Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van 21, 22 en 23 maart:
Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van 28, 29 en 30 maart:
- het wetsvoorstel Aanpassing van de Boeken 3 en 6 van het Burgerlijk
Wetboek aan de richtlijn betreffende het doen staken van inbreuken in het
raam van de bescherming van de consumentenbelangen (26693);
- het
wetvoorstel Regels omtrent het transport en de levering van gas (Gaswet) (26463).
Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van 4, 5 en 6 april:
- het wetsvoorstel Wijziging van de Politiewet 1993 in verband met de
concentratie van beheersbevoegdheden op rijksniveau met betrekking tot de
regionale politiekorpsen bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(26813);
- het wetsvoorstel Wijziging van de Waterleidingwet in verband
met de richtlijn betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd
water (26700).
Ik stel voor, aan de orde te stellen in de vergaderingen van 11, 12 en
13 april:
de gezamenlijke behandeling van:
- het wetsvoorstel Gerechtsdeurwaar-
derswet (22775);
- het wetsvoorstel Wijziging van de Gerechtsdeurwaarderswet
ter nadere regeling van de gevolgen van ambtshandelingen van gerechtsdeurwaarders
die in strijd zijn met de volkenrechtelijke verplichtingen van de Staat (23081).
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Kamp.
De heer Kamp (VVD):
Mevrouw de voorzitter! Wij hebben gisteren een algemeen overleg gehad
met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en met de staatssecretaris
van Justitie over een tussenevaluatie van de koppelingswet. Ik verzoek u het
verslag van dit algemeen overleg op de agenda te plaatsen om mij de gelegenheid
te geven tot een plenaire afronding van dat debat te komen en daarbij enkele
moties in te dienen.
De voorzitter:
Heeft het heel veel haast, mijnheer Kamp?
De heer Kamp (VVD):
Nee, mevrouw de voorzitter.
De voorzitter:
Dan zal ik op een later tijdstip daartoe een voorstel doen.
Het woord is aan de heer Koenders.
De heer Koenders (PvdA):
Voorzitter! Vanmiddag vindt er een algemeen overleg plaats met de minister
van Buitenlandse Zaken over de instructie aan de Nederlandse delegatie naar
de VN-mensenrechtencommissie. De vergaderingen van die commissie zullen volgende
week beginnen. Namens een aantal fracties verzoek ik u daarom de mogelijkheid
open te houden om nog hedenmiddag een korte plenaire afronding van dit overleg
te hebben. De stemming over eventuele moties zou dan wel dinsdag aanstaande
kunnen worden gehouden.
De voorzitter:
Ik zal daar rekening mee houden. Ik meen dat het overleg tot 16.00 uur
duurt vanmiddag. Ik zou dan wel graag tijdig horen of hier na afronding van
de behandeling van het wetsvoorstel justitiële jeugdinrichtingen nog
een VAO nodig is.
Het woord is aan mevrouw Van der Hoeven.
Mevrouw Van der Hoeven (CDA):
Voorzitter! Voor volgende week staat het hoofdlijnendebat over de notitie
Onderwijskansen geagendeerd. Daarvoor zijn voorlopige spreektijden vastgesteld.
Wij hebben vanochtend een procedurevergadering gehad van de vaste commissie
voor OCW. Daarin kwam de vraag naar voren of de spreektijden iets ruimer kunnen
worden dan nu is voorzien.
De voorzitter:
Ik wil er nog wel naar kijken, maar u weet zelf hoe lastig het is om het
op een andere manier te bepalen dan wij gewend zijn te doen.
Maar goed, ik heb het verzoek gehoord. Wij zullen ernaar kijken.