Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Harrewijn.

De heer Harrewijn (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter! Ik verzoek u het verslag van het algemeen overleg van afgelopen donderdag over de algemene maatregel van bestuur waarin het schattingsbesluit medisch arbeidsongeschiktheidscriterium wordt vastgelegd op de Kameragenda te zetten. Als u mij vraagt of er haast bij is, dan zeg ik dat het niet per se deze week hoeft, maar wel graag voor het reces, dus in ieder geval volgende week.

De voorzitter:

Dan zal ik de Kamer daarover op een later tijdstip een voorstel doen.

Het woord is aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter! Verleden week hebben wij in deze Kamer vragen gesteld aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het aantrekken van verpleegkundigen uit onder andere de Filippijnen en Suriname. Naar aanleiding van de antwoorden op die vragen en gelet op nieuwe ontwikkelingen zou ik de minister nog graag op twee punten nadere opheldering willen vragen. Het eerste punt is de uitspraak van de minister van verleden week dat er geen mensen geworven zouden moeten worden uit landen waar het slecht gaat met de gezondheidszorg. Het is een kwestie van fatsoen, zei zij toen, maar in de praktijk gebeurt dit dus wel.

De voorzitter:

Mevrouw Kant, u weet heel goed dat het zo niet gaat bij de regeling van werkzaamheden. U kunt heel kort aangeven wat u van de minister wilt hebben, maar u kunt dat niet inhoudelijk beargumenteren.

Mevrouw Kant (SP):

Maar Voorzitterik had die inleiding even nodig om aan te geven...

De voorzitter:

Houdt u het daar dan nu maar bij en stelt u uw vraag!

Mevrouw Kant (SP):

Mijn vraag is of de minister wil aangeven of zij tegen deze praktijken maatregelen wil nemen en, zo ja, welke.

De tweede vraag is of zij dan tevens de door mij afgelopen donderdag schriftelijk gestelde vragen kan beantwoorden over de 73.000 verpleegkundigen die met een zorgdiploma toch nog thuis zitten.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Middelkoop.

De heer Van Middelkoop (RPF/GPV):

Voorzitter! Drie weken geleden hebben wij een overleg gehad met minister Van Aartsen over de situatie op de Balkan. Toen is ook de vraag aan de orde gekomen wat op dit moment de ratio is achter het bestaande sanctiepakket tegen Milosevic. Dat pakket dateert van voor de oorlog. De minister wist toen niet direct een goed antwoord op die vraag te geven en hij beloofde ons daarover schriftelijk te informeren. Ik zou aan u, voorzitter, willen vragen of u wilt bevorderen dat wij dat schriftelijke antwoord kunnen krijgen voor het debat aanstaande donderdag over de evaluatie Kosovo. Ook de posities binnen de EU zouden in dat antwoord kunnen worden vermeld.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Verburg.

Mevrouw Verburg (CDA):

Mevrouw de voorzitter! Volgende week dinsdag en woensdag zal er een debat plaatsvinden door de fractievoorzitters over de stand van het integratiebeleid. De aanleiding daartoe was het niet nakomen van een toezegging door minister Van Boxtel. Hij zou rapporten inzake inburgering naar de Kamer sturen. Volgens krantenberichten zijn die er. Ik zou via u, voorzitter, aan de minister willen vragen of die onderzoeksrapporten nog deze week naar de Kamer kunnen worden gestuurd, zodat ze betrokken kunnen worden bij het debat volgende week.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van der Steenhoven.

De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter! Ik wil graag een brief van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat over de uitgifte van de UMTS-vergunningen. Er ligt een brief van een aantal juristen die de uitlatingen van de staatssecretaris over het eventueel intrekken van vergunningen en het biedbedrag ernstig in twijfel trekken. Ik wil graag een reactie van de staatssecretaris daarop. In afwachting van die brief zou ik mijn motie, waarover vanmiddag zou worden gestemd, willen aanhouden. Ik wil die brief nog deze week omdat de uitgifte van frequenties morgen start.

De voorzitter:

U wilt die brief voor morgen, neem ik aan.

De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):

Zo spoedig mogelijk. Er gebeuren deze week nog geen onomkeerbare dingen.

Mevrouw Bijleveld-Schouten (CDA):

Wat doen wij dan met de motie?

De voorzitter:

Dat heeft de heer Van der Steenhoven gezegd. Hij houdt de motie aan.

Mevrouw Bijleveld-Schouten (CDA):

Maar wanneer komt die dan terug?

De voorzitter:

Ik neem aan dat die terugkomt als de brief er is.

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven