Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg van heden over het verlaagd BTW-tarief op arbeidsintensieve diensten.

Mevrouw Giskes (D66):

Mevrouw de voorzitter! Al vele jaren is in deze Kamer de discussie aan de orde over het verlaagd BTW-tarief, waarbij het uitgangspunt is dat geprobeerd wordt, zeer arbeidsintensieve bezigheden dusdanig betaalbaar te maken voor de consument, dat de werkgelegenheid in de desbetreffende branches goed blijft. Voor D66 is altijd een argument erbij geweest, dat als je ook nog kunt bevorderen dat de duurzaamheid ermee gediend is, je twee vliegen in een klap kunt slaan. Vanuit die optiek hebben wij steeds naar deze kwestie gekeken. Wij zijn heel blij dat het er eindelijk van komt dat er met toestemming van Europa een experiment zal worden gehouden om een aantal branches in het verlaagde BTW-tarief onder te brengen. De discussie over de vraag om welke sectoren het hierbij precies zou moeten gaan, is eigenlijk nooit goed gevoerd. Het onderwerp is vele malen aan de orde geweest, met name in het kader van de Ecofin-raad. Daarbij was steeds de conclusie dat eerst wordt georganiseerd dat het überhaupt kan en dat later wel aan de orde zou komen wat Nederland gaat aanmelden. Helaas zijn wij nu op een heel laat moment in staat om middels een brief van beide bewindslieden van Financiën als Kamer over dit onderwerp daadwerkelijk te praten. De haast is zo groot omdat voor 1 november aanmelding in Brussel moet plaatsvinden.

D66 heeft goed gekeken naar de volgorde die de bewindslieden willen aanhouden, te weten 1. reparatie van kleding, schoenen en fietsen, 2. kappersdiensten en 3. verbetering en renovatie van particuliere woningen. De verwachting is dat Nederland zeker twee en wellicht drie sectoren zal mogen benutten. Of het er drie mogen zijn, moet nog door Brussel bepaald worden. Dus moeten wij goed afwegen, welke sectoren wij op de eerste en de tweede plaats zetten. Voor D66 ligt de keuze tussen kappers en schilders als het gaat om renovatie van woningen. Toen de desbetreffende discussie over het verlaagd tarief begon, was de kappersbranche hiertoe wellicht een goede optie. Het valt ons echter op dat de kappersbranche nu zelf heeft laten weten dat het eigenlijk niet meer nodig is. Ik heb in de krant gelezen dat er zelfs 1144 vacatures zijn in die branche. Onzes inziens bevorder je niet de werkgelegenheid door uitgerekend voor zo'n branche de BTW te verlagen. Daarentegen menen wij dat bij de schildersbranche, waartoe naar vanochtend bleek ook de stukadoors kunnen horen, nog heel veel extra werkgelegenheid gecreëerd kan worden. Dat is de reden waarom wij ervoor pleiten de volgorde van de sectoren waar het gaat om de nummers 2 en 3 te veranderen. Daartoe hebben wij de volgende motie opgesteld.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering bij de aanmelding bij de EU van sectoren die in aanmerking komen voor een experiment met verlaagd BTW-tarief als volgorde van voorkeur aan te houden:

  • 1. reparatie van kleding, schoenen en fietsen;

  • 2. verbetering en renovatie van particuliere woningen;

  • 3. kappersdiensten;

verzoekt de regering, wanneer slechts machtiging wordt verstrekt voor twee sectoren, bij de sector verbetering en renovatie van particuliere woningen niet alleen het schilderen en stukadoren van woningen ouder dan 15 jaar, maar ook restauratiewerkzaamheden onder te brengen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Giskes. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 13 (26800 IXB).

De heer Kuijper (PvdA):

Voorzitter! De PvdA-fractie steunt de regering in haar pogingen om in Brussel drie categorieën voor experimenten met BTW-verlaging in aanmerking te laten komen. Er is twijfel gerezen over het standpunt van de kappersbranche. Mevrouw Giskes heeft naar het desbetreffende krantenartikel verwezen. Vanmorgen heeft de staatssecretaris gezegd dat er bij de regering formeel geen bericht is binnengekomen waaruit blijkt dat de kappers willen afhaken. De maatregel ten aanzien van die groep blijkt nog steeds een substantieel resultaat op te leveren. Daarbij komt dat Nederland in het verleden in Europees verband juist gepleit heeft voor verlaging van het BTW-tarief voor kappers. Voorzitter! Hierop gelet, steunt de fractie van de PvdA de voorkeur van het kabinet.

De heer Van Beek (VVD):

Mevrouw de voorzitter! De brief van de regering over het verlaagd BTW-tarief op arbeidsintensieve diensten heeft de nodige vragen opgeroepen, met name over de volgorde van de categorieën. In het overleg van vanmorgen is nogmaals bevestigd dat de regering zal trachten, alle drie groepen geaccepteerd te krijgen. De Kamer is het daarmee eens.

De vraag die nu beantwoord moet worden, is of de kappers of de schilders op de derde plaats gezet moeten worden. In het overleg van vanmorgen heeft de staatssecretaris wat mij betreft voldoende opheldering verschaft. Hij heeft goed gemotiveerd dat de regering mede op basis van het EIM-rapport voor deze volgorde heeft gekozen. Als de kappersbranche afvalt, resteert slechts een pakket van 100 mln., en dat is toch wel een zeer mager resultaat.

Voorzitter! Wij hopen dat het in Brussel zal lukken om alle drie categorieën binnen te halen, want dan is het probleem opgelost. Mocht dit onverhoopt niet gebeuren, dan houden wij vast aan de volgorde die genoemd is in de brief van het kabinet.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter! Tijdens dit soort overleggen herinner je je steeds weer dat je in je studententijd erg veel geklust hebt en dat de BTW op die dienstverlening niet altijd even hoog was. Dat stukadoors en schilders gebaat zijn bij een verlaagd BTW-tarief, lijkt mij helder. Ik heb dan ook sympathie voor de woorden van mevrouw Giskes.

Ik heb een probleem met de snelheid waarmee gehandeld moet worden. Ik verzoek de staatssecretaris om te bezien of in het verzoek aan Brussel afgezien kan worden van prioritering. Als dan blijkt dat de Europese Commissie slechts twee categorieën toestaat, kunnen wij opnieuw met de regering in overleg treden om de volgorde te bepalen. Op dit punt dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering in haar verzoek omtrent toestemming voor experimenten met een verlaagd BTW-tarief op arbeidsintensieve diensten de voorgenomen drie categorieën zonder prioritering aan de Europese Commissie voor te leggen;

verzoekt de regering bij toestemming voor twee categorieën opnieuw met de Kamer in overleg te treden omtrent de invulling daarvan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vendrik. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 14 (26800 IXB).

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter! Het lijkt mij wenselijk watVendrik meer tijd te nemen om te bezien wat bij het toestaan van twee categorieën de beste invulling is. Daar is vanochtend onduidelijkheid over ontstaan. Wat mij betreft is die niet weggenomen. Er is iets meer tijd nodig in het overleg tussen Kamer en kabinet om daar uit te komen. Deze motie geeft daartoe de ruimte en ik hoop dat de staatssecretaris haar wil overnemen.

De heer De Haan (CDA):

Voorzitter! De CDA-fractie vraagt de staatssecretaris om zich in het Europees overleg sterk te maken voor alle drie de sectoren. Mochten er, ondanks die inspanning, maar twee sectoren overblijven, dan kan de Kamer wederom bij de besluitvorming worden betrokken. Dat kan op korte termijn gebeuren.

Mevrouw Giskes (D66):

Ik zou van de heer De Haan graag iets meer horen over zijn voorkeur voor de volgorde. Daarover heeft hij zich vanochtend in het algemeen overleg expliciet uitgelaten.

De heer De Haan (CDA):

Vanochtend heeft mevrouw Giskes gezegd dat uit recente informatie over het kappersvak blijkt dat vacatures op dit moment moeilijk zijn te vervullen. Dat is duidelijk. Dat is echter recente informatie tegen de achtergrond van een momenteel zeer overspannen arbeidsmarkt. Op langere termijn kan dat weer anders zijn. Wij zullen daarop moeten terugkomen als de staatssecretaris ons meldt dat maar twee van de drie sectoren gekozen kunnen worden.

Mevrouw Giskes (D66):

Ik begrijp dat de heer De Haan de motie van de heer Vendrik ondersteunt. Dat doe ik ook van harte. Wij moeten echter rekening houden met de mogelijkheid dat deze niet uitgevoerd kan worden en dat er gekozen moet worden. Ik heb van de heer De Haan nog niet gehoord wat hij daarvan vindt.

De heer De Haan (CDA):

Wij zullen op dat moment moeten kiezen op grond van de informatie die de staatssecretaris verschaft.

Mevrouw Giskes (D66):

Dat moment is nu, mijnheer De Haan. Hoe reageert u op mijn motie?

De heer De Haan (CDA):

Die motie vind ik nu niet passend. Zoals gezegd, vind ik dat wij de regering moeten vragen om zich sterk te maken voor alle drie de sectoren. Wij hebben ook toezeggingen gedaan aan de kappersorganisatie. Men rekent daar ook op. Het lijkt mij het beste om de staatssecretaris zijn werk te laten doen op grond van de voorkeuren die wij vanmorgen hebben uitgesproken. Laten wij nu rustig afwachten waarin dat zal resulteren. Ik hoop van ganser harte dat alle drie de sectoren die naar voren zijn gebracht, in aanmerking komen voor BTW-verlaging.

Staatssecretaris Vermeend:

Voorzitter! Ik kan mijn inbreng kort houden, omdat in het overleg dat ik voorafgaande aan dit debat met de commissie heb gevoerd, alle argumenten zijn gewisseld. Ik heb aangegeven waarom ik het voorstel van de heer Vendrik niet kan overnemen en dus ook zijn motie op dat punt moet afwijzen. Ook heb ik kenbaar gemaakt dat het kabinet een afweging heeft gemaakt op basis van cijfers en uitdrukkelijk heeft gekozen voor de volgorde in de brief. Het kabinet handhaaft dat standpunt. Het heeft geen zin om een procedure te volgen waarbij je nog op bepaalde punten terug moet komen. Het kabinet heeft vol overtuiging gekozen voor de volgorde van aanmelding zoals thans is voorgelegd aan de Kamer.

Ik heb aangegeven waarom het kabinet tegen de motie van mevrouw Giskes is. Daar komt bij dat de motie vrij open is geformuleerd. Zij wil bij de sector verbetering en renovatie van particuliere woningen niet alleen het schilderen en stukadoren van woningen ouder dan 15 jaar, maar ook restauratiewerkzaamheden onderbrengen.

Mevrouw Giskes (D66):

Van de kant van de regering is het probleem geopperd dat er budgettair te weinig ruimte is. Dat probleem is goed op te lossen door in die categorie renovatie van particuliere woningen meer zaken onder te brengen. Wij hebben een en ander afgegrendeld, alleen maar omdat de staatssecretaris budgettair niet verder kan gaan dan met de schilders, ook gezien uw inbreng over de kappers.

Staatssecretaris Vermeend:

Dat is helder, maar dat betekent niet dat ik mijn standpunt wijzig. Wij hebben op basis van de cijfers en op basis van de andere overwegingen gekozen voor deze volgorde. Ik moet uw motie dan ook afwijzen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt van 12.45 tot 13.50 uur geschorst.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Naar boven