Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Op verzoek van de fractie van het CDA benoem ik in de commissie voor de
Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten het lid Balkenende tot lid in plaats
van het lid De Hoop Scheffer.
Het woord is aan de heer Oudkerk.
De heer Oudkerk (PvdA):
Voorzitter. Een week of drie geleden hebben wij via de vaste commissie
voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport de minister gevraagd een brief te schrijven
over de situatie in het Amsterdamse Slotervaartziekenhuis. Die brief is er
ook gekomen, maar de minister wil met haar standpunt wachten totdat de andere
partijen hun standpunt hebben uitgebracht over de situatie aldaar. Gezien
de onrust die nu ontstaat onder het personeel, onder patiënten en ook
onder huisartsen in het betrokken Amsterdamse stadsgebied, wil ik de minister
mede namens de collega's Buijs en Van Blerck vragen of zij voor aanstaande
dinsdag een standpunt inzake de situatie van het Slotervaartziekenhuis aan
ons kan doen toekomen, uitdrukkelijk met de vraag of zij ons
ook kan berichten wie nu eigenlijk waarvoor verantwoordelijk is wat de toekomst
van het Slotervaartziekenhuis betreft.
Mevrouw Giskes (D66):
Voorzitter. Die laatste vraag lijkt mij zeer terecht, want ik heb altijd
begrepen dat het ziekenhuis zelf verantwoordelijk is. Dat lijkt mij de belangrijkste
vraag.
De voorzitter:
Die discussie gaan wij nu niet voeren.
Mevrouw Giskes (D66):
Neen, maar ik denk dat het een rare vraag is aan de minister.
De heer Oudkerk (PvdA):
Dat lijkt mij niet; vandaar dat ik die laatste vraag expliciet heb gesteld.
Een ziekenhuis gaat tegenwoordig niet meer helemaal over zijn eigen sluiting.
Het is wel onduidelijk wie wat kan doen om wat eventueel te voorkomen dan
wel in lijn te zetten.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te
geleiden naar het kabinet.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Witteveen-Hevinga.
Mevrouw Witteveen-Hevinga (PvdA):
Voorzitter. De fractie van de PvdA heeft met grote zorg kennisgenomen
van de voorgenomen sluiting van de chloorfabriek en de chloorkoolwaterstofbedrijven
met ingang van 2004 op het chemiepark in Delfzijl, zoals gisteren aangekondigd
door Akzo Nobel. Vandaag vindt er terecht een debat plaats in provinciale
staten van Groningen. Ook wij willen graag zo spoedig mogelijk een debat met
het kabinet aan de hand van een brief waarin wordt ingegaan op de oorzaak
van de sluitingsplannen, over de vraag of en, zo ja, welk overleg het kabinet
met het concern heeft gehad en over de vraag of er alternatieve investeerders
zijn. Vanzelfsprekend moet er ook duidelijkheid komen over de gevolgen van
het verlies aan arbeidsplaatsen, inclusief de toelevering en voor de uitvoering
van het Antheus-project en het Langman-akkoord. Ten slotte zou het goed zijn
dat de relatie met de afspraken over de chloortransporten wordt toegelicht.
Wilt u een dergelijke brief aan het kabinet vragen?
De heer Poppe (SP):
Als het goed is, zijn er al schriftelijke vragen over deze kwestie bij
de voorzitter ingediend.
De voorzitter:
Dat moet dan vandaag zijn gebeurd, want ik heb ze nog niet gezien.
De heer Poppe (SP):
Ja. Ik vraag dan ook of de beantwoording daarvan hierbij kan worden betrokken.
De voorzitter:
Dat lijkt mij een goed idee.
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te
geleiden naar het kabinet. Wij zullen daarbij ook de schriftelijke vragen
van de heer Poppe, waarvan ik aanneem dat ze goedgekeurd zijn, naar het kabinet
sturen en vragen zo snel mogelijk antwoord te geven.