Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane voorstellen:

1. een brief van de Directeur van het Kabinet der Koningin, met de mededeling, dat Hare Majesteit de haar door de Staten-Generaal toegezonden voorstellen van (rijks)wet, gedrukt onder de nummers 26129, 26147, 26148, 26245, 26249, 26272, 26281, 24610, 25871, 26273, 26220, 25922, 26077, 26135, 26257, 26239, 25926, 25727, 25737, 25813 (R1604), 25804, 26052, 25258, 25863 en 26088, heeft goedgekeurd.

De voorzitter stelt voor, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen;

2. de volgende brieven:

vier, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, ten geleide van het verslag van de Algemene Raad d.d. 25 januari 1999 (21501-02, nr. 280);

  • een, ten geleide van een notitie over de stand van zaken bet betrekking tot Agenda 2000, ten behoeve van het algemeen overleg van 11 februari 1999 (25731, nr. 8);

  • een, over de feitelijke werkzaamheden van de Raad (26301, nr. 2);

  • een, ten geleide van het Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Macedonische Regering tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen (26388);

een, van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, over de voedselsituatie na de orkaan Mitch (26284, nr. 4);

een, van de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie, over Kosovo (22181, nr. 233);

twee, van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, ten geleide van het kwartaaloverzicht m.b.t. de implementatie van EG-richtlijnen naar de stand van 31 december 1998 (21109, nr. 96);

  • een, ten geleide van drie fiches die werden opgesteld door de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC) (22112, nr. 108);

twee, van de minister van Justitie, te weten:

  • een, over de bijzondere opsporingsdiensten (BOD's) (26200-VI, nr. 41);

  • een, over de rechter-plaatsvervanger (26352, nr. 3);

twee, van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, te weten:

  • een, over de ontwikkelingen met betrekking tot de totstandkoming van het onderhandelaarsakkoord over de CAO politie 1999-2000 (26386);

  • een, ten geleide van een afschrift van de overeengekomen aanvulling op het onderhandelaarsakkoord over de CAO politie 1999-2000 (26386, nr. 2);

een, van de minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid, ten geleide van het Actieprogramma elektronische overheid (26387);

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over de tweedegraads lerarenopleidingen (23328, nr. 40);

twee, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, te weten:

  • een, over monitoring tweede fase (26200-VIII, nr. 57);

  • een, ten geleide van het besluit van 22 januari 1999, houdende voorschriften van overgangsrechtelijke aard in verband met de invoering van leerwegen in middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en voorbereidend beroepsonderwijs, alsmede van leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs (regeling overgangsmaatregelen mavo-vbo) (26390);

een, van de minister van Financiën, ten geleide van het verslag van de onderhandelingen over de kapitaalverhoging van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank (AfDB) (26200-IXB, nr. 15);

twee, van de staatssecretaris van Financiën, te weten:

  • een, ten geleide van de notitie "Uitgangspunten van het beleid op het terrein van het internationaal fiscaal (verdragen)recht" (25087, nr. 6);

  • een, over de toezegging tijdens de plenaire behandeling van het belastingplan 1999 (26245, nr. 37);

een, van de staatssecretaris van Defensie, over de verwerving van de lichte transporthelikopter (26200-X, nr. 22);

vier, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, te weten:

  • een, ten geleide van een halfjaarlijkse overzicht milieuwethandhaving (22343, nr. 38);

  • een, over de voortgang inzake het opheffen van de provinciegrenzen voor afvalstoffen (25157, nr. 4);

  • een, ten geleide van een reactie op het amendement op stuk nr. 39 van het lid Verbugt en een antwoord op de vraag naar de plaatsing van de weigering van vaststelling van een bestemmingsplan of een herziening hiervan, op de zgn. negatieve lijst (25311, nr. 42);

  • een, over de regeling voor loodsanering (26076, nr. 3);

een, van de minister en de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de staatssecretaris van Economische Zaken, over de wijze waarop het kabinet van plan is vorm te geven aan het Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (25427, nr. 17);

een, van de minister van Verkeer en Waterstaat, ten geleide van het verslag van de Transportraad van 30 november t/m 1 december 1998 (21501-09, nr. 91);

een, van de ministers van Economische Zaken, van Justitie en van Financiën, over herpositionering Economische controledienst (26200-XIII, nr. 36);

een, van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, ten geleide van het verslag van de vergadering van de Europese ministers van landbouw d.d. 18 en 19 januari 1999 onder het Duitse voorzitterschap (21501-16, nr. 225);

een, van de staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, over de voortgang bij de implementatie van het Programma beheer (25420, nr. 11);

een, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over de fusieplannen van het GAK en Achmea (26200-XV, nr. 50);

zes, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te weten:

  • een, over het testen van pillen (23760, nr. 10);

  • een, over de positie van de apotheekhoudende huisarts (24124, nr. 73);

  • een, over het aanpassen van de vergoedingslimieten en de aangekondigde kortingen bij de apothekers (24124, nr. 74);

  • een, over de beleidsvisie geestelijke gezondheidszorg (25424, nr. 7);

  • een, over welke internationale gremia zich bezighouden met bio-ethische vraagstukken (26200-XVI, nr. 52);

  • een, over maatregelen regeerakkoord inzake ziektekostenverzekeringen (26200-XVI, nr. 53);

een, van de leden Van Heemst en O.P.G. Vos, over het lid O.P.G. Vos die optreedt als mede-indiener van het wetsvoorstel Victor (24549, nr. 9);

een, van de Algemene Rekenkamer, ten geleide van het rapport "Inspectie voor de gezondheidszorg" (26395).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

3. een brief van de minister-president, minister van Algemene Zaken, houdende intrekking van het wetsvoorstel inzake Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake zelfstandige bestuursorganen (25629).

De voorzitter stelt voor, deze brief voor kennisgeving aan te nemen;

4. de volgende brieven:

een, van de ministers voor Ontwikkelingssamenwerking en voor Grote Steden- en Integratiebeleid, inzake gefacilieerde terugkeer van remigranten;

een, van de minister van Justitie, ten geleide van het rapport "Het wettelijk strafmaximum";

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, inzake het schoolprofielbudget;

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, inzake de stand van zaken monitor onderwijshuisvesting PO-VO;

een, van de minister van Financiën, ten geleide van het werkdocument van de Europese Commissie over de herziening van het Financieel reglement;

een, van de minister van Verkeer en Waterstaat, inzake uitbreiding aandelenkapitaal N.V. Nederlandse Spoorwegen;

een, van de staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, inzake het gewasbeschermingsbeleid na 2000;

twee, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, te weten:

  • een, inzake regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang 1999;

  • een, ten geleide van de jaarstukken Arbeidsvoorziening 1996 en 1997;

een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de GGZ-sector;

een, van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de voortgangsrapportage Proeve van Wet behandeling gehandicapten.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies en niet te drukken;

5. de volgende adressen:

een, van A.L.C. Bos te Giesbeek, met betrekking tot een klacht tegen de handelwijze van de Belastingdienst ondernemingen te Arnhem;

een, van mevrouw Hermanus Blondeel-Timmerman, met betrekking tot een WUV-uitkering;

een, van mevrouw C.D.W. van Menxel-von Jaroschka Pohl te Rotterdam, met betrekking tot ten onrechte geheven successierechten en klacht tegen de handelwijze van het ministerie van Financiën;

een, van mevrouw E.J. Kegel-Roosenboom te Zoetermeer, met betrekking tot een betalingsregeling voor een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van mevrouw I.M. van den Heuvel-Oostveen te Ede, met betrekking tot een betalingsregeling voor een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van de heer M. Mangal te Rotterdam, met betrekking tot bezwaar van een naheffingsaanslag 1990 en loonbeslag omzetten in gewone vordering;

een, van mevrouw M.C. Meuffels-Pelzer te Geleen, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1996;

een, van mevrouw A.C. Nieuwenhuisen-van Nes te De Haan (België), met betrekking tot ambtshalve teruggave van ten onrechte ingehouden premies.

Deze adressen zijn in handen gesteld van de commissie voor de Verzoekschriften;

6. de volgende brieven:

een, van H. Rommes, inzake het veranderen van de status van illegaliteit naar legaal;

een, van de Raad voor de financiële verhoudingen, inzake advies specifieke uitkeringen vrouwenopvang, maatschappelijk opvang en verslavingszorg.

Deze brieven e.a. liggen op de griffie ter inzage.

Naar boven