94ste vergadering

Dinsdag 1 september 1998

14.00 uur

Voorzitter: Van Nieuwenhoven

Tegenwoordig zijn 148 leden, te weten:

Van den Akker, Albayrak, Apostolou, Van Ardenne-van der Hoeven, Arib, Atsma, Augusteijn-Esser, Bakker, Balemans, Balkenende, Barth, Van Beek, Belinfante, Van den Berg, Biesheuvel, Bijleveld-Schouten, Van Blerck-Woerdman, Blok, De Boer, Bolkestein, Van Bommel, Bos, Brood, Bussemaker, Van de Camp, Cherribi, De Cloe, Cornielje, Crone, Dankers, Van Dijke, Dijksma, Dijkstal, Dittrich, Van den Doel, Van Dok-van Weele, Duijkers, Duivesteijn, Eisses-Timmerman, Essers, Eurlings, Feenstra, Geluk, Van Gent, Van Gijzel, Giskes, Gortzak, De Graaf, De Haan, Halsema, Hamer, Harrewijn, Van Heemst, Hermann, Herrebrugh, Hessing, Hillen, Van der Hoek, Hoekema, Van der Hoeven, Hofstra, De Hoop Scheffer, Kalsbeek-Jasperse, Kamp, Kant, Karimi, Klein Molekamp, Van der Knaap, Koenders, Kortram, Kuijper, Lambrechts, Leers, Luchtenveld, Marijnissen, E. Meijer, Th.A.M. Meijer, Melkert, Middel, Van Middelkoop, De Milliano, Nicolaï, Niederer, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Oedayraj Singh Varma, Oplaat, Örgü, Oudkerk, Van Oven, Passtoors, Patijn, Poppe, Rabbae, Ravestein, Rehwinkel, Reitsma, Remak, Van 't Riet, Rietkerk, Rijpstra, Rosenmöller, Ross-van Dorp, Rouvoet, Santi, Scheltema-de Nie, Schimmel, Schoenmakers, Schreijer-Pierik, Schutte, Smits, Spoelman, Van der Staaij, Van der Steenhoven, Stellingwerf, Stroeken, Swildens-Rozendaal, Terpstra, Timmermans, Udo, Valk, Ter Veer, Te Veldhuis, Vendrik, Verbugt, Verburg, Verhagen, Visser-van Doorn, Van der Vlies, Van Vliet, Voorhoeve, M.B. Vos, O.P.G. Vos, Voûte-Droste, De Vries, Waalkens, Wagenaar, Van Walsem, Weekers, Weisglas, Van Wijmen, Wijn, Wilders, De Wit, Witteveen-Hevinga, Van Zijl, Zijlstra en Van Zuijlen,

en de heren Pronk, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Hoogervorst, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en mevrouw Vliegenthart, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat is ingekomen bericht van verhindering van het lid Swildens-Roosendaal, wegens bezigheden elders, alleen voor de middag.

Dit bericht wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ingekomen is een mededeling van het overlijden van het oud-lid van de Kamer de heer G.A. Kieft. Namens de Kamer heb ik een bericht van rouwbeklag gezonden.

De overige ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Ik geef het woord aan de heer Te Veldhuis tot het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven.

De heer Te Veldhuis:

voorzitter der commissie

Mevrouw de voorzitter! De commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op de heren R.J. Goedbloed te Huizen en J.J. Lagendijk te Haarlem.

De commissie is eenparig tot de conclusie gekomen, dat zij terecht benoemd zijn verklaard tot lid van het Europees Parlement.

De commissie stelt vast, dat zij op grond van de nationale bepalingen, tot lid van het Europees Parlement kunnen worden toegelaten.

De commissie stelt voor, dit te berichten aan de voorzitter van het Europees Parlement en aan de benoemden.

Tot slot stelt de commissie voor, het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Ik dank de commissie voor haar verslag en stel voor dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)1

Naar boven