Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, te behandelen donderdag 5 november bij het begin van de vergadering:

  • - de verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften (26251, nrs. 2 t/m 8);

  • - het wetsvoorstel Bepalingen inzake redenominatie van schuldtitels in verband met de deelname door Nederland aan de Economische en Monetaire Unie (Wet schuldredenominatie) (26078);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Muntwet 1987 (26120);

  • - het wetsvoorstel Regels met betrekking tot de vervanging van contractuele verwijzingen naar de Amsterdam Interbank Offered Rate en andere referentierentes, alsmede tot wijziging van de Wet toezicht effectenverkeer 1995, in verband met de deelname van Nederland aan de Economische en Monetaire Unie (Wet vervanging contractuele referentierentes) (26124).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor 10, 11 en 12 november:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Ontgrondingenwet (verbreding heffingsdoeleinden) (25804);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, strekkende tot vervanging van de mogelijkheid van beroep in cassatie door de mogelijkheid van hoger beroep, alsmede het aanbrengen van enige andere wijzigingen (vervanging in Mulderzaken van beroep in cassatie door hoger beroep bij het gerechtshof Leeuwarden) (25927).

Ik stel voor, aan de orde te stellen in de vergaderingen van 17, 18 en 19 november:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 1999 (26200-VIII);

de gezamenlijke behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1999 (26200-XII);

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Infrastructuurfonds voor het jaar 1999 (26200-A).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan het gisteren gedane verzoek om het verslag van het algemeen overleg inzake het asielbeleid plenair te behandelen. Wij zullen volgende week de begroting van Justitie behandelen. Ik zou mij voor kunnen stellen dat fracties er ook behoefte aan hebben bij die begrotingsbehandeling over dit onderwerp te spreken. Ik stel voor, die week af te wachten en eventueel, als dat nodig is, in de week van 10, 11 en 12 november opnieuw erop terug te komen.

Het woord is aan mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter! Mijn fractie gaat akkoord met het voorstel. Wij hechten echter aan een apart algemeen overleg. Als dat na de behandeling van de justitiebegroting kan, graag.

De voorzitter:

Mijn voorstel is om dat te bezien. Indachtig de eerdere afspraak waar ik mij graag aan houd, zullen fracties bij de begrotingsbehandeling het onderwerp natuurlijk aan de orde kunnen stellen. Ik heb begrepen dat in de week daarop opnieuw een mondeling overleg over een onderdeel van het asielbeleid plaatsvindt. Ik stel daarom voor, dat we op dinsdag 10 november afwegen hoe we daar verder mee omgaan.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Akkoord.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Wilders.

De heer Wilders (VVD):

Mevrouw de voorzitter! In de Volkskrant van vandaag hebben wij kennis kunnen nemen van het bericht dat het College van toezicht sociale verzekeringen, het CTSV, in een rapport nogal wat kritiek heeft op de uitvoering van de WW en WAO. Die kritiek richt zich vooral op het Landelijk instituut sociale verzekeringen, het LISV. Het CTSV zou het LISV verwijten dat het onvoldoende coördinatie heeft inzake de uitvoering en evenmin een visie op de toekomstige concurrentiepositie tussen de uitvoeringsorganen als het gaat om de WW.

Voorzitter! Dit zijn zorgelijke berichten. De VVD neemt deze erg serieus. Wij willen daarom graag van het kabinet weten wat hiervan waar is. Mijn verzoek is, via u, de regering om een brief te vragen, wat mij betreft graag binnen een week, waarin zij ingaat op alle kritiekpunten van het CTSV op het LISV en hieraan een kabinetsstandpunt verbindt.

Mevrouw Schimmel (D66):

Mevrouw de voorzitter! Ik ondersteun dit verzoek graag, gezien de redelijke actualiteit van het probleem. Ik hoop dan ook dat wij binnen een week in staat zijn een beoordeling te geven aan de hand van een kabinetsbrief over de juistheid van de kritiek van het CTSV.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Wijn.

De heer Wijn (CDA):

Voorzitter! Vanochtend lazen wij in de Volkskrant het bericht dat de coalitiepartijen elkaar een normale omgang in het asieldebat hebben toegezegd. Dat werd hoog tijd, want wij hebben de indruk dat mijnheer Cohen meer bezig is geweest met het sussen van ruzie in de coalitie dan met het daadkrachtig uitvoeren van beleid. Voor dit onderwerp is dat laatste hard nodig.

Graag vragen wij de staatssecretaris om een brief waarin hij aangeeft aan welke afspraken de regering zich heeft gecommitteerd. Omdat dit invloed kan hebben op de begroting van Justitie, verzoeken wij die brief nog vóór de behandeling van die begroting te mogen ontvangen.

De heer Cornielje (VVD):

Over welke afspraken heeft de heer Wijn het nu? Gaat het om de afspraken die in coalitieverband zijn gemaakt? Waar doelt hij op?

De heer Wijn (CDA):

Ik kan natuurlijk niet aan de heer Cornielje vragen welke afspraken er zijn gemaakt. Ik zou het best willen weten en als hij het mij wil vertellen, nodig ik hem daartoe uit. Uit de krant begrijpen wij dat staatssecretaris Cohen zich heeft gecommitteerd bepaalde zaken tot stand te brengen. Wij hebben er geen zicht op of die afspraken er zijn. Ik ga ervan uit dat het bericht in de Volkskrant juist is, dat er afspraken zijn gemaakt en dat staatssecretaris Cohen bepaalde beloften heeft gedaan. Daar zou ik graag van op de hoogte worden gesteld.

De heer Cornielje (VVD):

Nu is mij duidelijk wat het verzoek is. Het lijkt mij heel logisch dat de CDA-fractie wil weten waar de staatssecretaris in de komende tijd mee zal komen.

De voorzitter:

Vindt u het heel erg als ik zeg dat dit natuurlijk ook volgende week tijdens de behandeling van de begroting van Justitie kan worden gevraagd? Dat is een uitgelezen moment om de staatssecretaris te vragen wat hij denkt in de komende tijd aan dit onderwerp te gaan doen.

De heer Cornielje (VVD):

Daarover ben ik het met u eens, maar ik kan mij voorstellen dat de CDA-fractie die informatie op een eerder moment wil hebben, zodat die kan worden betrokken bij de begrotingsbehandeling. Ik heb er geen bezwaar tegen als dit verzoek wordt doorgeleid naar de staatssecretaris.

De heer Van Oven (PvdA):

Voorzitter! Misschien is het goed dat ik suggereer dat er wordt gevraagd of de staatssecretaris nieuwe afspraken is aangegaan en, zo ja, welke afspraken dat zijn.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Mijn fractie steunt het verzoek van de heer Wijn, met name de vraag op welke redelijke termijn herziening van de Vreemdelingenwet te verwachten is en wat de gevolgen daarvan zullen zijn voor de begroting voor 1999.

De voorzitter:

Het verzoek is duidelijk. Ik teken daarbij aan dat wordt verzocht om een brief vóór de behandeling van de begroting van Justitie, hetgeen betekent dat de brief uiterlijk aanstaande maandag in het bezit dient te zijn van de Kamer.

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Oven.

De heer Van Oven (PvdA):

Voorzitter! Op 7 oktober jl. hebben de vaste commissies voor Justitie en voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met de minister van Justitie overleg gevoerd over de inzet van het tripartiete overleg van de ministers van Justitie van de drie landen van het Koninkrijk. Dat tripartiete overleg heeft afgelopen dinsdag plaatsgevonden. Tijdens het overleg van de vaste commissies heeft mijn fractie samen met de VVD-fractie voorgesteld om op de agenda van dat tripartiete overleg de voogdijregeling inzake Antilliaanse jongeren te zetten. Nu hebben wij inmiddels een persbericht gezien van dat tripartiete overleg, waarin met veel waardering en in warme bewoordingen wordt gesproken over de goede sfeer van het overleg. Een enkel woord over de voogdijregeling hebben wij echter moeten missen. Dat verdriet, verbaast en verrast de PvdA-fractie. In het licht van de begrotingsbehandeling van het hoofdstuk KabNA, stellen wij dan ook voor, aan de minister van Justitie te vragen om een verslag van het overleg dat hij afgelopen dinsdag heeft gehad met zijn collega's van de Nederlandse Antillen en Aruba, en wel op een zodanig tijdstip dat wij het nog bij de begrotingsbehandeling kunnen betrekken.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven