Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2001 (27400 VIII), en over:

- de motie-Ross-van Dorp/Barth over een vrijwillige WOR in het basisonderwijs (27400 VIII, nr. 25);

- de motie-Ross-van Dorp over verlaging van de leerplichtige leeftijd (27400 VIII, nr. 26);

- de motie-Mosterd/Dijksma over gelijke kansen bij loting voor het WO (27400 VIII, nr. 27);

- de motie-Barth over een offensief meerjarig investeringsplan (27400 VIII, nr. 29);

- de motie-Dijksma c.s. over een gedragscode voor financiële ouderbijdragen (27400 VIII, nr. 30);

- de motie-Rabbae over de bijdragen van bedrijven en ouders (27400 VIII, nr. 31);

- de motie-Rabbae c.s. over wettelijke verankering van het leerrecht (27400 VIII, nr. 32);

- de motie-Rabbae c.s. over zwemmen (27400 VIII, nr. 33);

- de motie-Rabbae over de tweede en derde studies (27400 VIII, nr. 34);

- de motie-Rabbae over professionalisering van het leraarschap (27400 VIII, nr. 35);

- de motie-Cornielje over autonomievergroting (27400 VIII, nr. 36);

- de motie-Van Bommel over kwalitatief hoogwaardig onderwijs (27400 VIII, nr. 37);

- de motie-Van Bommel over het gebruik van de vrijwillige ouderbijdrage (27400 VIII, nr. 38);

- de motie-Van Bommel over het binden van de vrijwillige ouderbijdrage aan een maximum (27400 VIII, nr. 39);

- de motie-Lambrechts c.s. over een bandbreedteafspraak voor de bekostiging (27400 VIII, nr. 40).

(Zie vergadering van 16 november 2000.)

De artikelen 1 t/m 5 en de artikelen 17.10 t/m 17.15 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Dijksma (stuk nr. 17, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 17 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Ross-van Dorp (stuk nr. 18, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en het CDA voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 18 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel 18.01, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Dijksma (stuk nr. 17, I), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Lambrechts/Cornielje (stuk nr. 19, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 19 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel 18.02, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Lambrechts/Cornielje (stuk nr. 19, I), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 18.03 t/m 19.03 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ross-van Dorp (stuk nr. 41, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en het CDA voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 41 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Artikel 19.05 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Dijksma (stuk nr. 16, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 16 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel 19.06, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Dijksma (stuk nr. 16, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 20.01 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Cornielje/Lambrechts (stuk nr. 15, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 15 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel 20.03, zoals het is gewijzigd door aanneming van het amendement-Cornielje/Lambrechts (stuk nr. 15, I), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 20.04 t/m 23.01 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Lambrechts/Cornielje (stuk nr. 20, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement de andere op stuk nr. 20 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Artikel 23.04, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Lambrechts/Cornielje (stuk nr. 20, I en II), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 24.01 t/m 26.07 worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 26.08, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Cornielje/Lambrechts (stuk nr. 15, II), de amendementen-Dijksma (stukken nrs. 16, II, en 17, II) en de amendementen-Lambrechts/Cornielje (stukken nrs. 19, II, en 20, III), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 26.09 t/m 27.07, de begrotingsstaten en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

De motie-Ross-van Dorp (27400-VIII, nr. 26) is thans medeondertekend door de leden Rabbae en Barth. Van deze motie is een herdruk verschenen.

De motie-Barth (27400-VIII, nr. 29), is in die zin gewijzigd, dat het dictum thans luidt:

"verzoekt de regering uiterlijk in het eerste kwartaal van 2001 een offensief, meerjarig investeringsplan voor onderwijs en wetenschappen bij de Kamer in te dienen en daar in januari 2001 een eerste aanzet toe te geven, zodat de implementatie van dit plan een rol kan spelen in de budgettaire discussie in het voor jaar 2001,".

Naar mij blijkt wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 46 (27400-VIII).

De heer Cornielje (VVD):

Voorzitter! Wij hebben behoefte daarover het oordeel van de regering te vragen. Daarom verzoek ik om heropening van de beraadslaging.

De voorzitter:

Ik stel voor, dat op een later tijdstip te doen.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Voorzitter! Is het niet mogelijk nu de beraadslaging te heropenen?

De voorzitter:

Nee, de beraadslaging wordt niet tijdens de stemming heropend, maar op een later moment.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

En wanneer is dat latere moment?

De voorzitter:

Daarover zal ik nadenken terwijl u aan het stemmen bent.

Ik stel voor, de gewijzigde motie-Barth (27400-VIII, nr. 46) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Rabbae stel ik voor, de motie-Rabbae c.s. (27400-VIII, nr. 33) en de motie-Rabbae (27400-VIII, nr. 35) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Dan gaan wij nu stemmen over de moties.

De heer Cornielje (VVD):

Voorzitter! Ik wil een stemverklaring vooraf afleggen.

De voorzitter:

U stond niet op mijn lijstje, maar u hebt gelijk, er stonden wel de namen van een paar collega's op. Die hebt u nu gered, maar u mag eerst.

De heer Cornielje (VVD):

Voorzitter! Ik wil een stemverklaring afleggen in verband met de motie-Dijksma c.s. op stuk nr. 30. Met deze motie wordt de huidige praktijk met betrekking tot de vrijwillige ouderbijdrage gecontinueerd. De eerste indiener heeft gezegd dat de vrijwilligheid prevaleert boven de inkomensafhankelijkheid. Hiermee is de VVD-fractie het eens. Dus in de toekomst blijven hogere en lagere ouderbijdragen mogelijk. De staatssecretaris heeft in het debat toegezegd een convenant over de vrijwillige ouderbijdrage met de onderwijsorganisaties te willen sluiten. Ook hier is de VVD-fractie het mee eens. De staatssecretaris beschouwt de motie derhalve als een ondersteuning van haar beleid. De VVD-fractie wil door haar stemgedrag een politiek signaal afgeven en de staatssecretaris met deze motie een steun in de rug geven. We zullen dus voor de motie stemmen.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Voorzitter! Het is natuurlijk goed, dat de hele Kamer aangeeft dat er grenzen zijn aan private financiering in het onderwijs. Ik wil graag van de gelegenheid gebruik maken om uit te leggen waarom mijn fractie de motie op stuk nr. 34 over de tweede en derde studies niet zal steunen. De inhoud ervan is ons zeer sympathiek en wij hebben met deze minister van OCW afgesproken dat wij over het hoe en waarom van het korten op tweede en derde studies nog komen te spreken en dat mijn fractie daarbij zal aangeven dat zij dat niet in alle gevallen een goede zaak vindt. Het debat daarover komt dus nog. Wij hebben nog geen dekking kunnen vinden voor de voorgenomen bezuinigingen op termijn; misschien vinden wij die straks wel. De minister hoort dus nog nader van ons.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Voorzitter! Wat de motie over de tweede en derde studies betreft, sluiten wij ons aan bij de woordvoerder van de PvdA. Er is nog een andere motie waarover wij iets willen zeggen. Dat is de motie op stuk nr. 36 van de heer Cornielje. Die motie zullen wij niet steunen, omdat we niet nu al het absolute oordeel willen uitspreken over de overheveling van de middelen voor de schoolbegeleidingsdiensten naar de scholen. Wel vinden wij dat een richting die in de nabije toekomst verkend zal moeten worden.

In stemming komt de motie Ross-van Dorp/Barth (27400-VIII, nr. 25).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Ross-van Dorp c.s. (27400-VIII, nr. 26, herdruk).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Mosterd/Dijksma (27400-VIII, nr. 27).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de deze motie is aangenomen met dezelfde stemverhouding als de vorige.

In stemming komt de motie-Dijksma c.s. (27400-VIII, nr. 30).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Rabbae (27400-VIII, nr. 31).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Rabbae c.s. (27400-VIII, nr. 32).

De voorzitter:

Ik kan moeilijk constateren wat de uitslag is van de stemming over deze motie. Wij moeten daar hoofdelijk over stemmen.

Tegen stemmen de leden: Van Beek, Van den Berg, Biesheuvel, Bijleveld-Schouten, Blaauw, Van Blerck-Woerdman, Blok, Buijs, Van de Camp, Cherribi, Cornielje, Dankers, Van Dijke, Dijkstal, Van den Doel, Essers, Eurlings, Geluk, De Haan, Hessing, Hillen, Van der Hoeven, Hofstra, De Hoop Scheffer, Kamp, Klein Molekamp, Van der Knaap, Leers, Luchtenveld, E. Meijer, Van Middelkoop, Mosterd, Nicolaï, Niederer, Oplaat, Örgü, Passtoors, Patijn, Reitsma, Remak, Rietkerk, Rijpstra, Ross-van Dorp, Rouvoet, Schreijer-Pierik, Schutte, Snijder-Hazelhoff, Van der Staaij, Stellingwerf, Stroeken, De Swart, Terpstra, Udo, Te Veldhuis, Verbugt, Verburg, Verhagen, Visser-van Doorn, Van der Vlies, O.P.G. Vos, Voûte-Droste, De Vries, Weekers, Weisglas, Van Wijmen, Wijn, Wilders, Van den Akker, Van Ardenne-van der Hoeven, Atsma, Balemans en Balkenende.

Vóór stemmen de leden: Barth, Belinfante, De Boer, Bussemaker, De Cloe, Crone, Depla, Dijksma, Dijsselbloem, Dittrich, Duivesteijn, Duijkers, Feenstra, Van Gent, Van Gijzel, Giskes, Gortzak, De Graaf, Halsema, Hamer, Harrewijn, Van Heemst, Hermann, Herrebrugh, Hindriks, Van der Hoek, Kalsbeek, Kant, Karimi, Kortram, Kuijper, Lambrechts, Marijnissen, Melkert, Middel, Molenaar, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Oudkerk, Van Oven, Rabbae, Ravestein, Rehwinkel, Van 't Riet, Rosenmöller, Santi, Scheltema-de Nie, Schimmel, Schoenmakers, Smits, Spoelman, Van der Steenhoven, Swildens-Rozendaal, Timmermans, Valk, Ter Veer, Vendrik, Van Vliet, M.B. Vos, Waalkens, Wagenaar, Van Walsem, De Wit, Witteveen-Hevinga, Zijlstra, Albayrak, Apostolou, Arib, Augusteijn-Esser en Bakker.

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met 72 tegen 70 stemmen is verworpen.

In stemming komt de motie-Rabbae (27400-VIII, nr. 34).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Cornielje (27400-VIII, nr. 36).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de VVD, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Bommel (27400-VIII, nr. 37).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Bommel (27400-VIII, nr. 38).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Bommel (27400-VIII, nr. 39).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Lambrechts c.s. (27400-VIII, nr. 40).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven