Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

  • - maandag 11 juni 2001 van 11.15 tot 18.00 uur van de vaste commissie voor Justitie over de Heroriëntatie op de toepassing van vrijheidsstraffen en vrijheidsbeperkende straffen bij volwassenen (27419).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rosenmöller.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! U kunt zich herinneren dat ik gisteren een vraag stelde naar de bereidheid van het kabinet om bij de voorjaarsnota een meer substantieel doorkijkje te geven naar hetgeen in 2002 te verwachten valt, dit naar aanleiding van de afspraken binnen het kabinet van eind april over een belangrijk onderdeel van de begroting. Nu hebben wij vanochtend de voorjaarsnota ontvangen, maar er stond niets in. Laat ik mijn verzoek daarom herhalen en actualiseren: wij verzoeken het kabinet in te gaan op mijn vraag, maar wel in een aparte brief als bijlage bij de voorjaarsnota, zodat wij die ook als zodanig kunnen behandelen. Materieel vraag ik dus hetzelfde: ik vraag om dit op een ander stukje papier op een vergelijkbare wijze te behandelen in het debat over de voorjaarsnota. Dit lijkt mij van groot belang, omdat de Kamer, als zij niet zou reageren, de indruk zou wekken dat zij tevreden is met het feit dat het kabinet dit niet doet en dat is niet het geval.

De voorzitter:

Ik begrijp uw verzoek. Gisteren hebben wij aan het kabinet laten weten dat het verzoek was gedaan, maar ik heb begrepen dat de voorjaarsnota toen al in een zodanig stadium verkeerde dat zij bijna naar de Kamer kon worden gezonden. Wij zullen dit eraan toevoegen.

Het woord is aan mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! Gisteravond berichtte Nova over deskundigen binnen ID-Lelystad: daar bestaan grote twijfels over de veterinaire onderbouwing van de noodzaak van het ruimen van vee in het kader van de bestrijding van MKZ. Ik vind het bericht zodanig dat ik de Kamer verzoek om de minister van Landbouw hierover te mogen interpelleren. Ik ben mij ervan bewust dat het morgen voor hem een feestelijke dag is, die ik uiteraard op geen enkele wijze wil verstoren. Daarom wil ik met u kijken naar de mogelijkheid om deze interpellatie nog vanmiddag te doen plaatsvinden.

De voorzitter:

Voordat ik andere leden vraag om hierop te reageren, moet ik u meedelen dat ik, gezien de agenda, hiertoe geen kans zie. Vanavond hebben wij namelijk al een interpellatie en ik ben niet bereid, tenzij de Kamer in meerderheid mij daartoe dwingt, om daarna alsnog deze interpellatie met de minister van Landbouw te houden. Daarmee zou het vanavond immers een uur of tien worden en dat vind ik onverantwoord. Ik zie dus geen mogelijkheid, tenzij de Kamer zegt dat dit moet gebeuren.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! Ik kan mij voorstellen – maar uiteraard moeten de collega's daar hun goedkeuring aan geven – dat er misschien een mogelijkheid is om de interpellatie vanmiddag vóór 16.00 uur te doen plaatsvinden. Daarvoor zou het nu geplande debat moeten worden opgeschoven. Anders vraag ik of het niet op een of andere manier mogelijk is om deze interpellatie aan het eind van de middag of in het begin van de avond te doen plaatsvinden. Daarvoor zou ik mevrouw Kant moeten vragen of zij het erg vindt dat haar interpellatie iets wordt verschoven.

De heer Ter Veer (D66):

Voorzitter! Ik wil hierover graag iets inhoudelijks zeggen. Uiteraard weten wij dat elk lid het recht heeft om een interpellatie aan te vragen. Ik heb het bericht gisteren echter gezien: het ging om een anoniem citaat van een paar regeltjes. Eigenlijk vind ik het beneden de waardigheid van de Kamer om een debat te voeren op basis van uitlatingen die niet aan een persoon zijn toe te dichten.

De heer Weisglas (VVD):

Ik kan niet zoals de heer Ter Veer ingaan op de inhoud van het verzoek van mevrouw Vos. Dat is namelijk aan mijn collega Oplaat. Ik weet dat de voorzitter er niet van houdt dat wij tijdens de Regeling van werkzaamheden steun verklaren aan een voorstel. Desondanks wil ik toch graag zeggen dat ik haar voorstel steun.

De heer Poppe (SP):

In tegenstelling tot de heer Ter Veer vind ik een interpellatie de Kamer zeker waardig. De stukken zijn namelijk met naam en toenaam bekend.

Tussen de aanbieding van de Jaarverslagen 2000 om 16.00 uur en de interpellatie van mevrouw Kant om 20.00 uur zit vier uur. Is het niet mogelijk om de interpellatie van mevrouw Vos in die vier uur te houden?

De voorzitter:

Mijnheer Poppe, zoals ook mevrouw Vos heel goed weet, heb ik enkele weken geleden voorgesteld om vandaag niet te vergaderen tussen 16.00 uur en 18.30 uur, omdat er een bijeenkomst is in de oude zaal die alle Kamerleden aangaat. Overigens vind ik het enigszins merkwaardig dat ik hierover met u in de plenaire zaal in onderhandeling moet treden.

Verder is het de gewoonte om met het oog op de ambtenaren anderhalf uur te schorsen. Als daar rekening mee wordt gehouden, kom je precies op 20.00 uur uit. Ik heb hierover een voorstel gedaan waarmee de hele Kamer heeft ingestemd. Als het land in nood zou zijn, moeten wij natuurlijk bereid zijn om van dat voorstel af te wijken.

Ik wijs er ook op dat dit probleem had kunnen worden opgelost door vanochtend in een extra procedurevergadering van de vaste Kamercommissie te besluiten tot het houden van een mondeling spoedoverleg vóór 18.00 uur. Als daarvoor was gekozen, had zo nodig morgen kunnen worden besloten om aanstaande dinsdag een voortgezet algemeen overleg te houden. Ik zie zoveel oplossingen die tot precies hetzelfde resultaat hadden kunnen leiden, dat ik niet inzie waarom wij alsnog zouden moeten besluiten om tussen 16.00 uur en 18.00 uur wel te vergaderen. Ook hier geldt echter dat wij dit gewoon zullen doen als de Kamer daartoe in meerderheid besluit.

De heer Waalkens (PvdA):

Ik sluit mij aan bij de inhoudelijke opmerkingen van de heer Ter Veer en de procedurele opmerkingen van de heer Weisglas die uw zienswijze onderschrijven. Ik heb dan ook geen behoefte aan een interpellatie.

De heer Van der Vlies (SGP):

Ik treed niet in het onderwerp van de interpellatie. Het interpellatierecht is een voornaam recht dat zolang mogelijk moet worden gerespecteerd. Dit recht staat nu echter niet ter discussie, aangezien wij alleen maar moeten beslissen op welk tijdstip deze interpellatie zal worden gehouden. Daar ligt echter een knelpunt. Er is opgemerkt dat het wellicht is te overwegen om de interpellatie van mevrouw Kant op een ander tijdstip na vandaag te houden. Als daartoe wordt besloten, is het mogelijk om de interpellatie van mevrouw Vos in de vooravond te houden. Ik ben het verder met u eens dat wij het de heer Brinkhorst, gezien zijn bijzondere verplichtingen morgen in de privé-sfeer, niet kunnen aandoen om hem tot middernacht hier vast te houden voor een debat. Dat zou de menselijke maat te buiten gaan. Is dit een serieuze optie? Misschien kan mevrouw Kant hier ook iets over zeggen?

De voorzitter:

Dat is geen serieuze optie. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft morgen namelijk verplichtingen elders. Zij heeft dat al weken geleden aangekondigd. Als dat weken van tevoren keurig wordt aangekondigd, wordt daar meestal rekening mee gehouden. Ook voor de minister geldt echter: als de Kamer in meerderheid besluit dat zij naar de Kamer moet komen, moet zij naar de Kamer komen.

De heer Van der Vlies (SGP):

Wat u nu zegt, was mij niet bekend.

De voorzitter:

Dit is dan ook een zaak die tussen de griffie en de voorzitter wordt afgestemd op het moment dat de agenda wordt vastgesteld. U moet overigens blij zijn dat u heel veel niet weet van wat zich rond de vaststelling van de agenda afspeelt.

Mevrouw Kant (SP):

Ik schik mij in de uitkomst van dit debat. Als een en ander tot gevolg heeft dat mijn interpellatie pas op een later tijdstip vanavond kan worden gehouden, stem ik daar uiteraard mee in.

De voorzitter:

Ik zal de Kamer dat niet voorstellen. Ik geef echter eerst het woord aan mevrouw Vos, want zij mag nog reageren op alles wat tot nu toe is gezegd.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Ik zal eerst reageren op de inhoudelijke kant van de zaak. Ik heb gisteravond op schrift, per e-mail en per fax een stuk ontvangen waaruit blijkt wat de achtergronden zijn en wat de identiteit is van degene die deze opmerkingen heeft gemaakt. Ik heb overigens deze mail net aan alle landbouwwoordvoerders doorgestuurd, dus als het goed is, is die informatie bij de fracties binnengekomen. De inhoud daarvan is absoluut een interpellatie waard en vraagt om snelle opheldering. Ik heb grote twijfels over de instelling van ID-Lelystad in dit conflict, dus het is ook in het belang van ID-Lelystad dat er snel opheldering komt. Inzake het tijdstip moge het duidelijk zijn dat ik de minister hier ook niet tot vanavond laat wil houden. Hij moet gewoon rustig kunnen feestvieren. Is er geen mogelijkheid om de avondvergadering om half zeven te laten beginnen? De interpellatie zou dan om half zeven kunnen plaatsvinden. Het alternatief is om de interpellatie straks om twee uur te houden.

De voorzitter:

Dat lijkt mij nogal ingewikkeld. Wij hebben de minister van Volksgezondheid gevraagd om uit Genève, waar zij een internationale vergadering bijwoonde, terug te komen, omdat wij het allemaal nodig vonden dat er om één uur een debat met haar gehouden zou worden. Ik heb er enige moeite mee om haar nu te zeggen dat dit niet meer hoeft. Daarnaast ben ik niet bereid om tussen vier uur en half zeven te vergaderen, maar dat stelt u gelukkig ook niet voor. Als de Kamer vindt dat wij vanavond om half zeven moeten beginnen, ben ik wel bereid om dat voor te stellen. Maar ik wil eerst van de fracties horen hoe zij daarover denken. Wellicht moet ik de stemmingsbel laten klinken. Morgen kan het interpellatiedebat sowieso niet plaatsvinden, maar dat stelt u ook niet voor. Als ik u nu goed begrijp, stelt u voor om de interpellatie met de minister van LNV om half zeven te laten plaatsvinden en later de andere interpellatie te houden.

Er is echter nog een ander probleem. Eigenlijk wordt uw interpellatieverzoek door een groot deel van de Kamer ook inhoudelijk niet gehonoreerd. Niemand wil weliswaar treden in het individuele recht van een Kamerlid om een interpellatie aan te vragen, maar sommigen hebben toch gezegd dat zij inhoudelijk niet zien waarom die interpellatie moet plaatsvinden. Ik moet hierover enige duidelijkheid van de fracties krijgen.

De heer Ter Veer (D66):

Wij hebben hier gisteren al inhoudelijk over gesproken. Toen ging het weliswaar niet over degene, die dat bericht gisteren op Nova nog eens heeft onderstreept, maar de inhoudelijke positie stond wel ter discussie. Het ging om precies hetzelfde punt in het bericht van de Volkskrant van maandag. Wij hebben daar gisteren in het algemeen overleg allemaal ons zegje over gedaan en wij hebben geconstateerd dat dit niet tot een ander besluit moest leiden. In meerderheid volgt de Kamer dus nog steeds het gevoerde beleid van de minister van Landbouw inzake MKZ.

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):

Het verzoek van mevrouw Vos moeten wij niet blokkeren. Er blijkt een mogelijkheid te zijn, dus wij steunen het verzoek.

Inzake de inhoudelijke kant, merk ik het volgende op. Ik begrijp dat mevrouw Vos er alles aan wil doen om het ruimen van nog meer vee te voorkomen. De CDA-fractie steunt dat uiteraard. Laten wij proberen om de minister ervan te overtuigen dat nog meer ruimen niet nodig is. Wij gaan dus akkoord met het verzoek.

De heer Weisglas (VVD):

Als mijn fractie een inhoudelijke opmerking wilde maken, zou collega Oplaat dat doen, maar wij hebben er geen enkele behoefte aan om allerlei inhoudelijke opmerkingen te verweven met deze regeling. Misschien denkt de minister van LNV er zelf anders over, maar wij blijven er moeite mee hebben om hem om half zeven hier te laten komen. U weet precies hoe dat gaat; dat wordt dan weer acht uur. Ik vind dat niet galant. Misschien is het een oplossing om het onderwerp, dat mevrouw Vos wil bespreken, vanmiddag in een op korte termijn bijeengeroepen algemeen overleg van de commissie voor LNV te behandelen.

De heer Poppe (SP):

Ik vind de inhoudelijke argumentatie van de heer Ter Veer nog steeds niet valide. Het gaat om beleid, waarvan de adviseurs van de minister zelf zeggen dat het veterinair niet verantwoord is. Dat is zwaar. Het gaat om een ernstige crisis, waardoor het land getroffen is. Ik ben van mening dat er alles aan gedaan moet worden om vandaag een interpellatie te houden.

De heer Waalkens (PvdA):

Wellicht kunnen wij afspreken om straks met spoed een procedurevergadering en een algemeen overleg te beleggen, dan kunnen wij dat donderdag afronden.

De voorzitter:

Nee, die oplossing is niet voorhanden. Die afronding zou dan volgende week dinsdag moeten plaatsvinden.

De heer Waalkens (PvdA):

Wij hebben gisteren al een aantal zaken met elkaar gewisseld en wij kunnen daarom een spoed-AO agenderen in een procedurevergadering.

De voorzitter:

Eigenlijk moeten wij nu eerst beslissen of wij het interpellatieverzoek honoreren. Pas als dat aan de orde is geweest, kunnen wij beslissen over het tijdstip waarop de interpellatie moet plaatsvinden. Als ik goed tel, geeft de meerderheid van de Kamer de voorkeur aan een spoed-AO boven een interpellatie.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Ik vind dat jammer omdat de nieuwe informatie – volgens mij is het wel degelijk nieuwe informatie – die gisteren boven tafel is gekomen, namelijk ernstige twijfel bij ID-Lelystad zelf over de veterinaire noodzaak van ruiming, alle reden is om een plenair spoeddebat te voeren. Mocht een ruime meerderheid daar niet voor voelen, dan moeten wij die andere weg kiezen. Dat spoed-AO moet dan wel vanmiddag nog plaatsvinden.

De voorzitter:

Voorzover mij dat toekomt, geef ik u daar gelijk in, mevrouw Vos. Ik behoef nu dus niet te laten beslissen over een tijdstip voor een interpellatie.

De heer Waalkens (PvdA):

Ik wil niet aan het interpellatierecht van mevrouw Vos knabbelen. Zij moet zelf kiezen tussen een spoed-AO of een interpellatiedebat.

De voorzitter:

Nu maakt u het redelijk ingewikkeld, mijnheer Waalkens. De meerderheid van de Kamer is van mening dat het ook anders opgelost kan worden. Ik geloof zelfs dat u het voorstel daartoe gedaan heeft.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! Ik geef de voorkeur aan een interpellatiedebat, maar als de meerderheid van de Kamer daar problemen mee heeft, leg ik mij daar bij neer. Ik hecht er wel zeer aan dat het spoed-AO vanmiddag plaatsvindt, want opheldering moet er vanmiddag nog komen.

De voorzitter:

Misschien kan de voorzitter van de vaste Kamercommissie actie ondernemen om een en ander op zo kort mogelijke termijn te regelen.

De heer Ter Veer (D66):

Wij zullen op zo kort mogelijke termijn een extra procedurevergadering houden, waarin het voorstel gedaan zal worden om een spoed-AO te voeren.

De voorzitter:

Het is het handigst als die nu meteen plaatsvindt.

Naar boven