Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 4 april 2001 over Agrarisch natuurbeheer.

De heer Passtoors (VVD):

Voorzitter! Agrarisch natuurbeheer is van groot belang voor het draagvlak in het landelijk gebied wat betreft de natuur. Weidevogelprojecten dienen zo snel mogelijk te worden toegewezen want anders is het voor dit jaar te laat. De staatssecretaris zegde vorige week in het algemeen overleg toe, met de provincies te spreken over voortzetting van de voorfinanciering van een aantal projecten in het kader van agrarisch natuurbeheer. De VVD gaat ervan uit dat deze voor het draagvlak zo belangrijke projecten gecontinueerd kunnen worden. Nieuwe aanvragen moeten uiteraard aan de criteria voldoen, maar ook een reële kans hebben op toewijzing, ook in 2001. Ik dien daarom de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat:

  • - in de begroting 2001 van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij vastgesteld is dat meer inschakeling van boeren bij het natuurbeheer een versterking van het draagvlak voor het natuurbeleid betekent;

  • - de voorlopers binnen de landbouw een voorname rol spelen bij de verduurzaming van de landbouw, zoals beoogd in de nota's "Voedsel en groen" en "Natuur voor mensen, mensen voor natuur";

  • - de voorlopers actief deelnemen in het agrarisch natuurbeheer en derhalve gebruikmaken van de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer (SAN);

  • - de genoemde verduurzaming en de voortgaande integratie van natuur en landbouw toegejuicht wordt en derhalve een doorgaande ondersteuning behoeft voor het behoud en de versterking van het inmiddels opgebouwde draagvlak;

  • - amendement-Van der Vlies bij de begroting LNV voor 2001 25 mln. gulden als verplichting toevoegde aan de post 13.04 Beheer ten behoeve van agrarisch natuurbeheer;

overwegende dat:

  • - dit bedrag niet volledig verwerkt is in de definitieve begroting;

  • - er onvoldoende geanticipeerd is op de groei in de aanvragen voor deelname aan de SAN in het jaar 2001;

  • - er in de recente beraadslagingen in deze Kamer reeds toezeggingen gedaan zijn om extra middelen te zoeken bij de voorjaarsbegroting in het kader van het "Natuuroffensief" voor het jaar 2001 en verder om tegemoet te komen aan de toenemende belangstelling van vooral boeren voor natuurbeheer en derhalve voor de uitbreiding van het areaal dat opgenomen kan worden onder de SAN;

voorts overwegende dat de realisatie en versnelling van de Ecologische hoofdstructuur (EHS) onverwijld doorgang dient te vinden binnen de bestaande kaders zoals aankoop en agrarisch en particulier natuurbeheer;

verzoekt de regering:

  • - de nieuwe aanvragen in 2001 voor deelname aan de SAN te honoreren;

  • - de daarvoor benodigde middelen tijdelijk vrij te maken uit de verwervingsbudgetten als genoemd in artikel 13.02;

  • - de verwervingsbudgetten in de komende aanpassingen van de LNV-begroting, in het kader van het "Natuuroffensief", te beginnen bij de Voorjaarsnota, aan te vullen opdat de realisatie en versnelling van de EHS doorgang kan vinden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Passtoors, Van der Vlies, Schreijer-Pierik en M.B. Vos. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 88 (27400 XIV).

Ik heb voorgangers gehad die zo'n motie niet in behandeling zouden hebben genomen. Dit is veel te uitvoerig voor een motie. Daar moet u nog eens goed naar kijken. De vraag is of hierover niet een nieuw overleg moet worden geopend en of dit wel een verslag is van een algemeen overleg. Maar dit gezegd zijnde, zullen wij deze motie nu maar in behandeling nemen.

Het woord is aan de heer Bolhuis, die zijn maidenspeech houdt.

De heer Bolhuis (PvdA):

Mevrouw de voorzitter! Dit debat is de afronding van een overleg dat wij voerden met de staatssecretaris over het programma Beheer. Daarin heb ik het grote belang benadrukt dat de PvdA hecht aan agrarisch natuurbeheer. Ik denk dat het belangrijk is dat wij voor bepaalde natuurdoeltypen de boer inschakelen voor het beheer. Denk aan weidevogelgebieden en dergelijke. In andere gebieden is het logischer dat Staatsbosbeheer of terreinbeherende instanties het natuurbeheer op zich nemen.

Er is gelukkig sprake van enorme belangstelling van de kant van boeren voor het agrarisch natuurbeheer, zelfs zodanig dat wij zo'n beetje kunnen spreken van wachtlijsten, zoals wij die ook in de gezondheidszorg kennen. De staatssecretaris heeft aangegeven dat haar budget ontoereikend is om tegemoet te komen aan de versnelling die voort zou vloeien uit het honoreren van alle aanvragen voor agrarisch natuurbeheer en dat zij daarom enigszins terughoudend moet zijn.

Van de zijde van de VVD is aangegeven dat er dan maar verder bezuinigd moet worden op de kosten van verwerving van natuurgebieden. Dat vindt de PvdA niet zo'n goede gedachte. Buurmans grond is vaak meer één keer te koop. Als zulke gebieden niet kunnen worden aangekocht dan krijgen zij vaak een andere bestemming en gaan zij achteruit qua natuurwaarde. Er is nu al een tekort voor verwerving van natuurgebieden, waardoor de realisatie van natuurgebieden achterloopt op de planning. Dit betekent dus een verlies aan natuurkwaliteit.

Ondanks de goede bedoelingen van de heer Passtoors om het agrarisch natuurbeheer te stimuleren met zijn motie kan ik die motie niet steunen. Ik wijs er overigens op dat het agrarisch natuurbeheer voor veel natuurdoeltypen aanmerkelijk duurder is dan beheer door natuurbeschermingsorganisaties. Uitvoering van deze motie leidt eerder tot een verdere vertraging van de uitvoering van de EHS dan tot een versnelling. Bovendien vraag ik mij af of correct is wat in de motie gesteld wordt, namelijk dat het bedrag, vermeld in het amendement-Van der Vlies, niet volledig verwerkt is in de definitieve begroting. Ik dacht dat als de Kamer een amendement aanneemt, de inhoud daarvan in de wetgeving wordt opgenomen.

Een en ander neemt niet weg dat ik het met de VVD eens ben dat er een noodzaak is voor meer financiële middelen, ook voor het agrarisch natuurbeheer, maar dan gericht op evenwicht tussen de verschillende vormen van natuurbeheer. Ik wil daarom graag de volgende motie aan de Kamer voorleggen, waarin wij vragen om meer middelen voor het natuurbeleid.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat na de invoering van het programma Beheer gebleken is dat agrariërs, provincies en natuurbeschermingsorganisaties voortvarend willen participeren in nieuwe vormen van het natuurbeheer;

overwegende dat gebleken is dat het beschikbare Bolhuisbudget blijkens mededelingen van de staatssecretaris ontoereikend is;

verzoekt de regering, voor 1 juni aan de Kamer te laten weten hoe zij de noodzakelijke middelen beschikbaar zal stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bolhuis. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 89 (27400 XIV).

Ik feliciteer de heer Bolhuis met zijn maidenspeech en schors de vergadering.

De vergadering wordt enige minuten geschorst.

Mevrouw Schreijer-Pierik (CDA):

Mevrouw de voorzitter! Ik feliciteer collega Bolhuis met zijn maidenspeech. Wij kennen elkaar al langer. Ik vond het bijzonder prettig naar zijn bijdrage over agrarisch natuurbeheer en programma Beheer te luisteren. Ook is het een goede zaak dat hij zijn zorgen over de wachtlijsten naar voren bracht. Ik hoop dat wij elkaar in de toekomst op dit punt zullen kunnen steunen. Verder spreekt de door hem ingediende motie mij aan.

De vorige week hebben wij indringend met de staatssecretaris gesproken over de gang van zaken rond het programma Beheer, in het bijzonder het agrarisch natuurbeheer. Daarbij zijn zaken opgehelderd terwijl de staatssecretaris toezeggingen heeft gedaan. Niettemin vinden wij dat het draagvlak dat in de afgelopen jaren voor het programma Beheer zorgvuldig is opgebouwd bij alle betrokken, gekoesterd moet worden. Een absolute voorwaarde daarvoor is duidelijkheid over regelingen. Voorts moeten de meest urgente knelpunten worden weggenomen met betrekking tot de uitvoering van regelingen. Daarom hecht mijn fractie eraan dat alle voornemens van de staatssecretaris met betrekking tot de afhandeling van het subsidiejaar 2000 en het vervolgtraject voor het subsidiejaar 2001, in een brief aan de Kamer worden vastgelegd. De relevante onderdelen daarvan moeten ook ter kennis worden gebracht van deelnemers aan de regelingen. Tegen die achtergrond hebben wij een motie voorbereid.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in het kader van de Subsidieregeling programma Beheer alle in 2000 geleverde natuurprestaties zo spoedig mogelijk moeten worden uitbetaald aan alle betrokkenen;

overwegende dat het uitblijven van (duidelijkheid over) betalingen, alsook het uitblijven van duidelijkheid omtrent de open te stellen onderdelen van de regeling, en de omvang van het voor het jaar 2001 beschikbare budget, een onaanvaardbare ondermijning van het zorgvuldig opgebouwde draagvlak bij alle betrokkenen tot gevolg heeft;

nodigt de regering uit, vóór 1 mei in een brief aan de Kamer, voorzien van tijdpad, concrete helderheid te verschaffen over de verdere afhandeling van betalingen, de openstelling van onderdelen van de regeling, en de beschikbaarstelling van het budget voor het jaar 2001, inclusief financiële onderbouwing;

nodigt de regering uit – vooruitlopend op de evaluatie van de regeling in het jaar 2003 – in deze brief concrete voorstellen te doen voor een oplossing van de meest urgente uitvoeringsproblemen in de regeling;

nodigt de regering voorts uit, de in de brief te verstrekken informatie, voorzover relevant, zo spoedig mogelijk te communiceren met alle betrokkenen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Schreijer-Pierik, Passtoors, Van der Vlies en M.B. Vos. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 90 (27400 XIV).

De heer Van der Vlies (SGP):

Mevrouw de voorzitter! Toen ik mij op de sprekerslijst liet zetten, wist ik nog niet hoe dit debat zou verlopen. Intussen zijn enkele moties ingediend; twee ervan heb ik medeondertekend. Uiteraard sluit ik mij aan bij de argumenten die naar aanleiding van beide moties naar voren zijn gebracht. Eigen argumenten heb ik daaraan niet toe te voegen. Ik ben naar het spreekgestoelte gegaan om nog één ding te stipuleren.

De staatssecretaris zal zich het indringende gevecht herinneren dat wij naar aanleiding van het amendement-Van der Vlies hebben geleverd. Dat is aanvaard. Ergens in januari heeft de staatssecretaris in een debat gezegd, dat zij eerder inderdaad had gezegd dat de regeling ondertekend was, maar dat dat toen niet meer zo was. Zij zei dat de capaciteit die ik had gesuggereerd, hard nodig was geweest om alles weg te zetten. Ik kreeg toen gelijk van haar. Ik heb haar daarvoor toen geprezen. Wie schetst nu mijn verbazing, dat het geld niet één op één is opgenomen in de begroting? Dat snap ik niet en aanvaard ik niet. De staatssecretaris zal dat eens moeten uitleggen.

Mevrouw Augusteijn-Esser (D66):

Voorzitter! Mijn fractie heeft altijd het belang van agrarisch natuurbeheer binnen het totale natuurbeheer onderstreept. Met collega's hebben wij geconstateerd, dat het agrarisch natuurbeheer dreigde te stagneren. Wij hebben inmiddels een brief van 5 april van de staatssecretaris gehad, waaruit blijkt dat de achterstand nu is weggewerkt. Nadere informatie over de gang van zaken in komende jaren ter voorkoming van verdere stagnatie is terecht. Daar heeft mijn fractie overigens geen motie voor nodig. De staatssecretaris heeft dat al eerder, in een algemeen overleg, toegezegd.

Geconstateerd moet worden dat het aantal aanvragen groter is dan het aantal toekenningen. Wij vinden dan ook dat er prioriteiten moeten worden gesteld. Er moet vooral worden ingespeeld op de nijpende situatie die nu ontstaat in het weidevogelbeheer. Is de staatssecretaris daartoe bereid en in de gelegenheid? Heeft zij daar voldoende geld voor? Ik ben er in ieder geval van uitgegaan dat de 25 mln. gulden, hoewel het niet de fractie van D66 was die daar zo over juichte, daarvoor kon worden ingezet.

Natuurbeheer in het algemeen verdient een forse stimulans. Verwervingsbudgetten moeten worden versterkt. Versnelling van verwerving is noodzakelijk. In die zin is de motie van de VVD buitengewoon interessant. Voor het eerst lees ik daarin, dat de VVD-fractie zich duidelijk uitspreekt voor extra geld en extra verwerving. Hulde! De voorzitter van de fractie vond het niet interessant genoeg om een initiatief van de natuurbeschermings organisaties in ontvangst te nemen. De heer Klein Molekamp is duidelijk zeer terughoudend geweest. Maar de heer Passtoors geeft in zijn motie heel duidelijk aan dat de VVD versnelling wil. Daar houd ik die fractie graag aan in de toekomst.

De voorzitter:

U wacht kennelijk even op een interruptie, maar mijn gewoonte is om tweeminutenbijdragen eerst te laten uitspreken voordat ik interrupties toesta.

Mevrouw Augusteijn-Esser (D66):

U hebt gelijk. Met de motie is kennelijk nog meer geld weggegeven dan al werd gedaan met de motie-Van der Vlies. Men wil wederom geld weghalen bij de verwerving. D66 wil dat niet. De Partij van de Arbeid heeft dat eerder al afgewezen. GroenLinks wilde het ook niet. Daarom vind ik de handtekening van mevrouw Vos onder de motie totaal onbegrijpelijk en inconsistent. Ik reken op de inzet van de staatssecretaris bij de onderhandelingen over de voorjaarsnota voor meer geld voor natuurbeheer. De verwerving kan dan, net als de fractie van de VVD wil, met spoed ter hand worden genomen.

De heer Passtoors (VVD):

Mevrouw Augusteijn weet toch nog goed dat er bij de behandeling van de begroting een motie-Passtoors c.s. was over de versnelling van de bijdragen? Die motie hebben wij toen kunnen intrekken.

Mevrouw Augusteijn-Esser (D66):

Ik refereer vooral aan de inbreng van de vertegenwoordiger van de VVD-fractie bij de aanbieding van de nota Nederland natuurlijk. De terughoudendheid van de VVD-fractie was voor mij evident. Ook in eerdere discussies over natuurbeheer, bij Natuur voor mensen en mensen voor natuur, heeft de fractie van de VVD nooit aangedrongen op versnelling, integendeel. Ik heb dus met vreugde een constatering over de motie gedaan. Incasseer die vreugde!

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! Er is in de Kamer een grote meerderheid die om een nationaal natuuroffensief vraagt. Bij de behandeling van de voorjaarsnota zal er wat de fractie van GroenLinks betreft – en afgaande op wat ik hoor, geldt het ook voor de andere fracties – een forse hoeveelheid extra middelen beschikbaar komen voor meer natuur, voor versnelde totstandkoming van de Ecologische hoofdstructuur en andere natuurinitiatieven, en ook voor agrarisch natuurbeheer. Wij vonden het daarom zeer teleurstellend dat de staatssecretaris ondanks de bestaande nood – er zijn vele nieuwe aanvragen voor met name weidevogelbeheer – niet bereid was om zich soepel op te stellen en vooruitlopend op de definitieve vastlegging van middelen extra geld beschikbaar te stellen voor agrarisch natuurbeheer. Het gaat hierbij om boeren, om boerinnen, om natuurverenigingen die nu graag een extra stap willen zetten. Voor hen is het uitermate demotiverend dat de staatssecretaris geen hand wil uitsteken. Wij hadden haar gevraagd, dit wel te doen, maar zij gaf aan, die niet te kunnen doen. Vandaar dat wij onze creativiteit hebben gebruikt om tot overeenstemming te komen, wat geleid heeft tot de motie van de heer Passtoors, waar ook wij onze handtekening onder hebben gezet.

Het moge duidelijk zijn dat GroenLinks nooit een voorstander is van het inruilen van het ene budget tegen het andere. Er zal dan ook straks, bij de behandeling van de voorjaarsnota, zowel voor de Ecologische hoofdstructuur als voor het agrarische natuurbeheer en een aantal andere gewenste zaken extra geld moeten komen. Er staat ook in de motie dat het gaat om het tijdelijk vrijmaken van middelen en dat de budgetten bij de behandeling van de voorjaarsnota onverwijld zullen moeten worden aangevuld, opdat de versnelde realisering van de Ecologische hoofdstructuur doorgang zal kunnen vinden. Wij vinden het winst dat de VVD zich met deze motie hierop uitdrukkelijk vastlegt, dus wij rekenen er gewoon op dat dit geld er straks zal komen. Ik vind het een goede oplossing voor de twee maanden die wij moeten overbruggen.

Voorzitter! Verder dien ik nog een eigen motie over de positie van de natuurverenigingen in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende:

  • - dat natuurverenigingen in de ontwikkeling en uitvoering van een gebiedsgerichte aanpak een steeds belangrijker rol spelen;

  • - dat deze verenigingen kristalpunten zijn van de daadwerkelijke ontwikkelingen van nieuwe groene diensten (water, landschap en recreatie);

  • - dat ze inmiddels onmisbaar zijn om plattelandsvernieuwing daadwerkelijk tot stand te brengen;

  • - dat de natuurverenigingen nu en in de toekomst juist bij de omvorming van het Europees landbouwbeleid belangrijke partners zijn voor het ministerie van Landbouw wat betreft plattelandsontwikkeling, landschaps- en natuurbeheer;

  • - dat de staatssecretaris erkent dat natuurverenigingen een belangrijke rol spelen in de vernieuwing van landbouw en in plattelandsontwikkeling;

constaterende dat de regeling Ondersteuning samenwerkingsverbanden (ROS) in vier jaar wordt afgebouwd;

van mening dat natuurverenigingen ondersteuning verdienen in de gang naar verdere professionalisering;

verzoekt de regering, de Kamer in een notitie uiteen te zetten hoe zij de toekomstige taken van de natuurverenigingen ziet, op welke wijze zij deze verenigingen gaat ondersteunen en hoe dit in relatie staat tot de afbouw van de ROS,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid M.B. Vos. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 91 (27400 XIV).

Staatssecretaris Faber:

Voorzitter! Ik ben het geheel eens met hetgeen de heer Passtoors heeft gezegd over het eerste deel van zijn motie. Ik onderschrijf wat hij constateert, zoals ik in het algemeen overleg ook uitdrukkelijk heb aangegeven, en meer dan dat. Ik hecht niet alleen aan agrarisch natuurbeheer, ik heb er in de afgelopen jaren ook blijk van gegeven door ervoor te zorgen dat de taakstelling sneller kon worden uitgevoerd. Geen van de woordvoerders rept hierover, maar het is absoluut een feit. Ik heb de Kamer voorgerekend dat de taakstelling nu al met 15.000 ha is overschreden. Dit is natuurlijk pure winst.

Vervolgens is het de vraag hoe ver wij hiermee moeten gaan, want wat er in de motie staat, is een nog verdere versnelling. Het is mogelijk om daartoe over te gaan, maar dat kost natuurlijk wel geld. En het is geen kwestie van onwil, zoals mevrouw Vos stelt, maar van de systematiek die wij hebben afgesproken om gewenste intensiveringen van beleid te realiseren. Je kunt niet zo maar ineens stellen dat er maar extra geld moet komen voor een versnelling van wat wij enige jaren geleden bedacht hebben. Zo zijn de spelregels niet en ze kunnen ook niet zo maar veranderd worden.

Ik kom bij de overwegingen van de motie-Passtoors en daarmee ook bij de heer Van der Vlies. De tweede overweging is dat het bedrag niet volledig verwerkt is in de definitieve begroting. Ik heb mij afgevraagd hoe iemand dit kan opschrijven, waar ik zo uitdrukkelijk in het algemeen overleg heb gezegd dat het een amendement is en dat dit betekent dat het een onderdeel van de wet is. Ik zag dat de heer Van der Vlies er ook een beetje ondeugend bij lachte, toen hij daarover sprak. De enige reden daarvoor is namelijk een puur procedurele. De minister en ik hebben nog maar zeer recent met de Eerste Kamer over de begroting kunnen spreken. Dat betekent dat de begroting opnieuw gedrukt wordt na de behandeling van hetgeen in de Eerste Kamer aan de orde is geweest. Dat betekent dat uiteraard het amendement volledig in de definitieve begroting zal worden opgenomen. Sterker nog, houdt u in de gaten Staatsblad 6336 en het staat erin! Die overweging van de motie klopt dus niet.

In de tweede overweging staat ook dat onvoldoende geanticipeerd is op de groei in de aanvragen voor deelname aan de SAN in het jaar 2001. Ik begrijp werkelijk niet hoe de heer Passtoors hierbij komt. Wij weten namelijk nog helemaal niet hoe het met de aanvragen in 2001 zal lopen. Er is voldoende geanticipeerd. Er is – ik geef het direct toe, mede dankzij uw steun – 25 mln. gulden overgeheveld van het verwervingsbudget naar agrarisch natuurbeheer. Of iedereen daar zo gelukkig mee moet zijn is weer een ander verhaal. U kent mijn mening daarover. Maar toch is het gebeurd. Er is dus voldoende geanticipeerd en wij kennen bovendien nog lang niet alle aanvragen. Dat is ook wat ik verleden week heb gezegd. Dat betekent dus dat men nu niet zomaar kan zeggen dat er onvoldoende geanticipeerd is. Duidelijk is wel, als je praat over een versnelling en over het blijven kunnen honoreren van de aanvragen in het tempo waarmee zij in de afgelopen jaren zijn ingediend, dat je praat over een redelijk reële versnelling. Dat kan dus op een gegeven moment niet meer, gelet op de budgetten die daarvoor in de begroting en de meerjarenramingen zijn opgenomen.

De heer Passtoors (VVD):

De staatssecretaris heeft in het overleg heel nadrukkelijk gezegd dat het inderdaad waar is dat heel veel nieuwe aanvragen niet meer in behandeling konden worden genomen, omdat er geen budget meer was. Het was over met die 1000 ha voor het Groene Hart en dat erbuiten helemaal geen ruimte is. Dat is geen anticiperen op nieuwe aanvragen.

Staatssecretaris Faber:

Dat is een misverstand. Nog lang niet alle aanvragen zijn binnen. Ik heb alleen gezegd dat er voor een areaaluitbreiding dit jaar in de begroting ruimte is voor 1000 ha. Ik heb geen idee of er voor 1000 ha uitbreiding wordt aangevraagd. Het kan 500 zijn, maar het kan ook 5000 zijn. Ik heb alleen gezegd dat er ruimte is voor 1000 ha. Als het doorgaat in het tempo waarmee de afgelopen jaren de aanvragen zijn ingediend, dan kun je in redelijkheid aannemen dat die 1000 ha wordt overschreden en dan is er een financieel probleem. Maar hoe kan ik daarop anticiperen op het moment dat ik het nog niet weet en hoe kun je constateren dat er niet voldoende op is geanticipeerd, als je dat niet weet, terwijl de Kamer samen met de regering de begroting heeft vastgesteld? Ik vind dat een merkwaardige redenering.

Vervolgens wordt gezegd – dat is de essentie van deze motie – dat men dit risico niet wil lopen en dat alle aanvragen beoordeeld moeten worden. Vervolgens wordt daar een complete blanco cheque voor afgegeven. Het is toch te gek voor woorden om daar een cheque voor af te geven, omdat je denkt dat in het natuuroffensief wel geld terecht zal komen, waar wij nog geen van allen weten hoe dit natuuroffensief er financieel uit zal zien. Met mevrouw Augusteijn wil ik graag mijn zegeningen tellen en hartelijk dank zeggen dat de vertegenwoordiger van de VVD zich nu zo onomwonden heeft uitgesproken voor de wenselijkheid van realisatie en versnelling van de Ecologische hoofdstructuur. Als je vervolgens nu al geld haalt uit een verwervingsbudget en absoluut niet weet hoe je dit kunt terugboeken, geef je een ongedekte cheque af. Het is een open einde, het is een ongelimiteerde aanslag op het verwervingsbudget. Evenals mevrouw Augusteijn zeg ik tegen mevrouw Vos: ik begrijp dit werkelijk niet. Hoe kan zij zomaar een openeindregeling aanvaarden, als zij tegelijkertijd zegt dat de verwerving zo'n belangrijk element is binnen de Ecologische hoofdstructuur? Ik geloof haar dan gewoon niet meer. Dat vind ik heel spijtig, want het is een heel belangrijk element. Het is van het allergrootste belang dat wij de Ecologische hoofdstructuur met elkaar kunnen realiseren. Je haalt op deze manier geld weg ten gunste van iets wat op zichzelf goed loopt en waarbij het op zichzelf wenselijk is dat alle aanvragen kunnen worden gehonoreerd, maar waarbij je niet op voorhand kunt zeggen dat je alle aanvragen honoreert. Als wij op deze manier met elkaar aan het werk gaan, dan weet ik er nog wel een paar. Dan ken ik nog wel een paar wachtlijsten, bij wijze van spreken. Mijn grootmoeder zei al: jij denkt echt dat dat schip met geld er komt. Ik ben inmiddels oud genoeg om mijn grootmoeder postuum gelijk te geven, namelijk dat het niet zo is!

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Er staat niet "alle aanvragen", want er staat "de aanvragen". De heer Passtoors heeft heel nadrukkelijk gezegd dat die aanvragen moeten voldoen aan de criteria. Ik kan mij voorstellen dat op een gegeven moment ook wordt gekeken naar de grens van het budget. Het gaat er echter om dat er nu veel aanvragen liggen van gemotiveerde mensen, die graag aan weidevogelbeheer willen gaan doen. De staatssecretaris geeft echter niet thuis. Wij vinden het heel teleurstellend dat zij niet de ruimte kan nemen om te zeggen dat er straks bij de Voorjaarsnota gewoon extra geld komt, zowel voor de versnelling van de totstandkoming van de Ecologische hoofdstructuur als voor het agrarisch natuurbeheer. Ik daag de staatssecretaris daartoe uit. In deze motie staat heel nadrukkelijk dat het om een tijdelijke zaak gaat en dat het geld uiteraard gecompenseerd moet worden. Dat is altijd de inzet van GroenLinks geweest. De staatssecretaris moet ervoor staan dat dit gaat gebeuren.

Staatssecretaris Faber:

Als mevrouw Vos echt denkt dat het in deze motie om een tijdelijke zaak gaat, noem ik dat illusiepolitiek of zelfs struisvogelpolitiek. Dat is haar verantwoordelijkheid. Zij zegt: ik zal namens mijn fractie veel geld claimen. Als zij al op voorhand weet dat daar een meerderheid voor te vinden is, heeft zij gelijk. Zij weet echter ook dat de hazen wel eens anders kunnen lopen. Ik vind dat zij daar rekening mee moet houden. Op dat moment heeft zij dit geld gewoon weggegeven. Als je praat over het verwervingsbudget voor de Ecologische hoofdstructuur, is het haar dan mede aan te rekenen dat het geld is weggegeven. De aanvragen zijn er en zij worden gehonoreerd. Ik heb het alleen gehad over uitbreiding van het areaal. De uitbreiding kan dit jaar met 1000 ha plaatshebben. Het is dus niet juist dat lopende contracten worden afgebouwd en dat bestaande weidevogelpakketten geen doorgang kunnen vinden. Dat is absoluut niet waar. Wij hebben het over de uitbreiding met 1000 ha. Die kan worden gehonoreerd. Als wij alles wat daar bovenop komt, uit het verwervingsbudget moeten halen, is dat de zaak van de Kamer. Ik respecteer de wens van de Kamer, zoals ik uiteraard ook heb gedaan met de 25 mln. gulden van het amendement van de heer Van der Vlies. Maar de voorgelegde motie betekent een blanco cheque. Het is onbegrijpelijk. Men zal begrijpen dat ik aanneming van de motie ten stelligste ontraad.

Ik kom bij de motie van de heer Bolhuis. In de overwegingen staat dat gebleken is dat het beschikbare budget blijkens mededelingen van de staatssecretaris ontoereikend is. Ik voeg hieraan uitdrukkelijk toe dat ik heb gezegd dat het budget ontoereikend is voor een verdere versnelling van het areaal agrarisch natuurbeheer. Het is versneld, zoals ik heb gezegd: 15.000 ha boven het schema waarover wij met elkaar afspraken hadden gemaakt. Ik vind dat al een forse versnelling. Die inspanning verdedig ik graag samen met de Kamer. Voor een nog verdere versnelling is het budget ontoereikend. Ik laat het de Kamer graag weten hoe het in elkaar zit, als wij de aanvragen binnen hebben. Dan kunnen wij bekijken hoe wij er een mouw aan kunnen passen om de noodzakelijke middelen te verkrijgen, als dat al mogelijk is. Het is natuurlijk nog niet 100% zeker dat er meer aanvragen komen. Wellicht gaat het ten koste van iets anders en dan moeten wij opnieuw prioriteiten stellen. Ik begrijp dat in de motie vooral wordt gevraagd, inzicht in het probleem te verschaffen.

De motie van mevrouw Schreijer is een herhaling van datgene wat zij in het algemeen overleg heeft gevraagd. Ik heb daarop al een toezegging gedaan. Ik zie niet goed in waarom ik er nog veel woorden aan moet besteden. Ik heb de toezegging gedaan en de motie is in die zin overbodig dat ik de toezegging opnieuw kan doen. Het lijkt mij zeer consistent beleid als ik dat twee keer doe binnen twee weken.

Dan kom ik toe aan een reactie op de motie van mevrouw Vos. Wij hebben al vaker over natuur- en milieuverenigingen gediscussieerd. Over de status ervan is met de Kamer ook aan de hand van brieven gecommuniceerd. Ik meen dat het goed zou zijn als zowel mevrouw Vos als ik nagaan of het gestelde in die brieven enige aanvulling behoeft. Op zichzelf vind ik het absoluut niet bezwaarlijk datgene te doen wat mevrouw Vos vraagt. Graag zal ik voor een uiteenzetting zorgen, maar ik verwijs nogmaals naar hetgeen eerder op dit punt met de Kamer is gewisseld. In die zin wil ik deze motie overnemen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij zullen op een later tijdstip over de ingediende moties stemmen.

Naar boven