Vragen van het lid Atsma aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over het van de kabel verdrijven van publieke zenders door de kabelmaatschappij UPC.

De voorzitter:

De heer Atsma moet heel even wachten, want de staatssecretaris, die er zonet nog zat, is even ontsnapt. Strafregels en nablijven, vrees ik, staatssecretaris.

De heer Atsma (CDA):

Mevrouw de voorzitter! In Nederland zijn een aantal grote kabelbedrijven. De abonnees van het bedrijf UPC in het Noorden werden afgelopen week vrijdag verrast met een brief. Zoals u weet, woon ik in het Noorden. In die brief werd melding gemaakt van het feit dat per heden alle kanalen opnieuw moeten worden ingesteld. Het gaat om 31 kanalen. Dat kan lastig zijn, vooral voor mensen die niet precies weten hoe het instellen van een televisietoestel of een videorecorder werkt. Men heeft hiervoor in de betreffende brief een oplossing aangedragen. Je kunt namelijk een technicus inhuren à ƒ 30 voor het eerste en ƒ 25 voor het tweede apparaat. Tel uit je winst!

Maar, mevrouw de voorzitter, daar gaat het in de kern niet om. Het gaat erom dat UPC heeft aangekondigd dat acht zenders verdwijnen naar de S-band. Dit is een band die wordt gebruikt om de mogelijkheden van de kabel optimaal te benutten. Wij hebben ons echter laten vertellen en ook gisteren gehoord van techneuten, dat toestellen van zeven à acht jaar of ouder de S-band niet kunnen ontvangen. Dat is lastig. UPC maakt melding van het feit dat met ingang van heden zenders als de BBC, publieke Duitse zenders en de regionale omroep in het Noorden – omroep Fryslân – niet meer te ontvangen zijn. Dat is voor ons aanleiding om de staatssecretaris een aantal vragen te stellen, temeer omdat degenen die vandaag en gisteren aan de bel hebben getrokken omdat zij hun eigen publieke zender niet meer kunnen ontvangen, het advies kregen om dan maar een nieuw televisietoestel te kopen.

1. Heeft de staatssecretaris kennisgenomen van deze ontwikkeling? Zo ja, vindt hij dit een gewenste ontwikkeling?

2. Omroep Fryslân zit in het must-carrypakket, wat betekent dat deze zender moet worden doorgegeven. Is de staatssecretaris met ons van mening dat hierin enige strijdigheid kan zitten met de Mediawet die aangeeft dat het must-carrypakket bij iedereen te ontvangen moet zijn?

3. Is de staatssecretaris bereid en kan hij op korte termijn stappen zetten die kunnen leiden tot het weer ontvangen van de publieke zenders die men moet kunnen ontvangen?

Staatssecretaris Van der Ploeg:

Voorzitter! UPC is inderdaad op veel kabelnetten de indeling aan het veranderen. Dat is ook gerapporteerd in een brief van 8 september. Dat was zes dagen vóór de omschakeling en de heer Atsma wees er terecht op dat dit rijkelijk kort is. Het is te kort om familie of kennissen te mobiliseren om een tv-toestel opnieuw te programmeren. Als dat je niet zelf lukt – ik geef toe dat ik het ook vrij moeilijk vind – dan kun je een handelaar inschakelen aan wie je het voor ƒ 30 kunt uitbesteden.

Het echte probleem is dat bij de omschakeling in Friesland de programma's van de lokale en regionale tv-omroepen in de zogenaamde S-band zijn ingedeeld. Dat is een deel van het frequentiespectrum dat in de ether niet wordt gebruikt voor tv-uitzendingen en waarop voornamelijk militaire toepassingen zijn gepland. De kabelmaatschappijen mogen die frequenties wel gebruiken en Verkeer en Waterstaat heeft daar ook toestemming voor gegeven. De heer Atsma constateert terecht dat toestellen die ouder zijn dan acht jaar niet op de frequenties in de S-band kunnen worden afgestemd. Dit betekent dat de lokale en regionale omroepen niet meer kunnen worden ontvangen door mensen met een oud toestel. Naar schatting zijn dat ongeveer 5000 mensen in de regio, vaak ouderen en minder draagkrachtigen. De lokale en regionale publieke omroepen zitten in het must-carrypakket van de Mediawet en hoewel die zich niet uitlaat over de technische aard van de uitzendingen op de kabel, lijkt doorgifte van deze programma's via de S-band in strijd met doel en strekking van de Mediawet. Doel van de must-carryregeling is immers dat ieder die is aangesloten op de kabel, deze programma's kan ontvangen. Aangezien de programma's van de regionale Friese tv wel met oude toestellen via de ether, dus met een antenne, zijn te ontvangen, zou gesteld kunnen worden dat deze niet onveranderd worden doorgegeven. Dit schrijft de Mediawet voor en ik meen dat hiertoe een amendement strekte dat deze wet op dit punt veranderde.

De eerste vraag van de heer Atsma, of ik hiervan kennis had genomen, heb ik positief beantwoord. Dit geldt ook voor de tweede vraag, namelijk of ik het verontrustend vind, en voor de derde, of Omroep Friesland in het must-carrypakket zit. Voorts vind ik het inderdaad belangrijk dat hieraan uiting wordt gegeven. Wat de te nemen stappen betreft, lijkt het mij het beste dat ik het Commissariaat voor de media zal verzoeken om na te gaan of de must-carryverplichting wordt overtreden. Ik ben van mening dat dit zo is, maar laat het commissariaat daar een oordeel over vellen. Als die verplichting wordt overtreden, zal ik het commissariaat verzoeken, daartegen op te treden.

De heer Atsma (CDA):

Mevrouw de voorzitter! Ik dank de staatssecretaris voor zijn heldere antwoorden. Wij zijn er buitengewoon blij mee dat hij dit met de CDA-fractie een verontrustende ontwikkeling vindt. Het is een ontwikkeling die zich afspeelt in het publieke domein, dus het lijkt mij terecht dat de staatssecretaris probeert om stappen te zetten die dit kunnen voorkomen. Is hij bereid om nog heden – vandaag wordt immers de verandering in frequenties en kanalen doorgevoerd – met het Commissariaat voor de media in verbinding te treden, teneinde op korte termijn duidelijkheid te creëren? Is hij ook bereid om opname van de regionale en publieke omroepen in het must-carrypakket te bespreken met zijn collega van Binnenlandse Zaken? De regionale omroep heeft immers in geval van calamiteiten een heel nadrukkelijke functie. De CDA-fractie hecht dan ook in dat verband aan een zo groot en breed mogelijk bereik.

Is de staatssecretaris net als de CDA-fractie van mening dat de vraag relevant is wie eventueel de kosten moet dragen voor het inschakelen en aanbrengen van nieuwe frequenties op de toestellen? Immers, in veel gevallen zijn het de lagere overheden of anderen geweest die met veel machtsvertoon en geweld de kabel hebben verkocht. In het algemeen is daar niet gering aan verdiend. Kunnen niet ook in die zin nadere voorwaarden worden gesteld inzake wezenlijke veranderingen, zoals die in dit geval hebben plaatsgevonden?

Staatssecretaris Van der Ploeg:

Voorzitter! Vandaag zal ik het Commissariaat voor de media vragen, te beoordelen of de must-carryverplichting is overtreden. Als dat het geval is, zal worden verzocht daartegen op te treden. Ik zal ook vragen om spoed.

Ik zal met collega Peper contact opnemen over de problematiek van de rampenzender. Afstemming hierover vindt automatisch plaats.

Dan kom ik op de vraag over de kosten. Het is mogelijk om de oudere toestellen te herprogrammeren. Voor sommigen is dat in technisch opzicht een hele stap. Dan moet een handelaar worden ingehuurd en dan kost het misschien ƒ 30. Ik ga daar niet op vooruitlopen. Mijn antwoord hierop is voorlopig "nee", maar laten wij proberen het probleem op te lossen in plaats van het symptoom te bestrijden.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter! Ik dank de staatssecretaris dat hij hiertegen wil optreden. Ik stel vast dat wij in het kabeldebat in feite steeds achter de feiten aanlopen. De ontwikkelingen gaan zo snel dat wij daarop alleen maar kunnen reageren. Kan de staatssecretaris niet iets verzinnen, zodat hij en het Commissariaat voor de media actief tegenover de kabelbedrijven opereren om dit soort problemen voor te zijn?

Mijn tweede vraag betreft de prijs. Ik heb twee weken geleden in het debat Televisie zonder grenzen al gezegd dat het ertoe zal leiden dat wij minder televisie krijgen voor dezelfde prijs. In sommige gevallen zal zelfs meer moeten worden betaald. Ik vind dat schandalig. Ik meen dat wij de discussie over de kabelnotitie niet moeten afwachten, maar daarover op korte termijn met de staatssecretaris van gedachten moeten wisselen om te bekijken hoe wij dat kunnen voorkomen.

Staatssecretaris Van der Ploeg:

Voorzitter! Er is natuurlijk een zekere connectie. Die wordt ook duidelijk gemaakt in de vraag naar een anticipatie op de introductie van de digitale decoder. In zekere zin kun je stellen dat aan de nieuwe indeling van de gele band is af te lezen dat in feite al vooruitgelopen wordt op de invoering van digitale decoders. Alle programma's die in een later stadium eventueel achter de decoder moeten verdwijnen, lijken op de hogere kanalen geprogrammeerd te worden. In de lagere kanalen bevinden zich uitsluitend de publieke programma's die in het basispakket voorkomen. De indeling waarvoor nu is gekozen en die wij nu bespreken, laat de toepassing van een eenvoudig filter toe om een onderscheid te maken tussen basispakketten en pluspakketten. Ik begrijp de vraag goed. Het is bekend dat ik mij zorgen maak over het feit dat je door de decoder voor hetzelfde televisieaanbod meer moet betalen. Het kabinet heeft ook in de eerste kabelnota gezegd dat het dat als een probleem ervaart. Een economische analyse zal spoedig, in de vervolgkabelnota, worden gegeven. Ik neem aan dat wij de discussie die nu weer wordt aangewakkerd, zullen vervolgen.

Mevrouw Van Zuijlen (PvdA):

Voorzitter! Als uit de uitspraak van het Commissariaat voor de media blijkt dat de Mediawet op dit punt niet waterdicht is, is de staatssecretaris dan bereid de Mediawet zo te wijzigen dat iedereen die in Friesland een televisietoestel bezit, ook omroep Friesland kan ontvangen?

Staatssecretaris Van der Ploeg:

Voorzitter! Ik wil hierop niet vooruitlopen. Als ik het mij goed herinner, heeft de Partij van de Arbeid hierover een amendement ingediend. Ik ga ervan uit dat dit amendement goed genoeg geformuleerd is, maar mocht dat het geval zijn, dan kunnen wij bij de behandeling van de Concessiewet proberen dit punt nog aan snee te krijgen.

De heer Nicolaï (VVD):

Voorzitter! Vindt de staatssecretaris het niet veel belangrijker dat dit op een structurele manier wordt opgelost? Dat zou betekenen dat elke burger zelf kan kiezen wat hij wil zien en hoeveel hij daarvoor wil betalen. Dat houdt in: digitaliseren en invoeren van de decoder. Dan had zich deze situatie – en daarop hoor ik graag een reactie van de staatssecretaris – niet eens voorgedaan. Is dat niet de beste oplossing en de beste weg om zulke problemen aan te pakken, maar vooral te voorkomen? Hadden zij niet voorkomen kunnen worden als de Kabelnotitie eerder was besproken, zoals is gevraagd door de Kamer en dit tot andere besluitvorming had geleid bij de staatssecretaris?

Staatssecretaris Van der Ploeg:

Als er geen publieke omroepen zijn en alle omroepen achter een decoder zouden zitten, commercieel zijn en op die wijze betaald kunnen worden, dan is er geen probleem. Wij hebben momenteel een wet met een must-carry-verplichting. Daarnaast zijn er regionale publieke omroepen, waarvan wij graag hebben dat zij getoond worden. In dit geval gaat het om de Friese omroep. Ik ben van mening dat de wet goed wordt toegepast en uitgevoerd en daar gaat het mij om.

De heer Nicolaï heeft volstrekt gelijk dat op de langere termijn – en naar mijn mening kan die lange termijn niet kort genoeg zijn – bespoedigd moet worden dat er echt individuele keuzevrijheid voor burgers komt. Op de korte termijn mag dat geen excuus zijn om huidige consumenten op te zadelen met hogere kosten zonder dat zij daar meer diensten voor terugkrijgen. Het gaat altijd om dat evenwicht.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij degenen die het betreuren dat wij over dit onderwerp niet uitgebreider hebben kunnen spreken naar aanleiding van de Kabelnotitie die al eerder in deze Kamer op de agenda had moeten staan. Wij hebben nu een Kabelnotitie, maar die is vooral probleemstellend. Daarin worden de keuzes die gemaakt moeten worden, niet gemaakt.

De staatssecretaris komt binnenkort met een "echte" Kabelnotitie. Kunnen wij ervan op aan dat de voorstellen over hoe het in de toekomst moet, gebaseerd zullen worden op de beslissingen die de staatssecretaris vandaag neemt ter wille van de helderheid voor het veld, voor de kabelexploitant, maar ook voor provinciale en lokale bestuurders en voor programmaraden die hiermee te maken hebben? Met andere woorden: neemt de politiek in dit debat de leiding? Bepalen wij mede wat er gebeurt zodat wij niet iedere week door nieuwe toestanden worden overvallen?

Staatssecretaris Van der Ploeg:

Ja.

Naar boven