Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

maandag 10 april 2000:

  • - van 10.15 uur tot 15.00 uur van de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over het wetsvoorstel Pluimveerechten (26473);

maandag 17 april 2000:

  • - van 10.15 uur tot 23.00 uur van de vaste commissie voor Justitie over de Vreemdelingenwet 2000 (26732).

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw De Boer.

Mevrouw De Boer (PvdA):

Voorzitter! Ik vraag het Presidium om het verslag van de bespreking van het Energierapport die op 24 februari jl. heeft plaatsgevonden, op de agenda van de Kamer te plaatsen.

De voorzitter:

Heeft dat haast?

Mevrouw De Boer (PvdA):

Ja, want er is een aantal moties bij betrokken.

De voorzitter:

Nog deze week?

Mevrouw De Boer (PvdA):

Als het kan graag.

De voorzitter:

Dan zullen wij dat proberen. Ik zal de Kamer op een later tijdstip een voorstel doen.

Het woord is aan de heer De Hoop Scheffer.

De heer De Hoop Scheffer (CDA):

Voorzitter! Donderdag aanstaande is de Rotterdamse gemeenteraad aan zet bij de beoordeling van het rapport van zijn Commissie voor het onderzoek van de rekeningen. Vorige week hebben wij kort met de minister-president gedebatteerd. In dat debat is blijven hangen – daarom wil ik bij deze regeling die vragen nog eens in alle helderheid stellen – de toezegging die door het kabinet is gedaan om, wat mij betreft zo snel mogelijk na het debat in de Rotterdamse gemeenteraad, een brief aan de Kamer te sturen waarin de politieke reactie van het kabinet wordt gegeven op het rapport, zodat wij op een later tijdstip daarover kunnen debatteren. Als ik vraag om een politieke reactie, dan bedoel ik niet alleen de te leren lessen uit de gang van zaken, bijvoorbeeld wat het onderwerp integriteit betreft, maar ook in bredere zin: welke lessen zijn er te leren in verband met kabinetsformaties en de daarbij te stellen vragen? De minister-president heeft er in het afgelopen weekend een aantal uitspraken over gedaan; ook anderen hebben er uitspraken over gedaan. Kortom, het gaat om een brief met een politieke reactie en in brede zin een reactie van het kabinet over de uit dit rapport te leren lessen.

De heer Schutte (GPV):

Voorzitter! Begrijp ik het goed dat het de heer De Hoop Scheffer niet gaat om een reactie in brede zin over het Rotterdamse rapport, maar meer in algemene zin over de vraag wat het betekent voor het gehele binnenlands bestuur? Wij moeten niet de indruk wekken dat wij iets overdoen wat de Rotterdamse gemeenteraad heeft gedaan.

De heer De Hoop Scheffer (CDA):

Voorzitter! Dat laatste is zeker niet de bedoeling. Het gaat mij er zeer uitdrukkelijk om dat datgene wat in Rotterdam aan de orde is en de publiek-maatschappelijke discussie die daarover ontstaat, veel bredere consequenties moeten hebben, ook voor ons, dan alleen wat er in Rotterdam is gebeurd. Dan gaat het over integriteit en een aantal andere elementen die de afgelopen dagen uitgebreid aan de orde zijn geweest in de publiciteit en waarover uitspraken zijn gedaan door leden van het kabinet. Het gaat erom de lessen te leren in brede zin en niet om het debat in de Rotterdamse raad over te doen. Dat is aan de raad.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Hillen.

De heer Hillen (CDA):

Voorzitter! Vorige keer toen de Kamer over SUWI zou debatteren, viel het kabinet en kon het even niet doorgaan. De reden voor de kabinetscrisis van toen is niet te vergelijken met de reden voor de ministerscrisis thans en inmiddels is de reden voor de val van toen ook opgeruimd. In ieder geval viel toen het kabinet. Vervolgens is een nota naar de Kamer gekomen waarin van alle ja's nee's en van alle plussen minnen zijn gemaakt en waarin nog een paar details zijn veranderd. Die nota zouden wij deze week gaan bespreken. Uiteraard vindt de CDA-fractie het van groot gewicht dat wij daar gauw een oordeel over geven, opdat wetgeving tot stand kan komen. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vertrekt en gaat naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In zijn wijsheid heeft het kabinet besloten om de minister nog een week te laten zitten, omdat dit onderwerp kennelijk te moeilijk is voor de nieuwe minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hij moet weliswaar de wetgeving doen, maar het voorbereidende werk moet nog door de oude minister gebeuren.

De voorzitter:

En uw voorstel is?

De heer Hillen (CDA):

De nieuwe minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die bekend staat als een creatief en intelligent mens, zal naar onze mening gauw genoeg ingelezen zijn. Wij stellen voor om het hele debat met hem te voeren. Het debat over SUWI moet naar ons oordeel worden gehouden op het moment dat de nieuwe minister zijn positie heeft ingenomen.

De heer Melkert (PvdA):

Mevrouw de voorzitter! Het valt op dat de CDA-fractie veel belangstelling heeft voor het bespreken van een rapport dat primair in Rotterdam aan de orde is en weinig voor het bespreken van agendapunten die hier in Den Haag aan de orde zijn. Het is te waarderen dat het kabinet duidelijk heeft gemaakt dat deze week het debat over SUWI kan doorgaan. Dat is temeer van belang, daar verantwoording kan worden afgelegd over de ingrijpende veranderingen die in het afgelopen halfjaar zijn doorgevoerd. Het is voor de Kamer een goede gelegenheid om daarover met de fungerend minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van gedachten te wisselen. Het is vooral een goede gelegenheid om geen moment verloren te laten gaan om duidelijkheid te scheppen voor de duizenden mensen die bij de uitvoeringsinstellingen wachten op helderheid over het standpunt van Kamer en kabinet. Het zijn alle redenen om de agenda ongewijzigd te laten.

De heer Van Dijke (RPF):

Voorzitter! Ik heb mij eerder deze week en vorige week al kritisch uitgelaten over de mogelijke overstap van minister De Vries naar BZK, omdat ik vreesde dat dat oponthoud zou brengen in het debat over SUWI. Nu het kabinet daarvoor een oplossing heeft gevonden, is tegemoetgekomen aan mijn bezwaren. Het lijkt mij zeer onwenselijk om nu zelfstandig nieuwe bezwaren op te roepen en dit dossier in de vertraging te helpen. Als een nieuwe minister zich in dit dossier moet inwerken, zijn wij een aantal weken verder. Dat moeten wij niet willen. Immers, het debat is al een aantal keren uitgesteld. Laat ons eerlijk zijn, staatsrechtelijk hebben wij te maken met vak K. Daar debatteert de Kamer mee, los van de vraag wie daar nu precies zit.

De heer De Wit (SP):

Mevrouw de voorzitter! De SP-fractie ziet niets in het verzoek van de heer Hillen. Aan de nota ligt een compromis ten grondslag op alle mogelijke fronten, maar met name binnen de coalitiepartijen. Wij zien niet in dat een nieuwe bewindspersoon in staat is om dat compromis te doorbreken, respectievelijk een andere mening te verkondigen dan nu vastligt. Het argument van de heer Van Dijke onderschrijf ik ook. Als een nieuwe bewindspersoon op korte termijn met een debat over deze nota zou worden geconfronteerd, zou hij slechts halve antwoorden kunnen geven, hetgeen het debat niet ten goede komt. Vandaar dat wij er voorstander van zijn om het debat te laten doorgaan.

De heer Harrewijn (GroenLinks):

Voorzitter! Ik snap de wens van het CDA om de nieuwe minister de nieren eens goed te beproeven, maar toch lijkt het plan mij niet verstandig. Ik voeg nog een argument toe aan de reeds naar voren gebrachte bezwaren. De nota is onder meer in overleg met de sociale partners tot stand gekomen. Minister De Vries heeft daarin een belangrijke rol gespeeld. Het is een vorm van verantwoording afleggen dat hij dit nog kan afhandelen en ons duidelijk kan maken wat er precies is afgesproken. Laten wij het debat gewoon vanmiddag beginnen.

De heer Dijkstal (VVD):

Voorzitter! Er zit wel iets interessants in de opmerking van de heer Hillen, want het lijkt ons heel interessant om met de nieuwe minister over dit zeer belangrijke onderwerp te praten. Het onderwerp is echter zo belangrijk dat wij het ook interessant vinden om dat nog te kunnen doen met de heer De Vries. Gedurende het verloop van de rest van het traject rond het wetsvoorstel krijgen wij nog gelegenheid genoeg om daar met de vermoedelijke opvolger, de heer Vermeend, over te praten. Deze week kunnen wij dat nog met de heer De Vries doen. Ik zou zeggen dat het bijna niet mooier kan.

Mevrouw Schimmel (D66):

Voorzitter! Wij hadden er geen bezwaar tegen gehad als de nieuwe minister van Sociale Zaken al gisteren was benoemd. Wij willen dit debat nu voeren, omdat het een belangrijk debat is. Verder uitstel roept bezwaren op in verband met de verwachtingen die in het land zijn gewekt. Wij zullen het voorstel van de heer Hillen dan ook niet ondersteunen.

De heer Hillen (CDA):

Voorzitter! Ik constateer dat het vertrouwen in minister Vermeend op voorhand niet zo groot is, omdat men denkt dat hij niet op korte termijn ingelezen kan zijn. Dit stelt mij wat teleur.

Wat minister De Vries betreft, moet ik zeggen dat ik het lastig debatteren vind met een minister die geen gewicht meer in zijn positie kan leggen, omdat hij naar een ander departement vertrekt. Ik had liever gesproken met een minister die hier heel geëngageerd mee bezig is en die bereid is om zijn volle gewicht in het debat te gooien, omdat hij daar morgen, maar ook volgende week nog over moet praten. Het argument dat het debat spoedeisend is, vind ik ontroerend. Het kabinet heeft echter eerst voorstellen ingediend die volstrekt diametraal ten opzichte van elkaar stonden.Voorzitter Verder heeft het er jaren over gedaan. Die ene week had het wel kunnen lijden. Daar acht ik de heer Vermeend althans wel toe in staat. Dat het kabinet uitmaakt wie achter de regeringstafel zit, weet ik. Het had ook de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat kunnen sturen. Die heet immers ook De Vries. Wij willen in ieder geval het liefst debatteren met een minister die volledig in functie is. Het is dan ook jammer dat ons voorstel niet gesteund is.

De heer Van Dijke (RPF):

Voorzitter! Ik heb liever niet dat mijn bezwaar tegen het uitstellen van dit debat gekoppeld wordt aan de mate waarin ik vertrouwen heb in de heer Vermeend. Ik heb er namelijk vol vertrouwen in dat de nieuwe minister dat dossier goed zal waarnemen.

De voorzitter:

Mijnheer Hillen, het lijkt mij duidelijk dat u weinig bijval krijgt voor uw voorstel en dat de overgrote meerderheid van de Kamer vindt dat wij dat debat toch vanmiddag moeten houden. Ik kan dan ook niet veel anders doen dan dat debat gewoon doorgang te laten vinden.

De heer Hillen (CDA):

Voorzitter! De CDA-fractie zal dat met grote inzet gaan voeren.

De voorzitter:

De stemmingen in verband met het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 1 februari 1995 te Straatsburg tot stand gekomen Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden en de daarbij ingediende motie worden op verzoek van een van de fracties van de agenda afgevoerd.

Naar boven