Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Luchtvaartwet inzake de beveiliging op luchtvaartterreinen (26607).

(Zie vergadering van 12 april 2001.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

Mevrouw Scheltema-de Nie (D66):

Voorzitter! D66 is voor een beveiliging van luchtvaartterreinen. Sterker nog: wij willen een hele goede beveiliging. De zorg daarvoor is de eindverantwoordelijkheid van de overheid en dat behoort die ook te blijven. Door de tussenschakeling van de luchthavenexploitanten die het wetsvoorstel nu introduceert, ontstaat volgens D66 een te grote versplintering in verantwoordelijkheden, ook als het amendement van collega Kuijper wordt aangenomen. Dat nu achten wij niet in het belang van de veiligheid en daarom zullen wij onze stem tegen dit wetsvoorstel uitbrengen.

Artikel I, aanhef, de onderdelen A en B en onderdeel Ba, aanhef, worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Kuijper (stuk nr. 10, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de SP tegen dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 10 voorkomende gewijzigde amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Artikel 37ab, zoals het is gewijzigd door aanneming van het gewijzigde amendement-Kuijper (stuk nr. 10, I) wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 37ac t/m 37ad worden zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik merk op, dat door de aanneming van het gewijzigde amendement-Kuijper (stuk nr. 10, II) een nieuw artikel is ingevoegd.

Het gewijzigde onderdeel Ba wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen C t/m E worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Halsema (stuk nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Onderdeel F wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel G, zoals het is gewijzigd door aanneming van het gewijzigde amendement-Kuijper (stuk nr. 10, III), wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel H, zoals het is gewijzigd door aanneming van het gewijzigde amendement-Kuijper (stuk nr. 10, IV), wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen I t/m K1 worden zonder stemming aangenomen.

Onderdeel L, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Kuijper (stuk nr. 10, V), wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel M, zoals het is gewijzigd door aanneming van het gewijzigde amendement-Kuijper (stuk nr. 10, VI), wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel II wordt zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik merk op, dat door de aanneming van het gewijzigde amendement-Kuijper (stuk nr. 10, VII) een artikel IIA is ingevoegd.

De artikelen III, IV en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en D66 tegen het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Naar boven