Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane
voorstellen:
1. de volgende brieven:
vier, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten:
een,
over de ontwikkelingen in Bosnië-Herzegovina (22181, nr. 237);
een, over wapenbeheersing (25728, R1602, nr. 11);
een, over de actuele
situatie in Indonesië, in het bijzonder de recente ontwikkelingen rond
de kwestie Oost-Timor (26049, nr. 7);
een, ten geleide van het verslag
over de werkzaamheden van de Veiligheidsraad in de maand februari 1999 (26301,
nr. 4);
een, van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, inzake
Inlichtingen- en veiligheidsdiensten (25877, 26158, nr. 6);
een, van de minister van Defensie, over de voortgang bij het beheer van
de archieven van de Militaire inlichtingendienst (MID) (25809, nr. 11);
een, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
inzake uitbreiding van de Wet milieubeheer (26161, nr. 6);
een, van de minister van Verkeer en Waterstaat, over een tunnel bij Sluiskil
(26263, nr. 44);
een, van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, over een
compromisvoorstel van het Duitse voorzitterschap m.b.t. de landbouwaspecten
van Agenda 2000 (21501-16, nr. 227);
een, van de staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, ten geleide van de agenda voor de Europese Raad van visserijministers
in Brussel op 30 maart 1999 (21501-17, nr. 71);
een, van de vaste commissie voor Defensie, over het instellen van een
werkgroep die werd belast met de taak de commissie een voorstel voor te leggen
omtrent de wijze waarop, mede in het licht van de lopende onderzoeken, in
een optimale informatieverstrekking aan de Tweede Kamer over de afhandeling
van Srebrenica zou kunnen worden voorzien (26122, nr. 8).
Deze
brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;
2. de volgende brieven:
twee, van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, te
weten:
een, ten geleide van de maandcirculaire Provinciefonds 1999;
een, ten geleide van de maandcirculaire Gemeentefonds 1999;
twee, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, te weten:
een, inzake prioriteiten wets- en beleidsvoorstellen;
een, ten
geleide van het advies van de Onderwijsraad: ICT in het onderwijs;
een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
over de wachtlijstproblematiek in het speciaal onderwijs.
De
voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies
en niet te drukken;
3. de volgende brieven:
een, van mevrouw C.M. de Boer, inzake ambtsmisdrijven;
een, van J. Zijlstra, over onder andere de lage opkomst bij de provincialestatenverkiezingen.
Deze brieven liggen op de griffie ter inzage.