval wachten totdat er werkelijk een kabinetsvoorstel voorhanden is, zodat daarover een redelijk debat kan worden gevoerd.

De heer Harrewijn (GroenLinks):

Ik deel de ergernis van de heer De Wit: er wordt gelekt, dat komt in de pers, veroorzaakt een hoop onrust, maar de Kamer kan niet handelen omdat ze is gebonden aan haar procedures, terwijl de schade al is aangericht. Vandaar mijn voorkeur om dit vóór vrijdag op te helderen, voordat het kabinet een onzalige weg inslaat. Maar ja, als ik geen steun krijg – wat overigens zeer ongebruikelijk is bij verzoeken om een interpellatie, maar dat terzijde – dan moet ik me daarbij neerleggen.

De voorzitter:

Het zou niet de eerste keer zijn, maar of er al of niet een verzoek om een interpellatie wordt gedaan, is voor mij niet de reden om het al of niet toe te staan. De reden is dat er geen kabinetsvoorstel is en we daarom zouden debatteren op basis van vooronderstellingen. Wel vind ik dat zo snel mogelijk na vrijdag over de zaak moet worden gedebatteerd. Niets staat u in de weg om nog vanmiddag een procedurevergadering van de vaste commissie bijeen te roepen om de minister om nadere informatie te vragen, die nog vandaag of in ieder geval voor vrijdag naar de Kamer te laten sturen en daarover maandag of dinsdag in commissieverband te overleggen. Ik wil niet in de plaats treden van de commissie, maar een dergelijke werkwijze lijkt mij op dit moment alleszins verantwoord.

De heer Harrewijn (GroenLinks):

Ik verzoek de minister om hierover in ieder geval helderheid te verschaffen, ook al komt het kabinet hierover vrijdag niet tot een besluit. Komt dat voorstel er nu wel of niet? Soms kan een interpellatie ook daarover helderheid verschaffen.

De heer Wilders (VVD):

Voorzitter. Uw voorstel lijkt me prima, maar we kunnen, zonder de commissie voor de voeten te lopen, sowieso vragen om een brief vóór vrijdag.

De voorzitter:

Dat is nog sneller. Ik zal in ieder geval het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Ik zal de voorzitter van de vaste commissie middels de griffier ervan verzoeken om een snelle procedurevergadering, zodat over het tijdstip van het eventuele algemeen overleg kan worden overlegd.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Misschien ben ik wat laat, maar wij kunnen de minister natuurlijk vragen om voor morgen mee te geven wat de heer Harrewijn wil, namelijk helderheid over de precieze voornemens en nagaan of daarover is te praten. Op die manier hebben we in ieder geval een brief vóór het reces.

De voorzitter:

Mijnheer De Wit, ik dacht dat het inmiddels voor iedereen overduidelijk is dat er nog geen regeringsvoorstel is. Zolang het kabinet geen besluit heeft genomen, ligt er geen voorstel. De minister kan de brief waar u om vraagt, dus ook helemaal niet schrijven. Laten wij ervoor zorgen dat wij niet in een situatie terechtkomen waaruit niemand een uitweg weet en ons beperken tot wat wij zojuist hebben vastgesteld. Iedereen kan verder zien dat de heer Harrewijn en u het graag anders hadden gezien.

Naar boven